Gescheiden werelden en gespannen verhoudingen

Sietske Dijkstra, eigenaar van Bureau Dijkstra, docent op de opleiding regisseur huiselijk geweld en kindermishandeling en voormalig lector huiselijk geweld en hulpverlening in de keten aan het Expertisecentrum Veiligheid van de Avans Hogeschool, promoveerde aan de Universiteit Utrecht op een onderzoek naar hoe slachtoffers betekenis geven aan geweld.

Na hun vermissing haalden de foto’s van de blonde jongetjes verschillende keren het journaal. Het was het voorjaar van 2013 en ze waren voor het laatst gezien met hun vader. Zijn eigen lichaam was eerder in een bos in Limburg aangetroffen. Na verschillende publieke zoekacties werden de kinderen van 7 en 9 jaar dood gevonden bij een afwateringsbuis in de provincie Utrecht. Wat kunnen we leren van de zaak Julian en Ruben?

Ouderschap na scheiding en geweld met dodelijke afloop

Eind september publiceerden de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie voor de Gezondheidszorg hun onderzoeksrapport over de dood van de twee broers Julian (7) en Ruben (9) uit Zeist. Hun hoogopgeleide ouders waren gescheiden: de jongens woonden afwisselend bij hun moeder en hun vader. De scheiding en het contact tussen de ouders werd problematisch genoemd. De inspecties onderzochten of de hulpverlening aan het gezin vanaf de eerste melding bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) voldoende gericht was op een veilige en gezonde ontwikkeling van de twee broers en in hoeverre jeugdzorg juist gehandeld had.

Het rapport omvat 54 pagina’s. De auteurs concluderen dat de tien betrokken instellingen – ten minste vijftien professionals zorgvuldig hebben gehandeld wat betreft de veiligheid en het welzijn van de kinderen. Zij pleegden regelmatig overleg, volgden de juiste procedures en namen de signalen van de kinderen en de moeder serieus. Hun uiteindelijke conclusie luidt dat jeugdzorg adequaat en navolgbaar heeft gehandeld. Toch werd in enkele jaren tijd drie keer een AMK-melding gedaan. De moeder uitte herhaaldelijk haar zorgen over de veiligheid van de jongens en voelde zich bedreigd. De vader voelde zich beschuldigd en buitengesloten. Hij weigerde toestemming voor hulp aan zijn zoons. Mediation lukte niet.

In dit artikel kijken we op basis van het rapport naar deze casus. Het rapport concentreert zich op het proces en gaat na of procedures goed zijn opgevolgd. Wij kijken vakinhoudelijk naar de zaak. Aan de hand van deze casus onderzoeken we de meerwaarde van het vervlechten van vakinhoudelijke kennis en procedures op het handelen en inrichten van het werk.

Les 1: Hevige emoties (h)erkennen als indicatie voor afsplitsing en gevaar

Als samenleving kunnen we de veiligheid van kinderen nooit voor 100 procent garanderen. We kunnen de zorg voor die veiligheid ook niet uitsluitend aan professionals delegeren en hen met kennis achteraf geheel verantwoordelijk stellen vanwege falen. Niet alle leed is te voorkomen. In deze en andere zaken moeten we bepaalde risico’s erkennen. De vader van Julian en Ruben had al eerder contact gehad met het AMK vanwege een melding. Hun moeder maakte zich zorgen om het welzijn van de jongens en maakte de dreiging van de vader meerdere keren kenbaar. De man dreigde volgens het rapport meermaals om de kinderen iets aan te doen en voelde zich buitenspel gezet. De strijd tussen de ouders laaide op en het conflict verhardde zich. Direct onder de oppervlakte van deze zaak zijn veel vurige en belastende emoties in het spel: dreiging, angst, beschuldiging, bedreiging, wantrouwen. Het gevaar op geweld met een dodelijke afloop kun je in dit soort situaties nooit volledig uitsluiten. Professionals dienen daarom de patroonkenmerken van hevige strijd te herkennen.

Les 2: Doorvragen op de kloof tussen wens en werkelijkheid

Uit het inspectierapport blijkt een groot contrast tussen adequaat handelen enerzijds en geweld met dodelijke afloop anderzijds. Hoe kan dat? Is deze kloof te overbruggen met goed handelen of open communicatie? Wat bevindt zich in de kloof, aan de binnenkant van de zaak dat we niet of nauwelijks zien? Is de wanhoop en de stress te groot geworden voor vader? Zijn de zorgen van moeder voldoende serieus genomen? Wat hebben professionals gedaan met de risico-inschatting van de signalen van de jongens en de zorgen die bijvoorbeeld school uitte? Op grond waarvan concludeerden instellingen – en de inspecties nemen dat over – dat de ouders goed meewerkten? Is er gesignaleerd dat de strijd tussen de ouders weer oplaaide en uiteindelijk niet afnam? Wat is de achterkant van het gelijk hier?

Het AMK concludeerde dat de ouders maatschappelijk gezien goed functioneerden. Zij kwamen in gesprekken over als ‘redelijke mensen’. Zij gaven aan dat zij beiden openstonden voor mediation en vrijwillige hulp aan de jongens. Uit het rappel van het AMK bleek echter dat de vrijwillige hulp niet van de grond kwam, omdat vader het idee had dat de hulpinstelling aan de kant van moeder stond. Professionals kunnen deze spanning benoemen en doorvragen op overbruggingsmogelijkheden of noodzakelijke veranderingen die de spanning helpen verminderen.

Les 3: Concretiseer en specifieer de aard van huiselijk geweld

In februari 2009 meldt de moeder ‘een situatie van huiselijk geweld’ bij de politie, aldus het rapport, en bevestigt het AMK ‘psychisch geweld tussen de ouders’. De ouders kunnen daardoor niet goed communiceren over de zorgen en de opvoeding van de kinderen. De ouders organiseren hulp voor hun zoons bij een kindertherapeut. Opmerkelijk is dat de aard van het geweld in het rapport nauwelijks wordt gespecificeerd. Huiselijk geweld is een parapluterm. Er staat wel in het rapport dat er sprake was van kindermishandeling: de vader dreigde en heeft zijn oudste zoon vastgepakt en onder de douche gezet. Maar gebruikte hij daarnaast ook geweld jegens zijn ex? Wat wordt hier onder ‘psychisch geweld’ verstaan en welk aandeel hebben de ex-partners hierin? Soms stopt namelijk de relatie tussen partners, maar gaat het geweld na de relatie door. Dit is een vaker voorkomend patroon bij echtscheiding vanwege geweld. Is partnergeweld in deze zaak dus onderbelicht gebleven? Bekend is dat AMK’s partnergeweld wel vaker als incident zien, terwijl de vrouwenopvang moeite heeft om kindermishandeling vast te stellen. De instrumenten die zijn gebruikt om na te gaan of de broertjes gevaar liepen, zijn gebaseerd op het afwegen van de zwaarte van de signalen bij de kinderen zelf. Zo is het Licht Instrument Risicotaxatie Kindveiligheid (LIRIK) enkele malen ingezet. Daaruit bleken zorgen over de emotionele veiligheid van de kinderen. Maar er zijn geen andere instrumenten gebruikt, zoals de CARE-NL, die ouderkenmerken, de interactie ouder-kind en gezinskenmerken beoordeelt (Nederlands Jeugdinstituut). Ook is (eventuele) gevaar van de kant van de ex-partner(s) en het effect daarvan op de kinderen niet uitgezocht met behulp van een instrument. De Danger Assessment Scale(DAS) van Campbell en haar collega’s (2009) is gevalideerd en kun je gebruiken om de ernst van het partnergeweld en de kans op escalatie in te schatten. De DAS schat op 22 items de ernst van het partnergeweld bij het slachtoffer in. (Dreiging met) een wapen, dreigen met moord, geweld door jaloezie en geweld tijdens de zwangerschap zijn indicaties voor een verhoogde kans op geweld met een dodelijke afloop. Bij een scheiding na partnergeweld is de kans dat het geweld na de scheiding weer oplaait groter. Deze periode kan wel een jaar duren. Tekenend is dan ook dat de moeder van Julian en Ruben begin 2009, vlak na de scheiding, aangifte doet van huiselijk geweld. Welke rol speelde deze aangifte bij de ondersteuning en de hulp? Welk effect had de aangifte op de relatie tussen de ouders en tussen de ouders en de kinderen? Leidde het tot splitsing en keerden de kinderen zich mogelijk van hun vader af? Dat lezen we niet in het rapport. Tot slot melden de inspecties nergens of de broertjes getuige waren van de ruzies tussen hun ouders. Dit was vermoedelijk een van de bronnen van voortdurende onveiligheid. Al met al dienen professionals de aard van het geweld zo concreet mogelijk te benoemen.

Les 4: Concretiseer en specificeer de aanpak, verhelder de visie en geef richting aan interventies

In april 2010, ruim een jaar na de eerste AMK-melding, voert het AMK een klachtgesprek met vader, omdat hij bij de start van het eerste AMK-onderzoek onvoldoende geïnformeerd was. In mei 2010 doen een maatschappelijk werker en een kinderfysiotherapeut een nieuwe melding bij het AMK, omdat vader geen toestemming zou geven voor hulp aan zijn zoons. Is dit een patroon? De vader klaagt erover dat informatie is achtergehouden. Hij maakt, aldus het rapport, als ‘redelijke en welwillende ouder’ afspraken over de hulp die de ouders nodig vinden voor hun kinderen, maar werkt vervolgens niet mee aan het realiseren van die hulp. Hij voelt zich buitenspel gezet en beschuldigd, wil zich verdedigen. Zijn frustratie neemt toe en er is geen specifieke ondersteuning voor hem in zijn hoedanigheid als vader. Wellicht zou hij baat hebben gehad bij het innovatieve programma Caring Dads. Dit groepsaanbod is in Canada ontwikkeld en het is speciaal voor mannen die hun partner of kinderen hebben mishandeld. Het doel is om hun vaderschap en daarmee de ontwikkeling en het welzijn van hun kinderen te versterken. Het programma vindt weerklank in Nederland. Volgens het rapport concludeert het AMK dat er geen signalen zijn van psychiatrische problematiek bij de ouders en dat zij van goede wil zijn om samen beter te leren communiceren. Vervolgens blijkt dat zij indringende verschillen van visie hebben. Na psychologisch onderzoek van de oudste zoon, door een andere instelling, geven de ouders geen toestemming om deze bevindingen beschikbaar te stellen aan de jeugdzorginstelling en Bureau Jeugdzorg Utrecht (BJU).

De zoon blijkt erg te lijden onder de gespannen gezinssituatie. Vader geeft opnieuw geen toestemming voor verdere hulp. De inspecties concluderen dat beide ouders het beste willen voor hun kinderen en plaatsen hier geen vraagtekens bij. Is de hulp aan het gezin gericht op een veilige en gezonde ontwikkeling van de twee broers? Zou de feitelijke beantwoording van Munro’s vier analytische vragen, en een concluderende vijfde hier kunnen helpen? Deze ogenschijnlijk eenvoudige vragen zijn:
– Wat gebeurt er (is er gebeurd) en volgens wie?
– Wat kan er gaan gebeuren?
– Hoe ernstig is het dat dit gebeurt?
– Hoe waarschijnlijk is het dat dit gebeurt?
– Wat is al met al dan de gevaarscore op een schaal van 0-10 en hoe kan de score worden toegelicht?

Gebruik van deze vragen had in ieder geval een scherper zicht geboden op de noden en de veiligheid van de kinderen, de moeder en de vader. Bovendien hadden deze vragen aan het licht gebracht of de kinderen getuige waren van de strijd tussen hun ouders.

Als laatste maakt het rapport van de inspecties duidelijk dat veel hulpverleningsinstellingen alsmaar trachtten om samenwerking tot stand te brengen tussen de ouders. Vijf jaar na de scheiding waren de ouders als ex-partners nog steeds gevangen in een conflict dat de veiligheid van de kinderen aantastte. De veiligheid van de kinderen zou echter in het dagelijkse leven getoetst moeten worden. De gemaakte afspraken krijgen pas kracht als ouders met steun van hun netwerk de verandering in hun handelen demonstreren. Dan worden hun woorden weerspiegeld in hun daden. In termen van Signs of Safety: veiligheid bestaat uit krachten die in de loop van de tijd aantoonbaar als bescherming gaan werken in relatie tot de zorgen. In deze benadering staat de veiligheid van de kinderen altijd centraal. Professionals gaan te werk met rigour en grace. Samenwerken als het kan, uithuisplaatsen en het kind in veiligheid brengen als de dreiging te groot is.

Les 5: Schenk aandacht aan botsende visies en aan de (wisseling in) perspectieven

Op grond van jarenlange ervaring en onderzoek is de Amerikaanse expert Edleson glashelder: het betrekken van verschillende perspectieven is essentieel als je de ernst van partnergeweld en kindermishandeling goed wilt inschatten en daarvoor de juiste interventies wilt bepalen. Edleson benadrukt dat naast het verhaal van een mishandelende man altijd aanvullende gegevens nodig zijn van de (ex-)partner en de kinderen die hij als ervaringsdeskundigen bij uitstek beschouwt. Juist de patroonkenmerken in deze fricties zouden ons als professionals moeten uitdagen om een aanpak te ontwikkelen die de ex-partners en de kinderen uit de machteloze strijd haalt. Leren van het ongemak van cliënten en professionals, ontwikkelen van dialogische werkvormen, interdisciplinair reflecteren met deskundigen, een open houding en duidelijke normatieve en methodische kaders zijn van belang om tot verandering te komen.

Les 6: Schenk aandacht aan methodiekontwikkeling bij vechtscheiding

De inspecties verstaan in hun rapport onder vechtscheiding ‘een scheiding die gepaard gaat met hevige spanningen en conflicten tussen ouders, waardoor ouders niet meer in staat zijn om het belang van hun kinderen voorop te stellen.’ Van Lawick beschrijft hoe zij en haar collega’s in het Lorentzhuis een belangrijke methodiek ontwikkelden die zich richt op een groepsgewijze aanpak van ouders en kinderen die betrokken zijn bij een vechtscheiding. Treffend omschrijft zij dat ouders in een vechtrelatie de ander willen overtuigen van het eigen gelijk en daar veel in investeren en veel aan opofferen: nachtrust, vakanties, geld, tijd en aandacht. Van Lawick stelt vast dat ouders en ook kinderen bij of na een vechtscheiding verstrikt raken in een destructieve strijd waarin zij in elkaar teleurgesteld zijn en zich gezien noch gehoord voelen door elkaar. Voorwaarde voor deze hulp is dat de ouders accepteren dat ze niet kunnen onderhandelen over hun gedeelde ouderschap. Met de ontwikkelde methodiek wordt getracht om rigide patronen flexibeler te maken en empathie voor de andere ouder toe te laten. De hulpverleners in het Lorentzhuis deden zo al pionierend met hun benadering nog twee belangrijke ontdekkingen:
– De juridisering werkt als olie op het vuur van het conflict en dient gestopt te worden als men hulp wil.
– Door de conflicten verliezen de ouders de positie van hun kinderen uit het oog.

Door zich letterlijk te verplaatsen in de positie van hun kinderen, gaan ouders voelen wat de kinderen doormaken. Door deze compassie worden ouders gesterkt in hun ouderschap en zien ze bovendien scherper dat de strijd alleen maar verlies oplevert. Van der Pas zou zeggen dat ouders daardoor de metapositie innemen en beter zicht krijgen op het kind en aangemoedigd worden om goede-ouderervaringen op te doen. Het inzicht helpt bovendien om uit de klem van de verstrikkingen van de strijd te kunnen komen.

Les 7: Versterk methodisch de veiligheid en het welzijn van de kinderen

Deze professionals doen hun werk in een context waarin sprake is van argwaan. De samenleving kijkt, zeker bij ernstige gevolgen, met argusogen toe. Tegelijkertijd delegeert ze de problematiek naar professionals die voor een oplossing van vaak chronische problemen moeten zorgen. Alle instellingen hebben hun deelverantwoordelijkheid en hun taken. Daarbij zijn professionele acties verzakelijkt. Het inschattingsproces krijgt vooral vorm door metingenen checklists. Dat duwt het daadwerkelijke contact met de betrokkenen naar de achtergrond. Proactief handelen is belangrijk om escalatie te voorkomen en daadwerkelijk de veiligheid te versterken. Wat hadden de werkers in deze zaak kunnen doen? Metde instrumenten konden ze een inschatting van het welzijn van de jongens maken, maar die boden weinig aanknopingspunten voor het versterken van hun welzijn en veiligheid. De instelling die constateerde dat de oudste zoon leed onder onveiligheid vanwege de ruzies tussen zijn ouders, liet de keuze om die bevindingen met jeugdzorg te bespreken bij zijn ouders. Daarmee werd de onveiligheid van dit kind wel gepeild, maar niet behandeld. Cru gezegd waren de jongens als kikkers in een pan die op het vuur stond.

De veiligheid, het welzijn en de ontwikkeling van kinderen dienen in elke zaak in het centrum van de aandacht te staan. Signs of Safety biedt tal van hulpmiddelen om veiligheid tot een werkwoord te maken. De benadering kent perspectief-, reflectie- en schaalvragen om bij gezinsleden door te kunnen vragen. Hoe veilig is het op een schaal van 0-10 voor u? Wat zou uw ex-partner antwoorden op deze vraag? En uw kind? Wat zou er moeten veranderen om het geweld en de dreiging te laten stoppen? De kinderen worden bevraagd door middel van de methodiek van de drie huizen. Hun veiligheid wordt geconcretiseerd met words and pictures: in enkele stripbeelden vat de hulpverleners samen wat er is gebeurd en hoe je de veiligheid kunt versterken.

De beide broertjes kunnen het helaas niet meer vertellen. Hun trieste lot zegt dat we moeten strijden voor ondersteuning en hulp met een menselijk gezicht, ook na een veroordeling vanwege mishandeling. Juist het botsen van belangen en de verschillende gezichtspunten van ouders, ex-partners en kinderen zouden we als professionals moeten analyseren, uitzoeken en ontzenuwen. Hoe kunnen we de-escaleren bij hoogoplopende conflicten?

Vechtscheiding verdient diepgaander onderzoek. Professionals en betrokkenen gaan daarbij bewust op zoek naar de perspectivische waarheid: ze werken de spanning niet weg, maar leggen het verschil in gezichtspunten juist op tafel. De waarneming en rolbeleving kan zowel bij ouders als tussen professionals behoorlijk uiteenlopen. In dat maatwerk, in het contact met de betrokkenen, in die meerstemmigheid, schuilt een deel van onze deskundigheid. Verruimen van het vernauwde blikveld. Niet al te goed van vertrouwen zijn. Leren doorvragen en nog eens doorvragen. Opmerkzaam zijn bij details. De polyfonie niet direct tot een oneliner terugbrengen. Vakinhoudelijke verdieping en systemisch werken mogelijk maken. Meer aandacht schenken aan de verdere ontwikkeling van een de-escalerende methodiek bij vechtscheiding. En de soms splijtende werking erkennen van juridisering bij een scheiding na Partnergeweld.

Zo kunnen we wellicht vaker extra ruis bij gespannen verhoudingen voorkomen, bijdragen aan het verminderen van stress en conflict en ruimte geven aan de rouw om het verlies dat eronder ligt. Kennis, inzichten en lessen kunnen professioneel vaardig handelen ondersteunen. Maar zelfs dan geeft dit nooit de zekerheid dat er een sluitende aanpak bestaat die een familiedrama kan voorkomen.

Meer weten?
Op de opleiding regisseur huiselijk geweld en kindermishandeling leert u hoe u samen met uw partners komt tot een geïntegreerde aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling in uw gemeente?

Bron: www.sietske-dijkstra.nl  

Over Frank van Summeren

Congres- en opleidingsmanager veiligheid bij het Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid.

Bekijk ook

🎧 Podcast: Van de straat naar online – #politie_frans op TikTok

Beluister de podcast met Frans Luijten, social media regisseur bij de politie. Hij deelt hierin zijn …

èèn Reactie

  1. Als een van de ouders geen oprechte empathische vermogens heeft wordt het lastig die vermogens aan te spreken..
    Empathie en andere emoties worden dan gespeeld vanuit winstoogmerk.
    De belanghebbenden worden zeer geraffineerd tegen elkaar uitgespeeld.
    Als het gewenste gedrag niet de gewenste macht oplevert gaat het mis zodra de gelegenheid zich aandient.
    Wat mij is opgevallen is dat hulpverleners niet transparant zijn in hun agenda en handelen.
    De hulpverleners vergaderen met elkaar en de mensen waar het om gaat zijn daar niet bij.
    Als klant krijg je opdrachten.
    Als die opdrachten verkeerd uitpakken ligt niet aan een foutieve inschatting van de hulpverlener maar aan de hulpvrager.
    Enige vorm van verplichte reflectie en inhoudelijke transparantie wordt dan afgewogen tegen het belang dat de hulpverlener of instantie die ongeschonden verder wil werken.
    Steeds nieuwe technieken worden ontwikkeld en conferenties en opleidingen georganiseerd. Die nieuwe techniek heeft inhoudelijk betrekking op een deel van het probleem .
    Zodra zich een afwijkend deelprobleem voordoet wordt er een nieuwe deskundige bij betrokken en de chaos groter.
    De betrokkenen mogen na een debacle levenslang dealen met de gevolgen volgens de methode zoek het zelf maar uit c.q. eigen schuld dikke bult.
    Mijn voorkeur heeft , na jarenlange ervaring, nog steeds de Eigen Kracht Conferentie.
    In een Eigen Kracht Conferentie mogen alle betrokkenen zelf een plan maken om de veiligheid van het kind te waarborgen. Niet alleen de ouders, ook familie en het hele netwerk van het kind, inclusief hun vrienden en zonder hulpverleners.
    In het eerste gedeelte mogen de EKC-deelnemers zich informatie van deskundigen laten geven.
    De EKC-deelnemers gebruiken die informatie voor zover de deelnemers aan de conferentie dat passend vinden.
    Dit netwerk rond het kind is gerechtigd professionele hulpverlening in het plan mee te nemen die zij passend vinden in het belang van het kind . Hun plan werkt met consent van alle betrokkenen.
    Mijn ervaring is dat als alle betrokkenen met elkaar een plan maken dat de meeste kans geeft dat het uitspelen van mensen tegen elkaar zo veel mogelijk geëlimineerd wordt en economische belangen niet prevaleren boven het belang van het kind.
    Het resultaat hoort te zijn dat elke betrokkene bij het kind zich gehoord, gezien en veilig voelt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *