Lange rijen tafels, witte papiertjes en een aantal surveillanten; een lokaal zoals er zovelen bestaan tijdens een toetsweek. De ene student loopt na een weekje studeren opgetogen naar een tafeltje, de andere is bewapend met blikjes energydrank om wakker te blijven.
Niet verwonderend als je de vier verschillende leerstijlen van de Nederlander Jan Vermunt, erop naslaat. De hoogleraar ‘Didactiek van het doceren en het opleiden van docenten’ beschrijft hoe divers leerlingen de stof tot zich kunnen nemen:
- Betekenisgerichte leerstijl: studenten zoeken naar verbanden in de studiestof, proberen zelf structuur aan te brengen en staan kritisch tegenover de te bestuderen stof. Ze zien studeren als het opbouwen van kennis en inzichten en studeren uit persoonlijke interesse.
- Toepassingsgerichte leerstijl: studenten proberen datgene wat ze leren in de praktijk toe te passen. Ze zien studeren dan ook als het leren gebruiken van de kennis die men verwerft en zijn bij het studeren gericht op hun toekomstige beroep.
- Ongerichte leerstijl: studenten vinden het moeilijk om hun eigen leerproces te sturen, maar hebben ook nauwelijks houvast aan de aanwijzingen in de studiestof of van docenten. Ze vinden dat het onderwijs stimulerend hoort te zijn en werken graag samen met medestudenten. Verder staan ze onzeker tegenover hun studie: ze twijfelen of ze goed genoeg zijn om de studie af te maken of ze vragen zich af of ze wel de goede studie hebben gekozen.
- Reproductiegerichte leerstijl: studenten leren de studiestof vaak uit hun hoofd, herhalen de stof veelvuldig en gaan gedetailleerd te werk. Ze zijn gericht op het behalen van certificaten.
Toetsen spelen vooral in op de repoductiegerichte student. Maar hoe zit het eigenlijk met al die anderen die volgens een hele andere methode de stof tot zich nemen? Zijn zij daarom minder slim? Of moeten zij zich maar gewoon leren aanpassen aan de traditonele toetsingsvorm?
Een goede reden om, ook in het professionele onderwijs, uitgebreid te blijven experimenteren met praktische opdrachten en andere alternatieve toetsingsvormen zodat ook deze leerlingen hun einddoel halen.