Auteur: Karen van Kooten, leerkracht, orthopedagoog en trainer
“Wie weet nog wat we in de les van gisteren behandeld hebben?”. Een paar leerlingen steken hun vinger op, de rest van de leerlingen reageert niet. Weten deze leerlingen het antwoord niet of zijn ze in gedachten niet bij de les?
Een belangrijk kenmerk van een goede instructie is dat alle leerlingen betrokken en actief zijn. Als leerkracht kan je veel doen om ervoor te zorgen dat al je leerlingen meedenken en meedoen. Het ophalen van voorkennis, zoals in het voorbeeld, is een manier om de hersenen van leerlingen op “aan” te zetten. Veel leerkrachten doen dit door het stellen van vragen aan de groep.
Uit onderzoek blijkt dat niet alle leerlingen in de groep een even grote kans hebben om een beurt te krijgen. Vooral de goede leerlingen krijgen vaker een beurt, de leerkracht weet dat hun antwoord waarschijnlijk goed is en dat houdt de vaart in de les. Leerlingen kunnen hun kans op een beurt goed inschatten. Als leerlingen weten dat ze geen beurt krijgen als ze hun vinger niet hebben opgestoken dan is er een grote kans dat zij stoppen met nadenken over de vraag. Het doel van het stellen van vragen door de leerkracht, namelijk het betrekken en activeren van de leerlingen, gaat aan hen voorbij.
Uit divers onderzoek blijkt dat leerkrachten gemiddeld minder dan een seconde op een antwoord wachten. Dat kan verklaren waarom sommige leerlingen hun vinger niet opsteken. De vraag was nog niet tot deze leerlingen doorgedrongen, laat staan dat ze een antwoord hebben kunnen bedenken. De reden voor de korte wachttijd van leerkrachten kan zijn dat stiltes in de les niet wenselijk gevonden worden. Iedere stilte vertraagt de les en dan verslap de aandacht. In de training Omgaan met verschillen in de klas kijken we naar het stellen van vragen en het geven van beurten, iets dat je iedere dag doet en dat snel en makkelijk anders kan!