Daders van zware misdrijven komen voortaan niet meer vanzelfsprekend na tweederde van hun gevangenisstraf vrij. De voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i.) gaat bovendien maximaal twee jaar voor het einde van de straf in. Het Openbaar Ministerie zal daarbij per geval de afweging maken of een gedetineerde voorwaardelijk vrij kan komen. Dit gebeurt op basis van het gedrag van de gedetineerde, slachtofferbelangen en het gevaar voor de maatschappij. Dat staat in het wetsvoorstel straffen en beschermen dat Minister Dekker voor rechtsbescherming vandaag naar de Tweede Kamer stuurt.
“Het is voor de samenleving, en voor slachtoffers in het bijzonder, onverteerbaar dat daders vrijwel altijd maar tweederde van de opgelegde straf achter de tralies zitten. Daar komt bij dat de zwaarst gestraften op die manier de langste periodes voorwaardelijk vrij zijn. Dit doet onvoldoende recht aan de straf die ze opgelegd hebben gekregen” licht Dekker toe.
Niet alleen tegen het einde van de gevangenisstraf gaat er iets veranderen, ook de invulling van de straf gaat op de schop. Meer dan nu het geval is gaat vanaf het eerste moment gedrag en de mate waarin gedetineerden zich inzetten om hun leven weer op de rit te krijgen, een rol spelen. Daardoor neemt de kans op herhaling van crimineel gedrag af.
Werken aan terugkeer
Om herhaling van crimineel gedrag te voorkomen, gaan gedetineerden al tijdens detentie actief aan de slag met een zogeheten Detentie- en Re-integratieplan. De reclassering wordt betrokken bij het opstellen en het uitvoeren van dit plan. Daarin wordt aandacht besteed aan de beperkingen, maar ook aan de mogelijkheden van een gedetineerde. Gedragsverandering wordt gestimuleerd door tijdens de straf inzet te belonen en negatief gedrag te bestraffen. Verlof wordt minder vanzelfsprekend en vrijblijvend. Gedetineerden die zich goed gedragen komen in aanmerking voor verlof, dat ook steeds een concreet re-integratiedoel moet dienen. Bijvoorbeeld het werken aan één of meerdere basisvoorwaarden voor een succesvolle terugkeer in de samenleving, zoals grip op schulden of zicht op werk.
Dekker: “Ik vind het belangrijk dat gedetineerden het heft in eigen hand nemen. Buiten de gevangenismuren, maar eerst daarbinnen. Het is aan de gedetineerde om de kansen die worden geboden te grijpen. Doen ze dat niet en is het onveilig als ze buiten de gevangenis zijn, dan heeft het OM de mogelijkheid te bepalen dat de gedetineerde nog niet vrijkomt. Op deze manier werken we aan een veilig Nederland.”
Naast grip op schulden, werken gedetineerden ook aan de andere vier basisvoorwaarden: legitimatiebewijs, onderdak, werk en zorg. Onderzoek wijst namelijk uit dat ex-gedetineerden die deze vijf basisvoorwaarden op orde hebben, minder vaak de fout in gaan na hun straf.
Meer weten?
Tijdens het congres Ketensamenwerking (ex-)gedetineerden wisselen experts werkzaam bij de overheid, wetenschap en het bedrijfsleven kennis en ervaring uit over ketensamenwerkingsverbanden en praktijkcases in het land.
Tijdens de opleiding coördinator nazorg ex-gedetineerden leer je hoe je komt tot een sluitende aanpak van ex-gedetineerden in jouw gemeente.