Wet natuurbescherming; vragen uit de praktijk

Op 1 januari 2017 is de nieuwe Wet natuurbescherming in werking getreden. Het was de bedoeling dat het zogenoemde aanhaken onder deze wet verplicht zou worden, maar de bepalingen in de Wet natuurbescherming die het verplichte aanhaken regelen zijn echter niet in werking getreden.

In plaats daarvan is er gekozen voor een vrijwillige aanhaakregeling die grotendeels overeenkomt met de oude. In dit artikel wordt ingegaan op vragen omtrent dit onderwerp.

Vragen uit de praktijk:

  1. Voor welke activiteiten is een omgevingsvergunning natuur nodig?
  2. Signaleringsfunctie collega en vragen om een vvgb
  3. Hulpmiddelen bij het bepalen of natuuraspecten spelen
  4. Vvgb bevoegde gezag
  5. Rechtsbescherming tegen een vvgb
  6. Loskoppelen

1. Voor welke activiteiten is een omgevingsvergunning natuur nodig?

Een omgevingsvergunning natuur is nodig voor Natura 2000-activiteiten en flora- en fauna-activiteiten, waar ook een andere omgevingsvergunning voor nodigWet natuurbescherming is en waarvoor nog geen aparte Natura 2000-vergunning of onthefttig beschermde soorten is aangevraagd. De reikwijdte van de Natura 2000-vergunningplicht is niet gewijzigd ten opzichte van die onder de Nbw 1998. Van een vergunningplicht is al snel sprake wanneer de activiteit negatieve effeceten kan hebben op habitattypen. Wordt er een omgevingsvergunning aangevraagd voor een activiteit die tot een verslechtering van de in een Natura 2000-gebied beschermde natuurwaarden kan leiden, dan al dus al snel sprake zijn van een omgevingsvergunningplicht natuur. Natuurlijk zijn er enkele uitzonderingen. Deze kunt u vinden in het volledige artikel.

2. Signaleringsfunctie college en vragen om een vvgb

Het college moet nagaan of de aanvraag volledig is en de aanvrager zo nodig in de gelegenheid stellen om zijn aanvraag aan te vullen. De volledigheidstoets houdt ook in dat het college nagaat of voor de aangevraagde activiteiten een natuurtoestemming nodig is en, zo ja, of die al is aangevraagd. In de praktijk voor gemeenten niet altijd duidelijk hoe ver deze onderzoeksverplichting strekt. Indien niet op voorhand wordt uitgesloten dat de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning wordt aangevraagd ook een op grond van natuurregelgeving verboden handeling inhoudt, heeft het college een onderzoeksverplichting. Wordt de gevraagde omgevingsvergunning verleend zonder dit onderzoek uit voeren, dan kleeft aan het besluit een zorgvuldigheidsgesprek. Mevrouw Zwier verwacht dat dit onder de Wet natuurbescherming niet anders zal zijn dan voorheen.

3. Hulpmiddelen bij het bepalen of natuuraspecten spelen

Een veelgehoorde vraag is op basis waarvan gemeenten (of initiatiefnemers) kunnen bepalen of er verbodsbepalingen worden overtreden. De volgende instrumenten zijn in zo’n geval behulpzaam:

  • Verspreidingsgegevens verkrijgen uit bijvoorbeeld de Nationale Databank Flora en Fauna
  • Effecten meten op aanwezige natuurwaarden door middel van bijvoorbeeld effectenindicator soorten.

Om zeker te zijn of er effecten zijn op natuurwaarden is meestal nader onderzoek nodig, beginnend met een quick scan of voortoets.

4. Vvgb bevoegde gezag

De vvgb moet worden gevraagd van het bestuursorgaan dat normaliter bevoegd is voor de verlening van de vergunning of ontheffing op grond van de Wet natuurbescherming, dus van gedeputeerde staen of van de Minister van EZ.

5. Rechtsbescherming tegen een vvgbNatuur - wetbescherming

Tegen de vvgb staat in beginsel geen beroep open. Belanghebbenden kunnen hun eventuele bezwaren omtrent een vvgb aan de bestuursrecht voorleggen in een procedure tegen het besluit inzake de omgevingsvergunning.

6. Loskoppelen

Initiatiefnemers kunnen er onder de Wet natuurbescherming voor blijven kiezen om eerst een aparte Natura 2000-vergunning of ontheffting beschermde soorten aan te vragen. Er worden dan twee afzonderlijke procedures doorlopen. In de praktijk wordt vaak aangehouden dat, om los te koppelen, de natuurtoebestemming een dag eerder aangevraagd moet worden dan de omgevingsvergunning.

Tot slot

Per 1 januari 2017 geldt een nieuw wettelijk regime voor het natuurbeschermingsrecht. De vrijwillige aanhaakregeling zoals we die inmiddels enkele jaren kennen, is onder de nieuwe wet gecontinueerd, waarbij echter niet alles bij het oude is gebleven. Over enkele jaren zal weer een nieuwe situatie ontstaan wanneer de Omgevingswet in werking treedt. Aan de rol van gemeenten bij de beoordeling van natuuraspecten zal in dat kader ongetwijfeld ook de nodige aandacht worden besteed.

Wilt u meer weten over dit onderwerp? Lees dan het volledige artikel van Mevr. W. Zwier. 

Cursus Natuurwet- en regelgeving in de praktijk

In deze cursus wordt aan de hand van voorbeelden en casusvragen uitvoerig ingegaan op het juridisch kader en op de normen die veelal van ecologische aard zijn en wordt toegelicht op welke manier de natuurwet- en regelgeving tijdig bij de planvorming kan worden betrokken. Meer informatie?

Bekijk de cursus Natuurwet- en regelgeving in de praktijk

Over sbo

Het Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid (SBO) organiseert jaarlijks zo’n 200 opleidingen en congressen over o.a. onderwijs, veiligheid, milieu & RO, zorg, bouw & infra en overheid.

Bekijk ook

Nieuwe regels omtrent geluid binnen de Omgevingswet

De regels omtrent het beheersen van geluid zijn veranderd onder de nieuwe Omgevingswet. Het doel …

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *