Sektarische groepsdwang: de keerzijde van religie

Religie kan mooi zijn, maar er is ook een keerzijde. We zijn in onze religieuze zoektocht ook kwetsbaar. Daar bewust van zijn, helpt alert te blijven op signalen dat de groep of de leiding, in naam van God, over de grenzen gaat van onze persoonlijke integriteit. Of dat leiders het voorzien hebben op onze portemonnee of uit zijn op onderwerping. De donkere kanten van zingeving.

Frances Peters, coach bij Freechoice en docent op de cursus Bestuurlijke aanpak van radicalisering en terrorisme en de opleiding ketenregisseur risicojeugd, gespecialiseerd in identiteitsontwikkeling en dwingende subculturen en voormalig lid van een religieuze sekte.

Arjan van Dijk, zelfstandig coach, pedagoog en theoloog, verricht onderzoek naar dwingende (religieuze) groepsculturen.

Teun (48) gaat na een periode van burn-out op zoek naar zichzelf en zijn levendoel via spiritualiteit. Via zijn (gelovige) bedrijfsarts komt hij in aanraking met een cursus ‘Rust in je hart’, aangeboden door een kleine christelijke groepering. Teun is diep geraakt door het leven en werk van Jezus. Zijn vriendin, met wie hij zeven jaar samenwoont, is blij voor hem. Teun gaat ook de vervolgcursus doen en hij verandert dingen aan zijn leven. Eerst gaat hij ‘s zondags naar de kerkdiensten, daarna houdt hij elke ochtend ‘stille tijd’, waarin hij de Bijbel leest en bidt, en hij gaat wekelijks naar een ‘celgroep’ van gelovigen waar ze elkaar − volgens zijn zeggen − ‘bemoedigen’. Als zijn vriendin laat weten dat het haar niet aanspreekt, raakt Teun in de war. Hij probeert haar te overtuigen, maar zonder resultaat. Thuis ligt er een waslijst van conflicten over Teuns gebrek aan tijd voor haar en de familie en zijn gebrekkige inspanning om weer aan het werk te komen. Teun wordt steeds fanatieker en redeneert alleen nog maar vanuit, volgens hem, bijbelse principes. Hij verwijt zijn partner dat ze Gods licht niet toelaat in haar leven. Steeds vaker is hij van huis en hij besteedt zo veel mogelijk tijd aan zijn ‘nieuwe familie’. Zijn vriendin belt in paniek naar Sektesignaal, de hulplijn voor slachtoffers van sektes en hun omgeving. Daar stelt zij de vraag die daar voortdurend klinkt: “Zit mijn geliefde (man, kind, vriend, vrouw, vriendin) in een sekte?”

Onwrikbare overtuigingen

Via Sektesignaal, de door het Ministerie van Veiligheid en Justitie in 2013 ingestelde meldlijn, komt een dergelijke vraag vaak bij ons. Sinds 2010 proberen wij de mechanismen van ‘dwingende’ groepen bespreekbaar te maken en hulp te bieden aan slachtoffers en hun omgeving. We zijn niet tegen religie, maar we komen in ons werk veel misstanden in religieuze groepen tegen; de samenleving is geneigd die te ontkennen. Mechanismen die resulteren in uitbuiting, manipulatie en groepsdruk vind je in zowel oosterse als westerse spirituele groepen, alsook in criminele, activistische en bepaalde marketingorganisaties. In alle gevallen gaat het om bewuste of onbewuste gebruikmaking van wervende, dwingende technieken die erop gericht zijn het nieuwe lid zo snel en compleet mogelijk in te lijven, waarbij het bestaande sociale systeem van de betrokkene wordt genegeerd of op een zijspoor gezet. Bij deze vorm van geestelijk misbruik wordt iemands diepe spirituele verlangen om dichter tot God, verlichting of de waarheid te komen ingezet voor de eigen (groeps)doeleinden. Er wordt grote druk uitgeoefend op leden om zich volledig te conformeren aan de groepsideologie. De groepsleiding profileert zich meestal als de onmisbare schakel tussen God en de mens. De soms onuitgesproken aannames die de groepsleiding maakt, zijn de basis van hun claim op autoriteit. Hun onwrikbare overtuigingen roepen zwart-witdenkbeelden op en werken polariserend en vervreemdend. Het komt vaak hierop neer: “Wíj hebben de ultieme waarheid in pacht en zijn Gods ware volgelingen.  Zíj − mensen buiten onze groep − leven in het rijk van de duivel/het kwaad/de duisternis. Niet langer deel willen uitmaken van de groep staat gelijk aan kiezen voor de duisternis.”

Donkere wolk

Wat blijft hangen bij uitgetreden sekteleden is de aangeleerde overtuiging dat ze door hun vertrek God hebben verlaten en verdoemd zijn tot de duisternis. Deze overtuiging werkt diep door en blijft vaak jaren hangen, als een altijd aanwezige, donkere wolk. De leiders van deze dwingende groepsculturen maken, al dan niet opzettelijk, misbruik van de behoeften van de ander, met als doel de eigen behoeften aan macht, erkenning, geld of seks te vervullen. Ook gezonde leiders kunnen narcistische trekken vertonen. Degenen die zich als herders van de kudde opstellen, gedragen zich dan steeds meer als bodyguards van het systeem. Groepsleden worden gereduceerd tot klapvee en marionetten. Wat dat voor hen aan emotionele, psychische of fysiek schadelijke gevolgen heeft, raakt volledig buiten beeld. Het doel heiligt de middelen. De persoonlijke schade voor de slachtoffers is enorm. In plaats van een lijst met schadelijke groepen samen te stellen, die voldoen aan specifieke criteria voor sekten, is de vraag welke gedragingen in iedere religieuze groep sektarisch (geworden) zijn, veel relevanter. Niet: wat gelóóft de groep, maar: wat dóét de groep? Ook slechts enkele sektarische aspecten kunnen disfunctioneel of schadelijk zijn, of ze kunnen verergeren als niemand die herkent of aanpakt. Hoe meer van deze specifieke gedragingen voorkomen, des te sektarischer de groep. De schade die het veroorzaakt, groeit mee.

Aantrekkingskracht

Iedereen kent die momenten dat je even op die achterbank wil kruipen en je geborgen wilt weten. Deel van de aantrekkingskracht van de (religieuze) groep is dat het de plek lijkt te zijn waar je bij kunt komen van de stress van het leven, of een veilige plek waar je op kunt laden. De groep bevredigt de menselijke behoefte aan vertrouwen en veiligheid. Daarbij krijgen mensen in een sektarische groep een instant sociaal netwerk cadeau en vaak ook een instant succesidentiteit. Deze behoefte het stuur (even) uit handen te geven, is waar het mis gaat in een sektarische groep. Er ontstaat dan een drang om zoveel mogelijk zoekende mensen te werven, om zo de eigen macht te vergroten. Ook als middel tot zelfbevestiging is ieder nieuw geworven lid een teken van succes voor de zittende leden: zij zijn blijkbaar niet de enigen die voor deze groep zijn gevallen. Een nieuwkomer krijgt in een dwingende groep, nog voordat hij lid is of grote verplichtingen is aangegaan, van groepsleider(s) en leden te horen dat iedereen vrij is erin en eruit te lopen. Geen vuiltje aan de lucht? Deze geruststelling wordt meestal geloofd, omdat er (nog) geen zichtbare reden voor wantrouwen bestaat. De illusie dat we altijd zelf de controle hebben over onze vrije wil heeft hier zeker invloed op. Het sekteaanbod is ook in Nederland groter dan velen weten en kent vele gezichten. Mede door internet is de invloed van deze groepen in korte tijd sterk gegroeid. Zelden zijn ze herkenbaar van buitenaf. Dikwijls is de entree geplaveid met gratis cursussen en seminars met grote beloften. Er is weinig mysterieus aan: het is net zo simpel als de verleidings- en overhaaltactieken die geliefden of adverteerders (kunnen) gebruiken, met dit verschil dat de schadelijke effecten die eruit voortvloeien vele malen krachtiger kunnen zijn.

Manipulatie

Net als bij ‘grooming’, het proces waarbij een dader tracht een minderjarig kind tot seksueel contact te verleiden, zal een dwingende groep trachten het slachtoffer te laten geloven dat alles zijn eigen keus is en dat iedere stap automatisch en vanzelfsprekend leidt tot een volgende stap. Dat het slachtoffer verplicht is zich over te geven. De daders hebben immers al zoveel gratis voor hem gedaan.Slachtoffers die zich bij ons melden, vertellen over seksueel en geestelijk misbruik, financiële uitbuiting, eenzame opsluiting, verlies van relaties (zelfs met de eigen kinderen) en eindeloze onbetaalde inzet voor de ‘goede’ zaak. Misschien het meest schrijnend: ze hebben er zelf ‘toestemming’ voor gegeven.

Kwetsbaar

Welke mensen zijn kwetsbaar? Wij allemaal. Mensen die zich aansluiten bij groepen die later dwingend en schadelijk blijken, zijn niet anders dan anderen. De groep maakt misbruik van menselijke kwetsbaarheden en overgangsfases die in ieders leven voorkomen, zoals tijdens periodes van ziekte, rouw, verhuizing, verlies of verandering van baan, beëindiging van relatie, adolescentieperiode. We zouden bijna uit het oog verliezen dat er ook gezonde en fijne religieuze groepen bestaan. Groepen die mensen inspireren en hun grenzen en achtergronden respecteren. Maar hóé weet je of en wanneer binnen een groep de grens van ‘inspireren’ overgaat in ‘intimideren’? Wanneer wordt de groep of een leider dwingend?

Hulpverlening

Wat kan een hulpverlener doen die een slachtoffer van schadelijke, dwingende, religieuze groepsculturen als cliënt heeft? Het moge inmiddels duidelijk zijn dat inzicht in de werkwijze en de schadelijke effecten van dit soort groepen noodzakelijk is. Dat wil zeggen dat de hulpverlener zich dient in te lezen. Onvoorwaardelijke acceptatie en empathie voor de cliënt zijn daarnaast essentieel. Het is goed te weten dat de betrokkene na (vrijwillig of onvrijwillig) vertrek uit de dwingende groep vaak kampt met twijfel en verwarring. Vanaf het moment dat de cliënt bereid is zijn ervaringen te delen − dit kan variëren van direct na vertrek tot veertig jaar later en alles daartussen − is het belangrijk dat de coach/counsellor veel empathie en begrip toont voor de boosheid, verwarring, schaamte en/of aangeleerde hulpeloosheid. Veiligheid staat op de eerste plaats. Ná veiligheid komt ruimte scheppen voor de tussenstap. Die tijd is nodig om (weer) te kunnen exploreren en een heldere, gebalanceerde kijk te krijgen op de eigen en andermans verantwoordelijkheid. Grenzen moeten opnieuw gedefinieerd worden. Het verantwoordelijkheidsgevoel is vervormd. In een dwingende groepscultuur werd het groepslid wél verantwoordelijk gehouden voor iets waar hij het niet voor was en níét verantwoordelijk voor waar hij het wel voor moest zijn. Bijvoorbeeld: persoonlijke keuzes als hoe je te kleden, wat te eten, hoe lang te slapen, waar te wonen, welke medicijnen wel of niet te nemen, hoe de kinderen op te voeden, enzovoorts, vielen tot in de kleinste details onder controle van de groep(sleiding). Aan de andere kant praat de groep verantwoordelijkheden aan voor buitenissige zaken, zoals de balans in het universum, Gods wraak, wereldvrede, leven of dood, de eenheid binnen de groep, en leden worden hiervoor ter verantwoording geroepen. Na vertrek is het gebrek aan vertrouwen in het eigen vermogen goede keuzes te maken en een helder zelfbeeld te ontwikkelen vaak groot. In het gunstige geval krijgt, of neemt, iemand de ruimte de vragen ‘Wat is van de sekte?’ en ‘Wat is van mij?’ uit te zoeken. Maar in de praktijk zitten schaamte en schuldgevoelens deze vragen vaak in de weg. Zelfverwijt en zelfbestraffing worden in een dwingende groep versterkt, terwijl deze gedragingen na vertrek nog steeds aanwezig zijn. Tijdens dat proces van ontwarren kan de coach/counsellor veel betekenen. Alle goede bedoelingen ten spijt kan de coach echter te vroeg en te sterk gaan hameren op het nemen van eigen verantwoordelijkheid, nog vóórdat de cliënt daar zelf een meer uitgebalanceerde kijk op heeft. Dat werkt contraproductief. Het versterkt het zelfverwijt en duwt de betrokkene juist in een slachtofferrol. Draag daarnaast als coach niet bij aan het schaamtegevoel door de rol van de groep te bagatelliseren en het eigen aandeel van de cliënt te veel te benadrukken.

Blunders

Hierna geven we enkele leerzame blunders van hulpverleners weer, reacties op het persoonlijke verhaal van cliënten.

  • “Ik had je toch intelligenter ingeschat.”
  • “Het wordt tijd dat je uit die slachtofferpositie komt en je eigen verantwoordelijkheid leert op te pakken. Laten we eerlijk zijn, je had er toch zelf voor gekozen?”
  • “De deur was toch niet dicht? Je had toch weg kunnen gaan?”
  • “Zie onder ogen dat alleen jij verantwoordelijk was. Pas dan kun je verder met je leven.”

In haar boek Take Back Your Life zet Shelly Rosen uiteen waarom het niet goed is om de persoonlijke verantwoordelijkheid overdreven veel nadruk te geven. Rosen: “Traditiegetrouw zijn therapeuten gericht op het individu, hoe hij de wereld bekijkt, en hoe zij reageert. De focus ligt bij individuele copingvaardigheden. Voor een therapeut die werkt met voormalige sekteleden, is het belangrijk dat zij hen helpen hun kracht te vinden. Maar het is net zo belangrijk hen te helpen omgaan met de grenzen van hun kracht. Therapeuten zouden voorzichtig moeten zijn met zich te veel te focussen op het begrip individuele verantwoordelijkheid; ze zouden er beter aan doen mensen te helpen zichzelf te begrijpen in relatie tot anderen”. Vaak komen mensen er zelf mee en vragen ze: “Is dit wel normaal?“ Maar ook als de cliënt het zelf (nog) niet doorheeft, kan de coach/counsellor aan bepaalde signalen zien of hij te maken heeft met iemand die in een dwingende groep zit of heeft gezeten. In de coachingsessies zien we dan het volgende bij de cliënt:

  • Heeft een sterke ‘predikingsdrang’, niet aflatende pogingen de ander over te halen het eens te worden met de groepsvisie op wat waar/niet waar is, en wanneer de ander er niet voor openstaat wordt deze gewantrouwd of verdoemd.
  • Lijkt gevangen in de magische denkwereld van de groepsleider(s). Beschouwt overtuigingen/ aannames van de groep als heilig.
  • Oogt sterk en zelfverzekerd zolang hij in de groepsmodus zit, spuit veel propagandamateriaal, praat veel in quotes.
  • Is moeilijk in staat persoonlijke keuzes te maken (‘Ik wil wat de groep wil’) en is bang voor confrontaties. Kan moeilijk omgaan met onbekende situaties. Vertoont verwarring en aangeleerde hulpeloosheid in situaties waarin hij op zichzelf is aangewezen.
  • Duldt geen kritiek op de groep(sleider) of overtuigingen, doorziet drogredeneringen niet/moeilijk, is perfectionistisch, overgevoelig over eigen fouten en sterk idealistisch.
  • Onderhoudt weinig of geen persoonlijke contacten (meer) buiten de groep en vertoont een sterk wantrouwen jegens personen of instanties buiten de groep.
  • Heeft (veel) irrationele angsten, extreme schuldgevoelens, extreme loyaliteit ten opzichte van de groepsleider(s) en -leden en groepsovertuigingen, tot het punt van totale zelfopoffering.
  • Vertoont dissociatieverschijnselen wanneer de druk of weerstand als te groot wordt ervaren.
  • Is sterk geneigd verantwoording af te leggen en/of toestemming te vragen.

Tot slot. Onderschat vooral niet de effecten van de (onuitgesproken) houding en (onuitge-sproken) vooroordelen van de coach/counsellor. De client is hier doorgaans extreem gevoelig voor en laat zich niet ‘misleiden’ door een opgelegde, professionele houding. Een echt onbevooroordeelde houding is niet te faken! Wanneer je merkt dat je bevooroordeeld bent en/of meer inzicht nodig hebt om je cliënt goed te begeleiden, zoek dan wegen om hieraan te werken. Aanvullend op je inlezen zou je een training of workshop kunnen volgen. Soms is het verstandig de cliënt door te verwijzen naar een collega die expertise heeft met mensen in een dwingende religieuze groep.

Meer weten?
Op het congres Radicalisering en terrorisme leert u hoe u misstanden veroorzaakt door (religieuze) radicaliserende groeperingen voorkomt.

Op de cursus Bestuurlijke aanpak van radicalisering en terrorisme leert u hoe u dwingende groepsculturen herkent en opvang en hulpverlening biedt aan uittreders van dwingende groepen.

Op de opleiding ketenregisseur risicojeugd leert u hoe u komt tot een integrale persoonsgerichte aanpak van risicojongeren.

 

Over Frank van Summeren

Congres- en opleidingsmanager veiligheid bij het Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid.

Bekijk ook

Nieuw Wetboek van Strafvordering treedt 1 april 2029 in werking

Het Ministerie van Justitie en Veiligheid heeft samen met de partners in de strafrechtketen 1 …

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *