Bij de komst van de Nationale Politie in 2013 werd vanuit gemeenten duidelijk te verstaan gegeven dat dit tevens de komst van een nieuwe gemeentepolitie zou kunnen gaan betekenen. Op het werk van de politie kon de burgemeester immers minder tot geen directe invloed uitoefenen, anders dan bij echte openbare orde vraagstukken. En dan nog betekende dat vaak het ‘samen’-werken vanuit de zogenaamde driehoek.
Richard B. Franken is directeur van Franken Security Solutions en hoofddocent van de opleiding security management.
De inzet van buitengewone opsporingsambtenaren (boa’s) was tot 2013 slechts beperkt tot die vanuit een enkele bijzondere wet of gericht op eenvoudige aangelegenheden, zoals de controle op achterlaten van hondenpoep en foutparkeren. Hoe ziet de situatie er eind 2020 uit?
Toezicht- en handhavingslandschap vanuit perspectief Nationale Politie
Laat ik om te beginnen het toezicht- en handhavingslandschap schetsen vanuit het perspectief van de Nationale Politie. Binnen de politieorganisatie van ons land lijkt de geschiedenis zich op multi level – taken versus personeelssterkte – te herhalen. Na de Tweede Wereldoorlog was er een groeiende behoefte aan politiepersoneel (in algemene zin) ontstaan. In meerdere tranches is toen getracht, helaas iedere keer vanuit een reactief beleid, aan de actuele behoefte te voldoen. En uiteraard was er ook steeds weer sprake van een zogenaamd nieuw groepsgewijs verloop. Helaas sloot de gekozen strategie niet aan bij de actuele situatie (behoeften e.d.) van de arbeidsmarkt op dat moment. Iedere nieuwjaarstoespraak van de lokale- en centrale korpsleiding ging over de behoefte aan geld voor nieuw personeel, maar men sprak niet over creatieve maatwerkoplossingen. Bijvoorbeeld over manieren om dat nieuwe potentieel te bereiken, te werven en vooral te behouden. Mensen, middelen, toekomstperspectief en de juiste plaats qua inzet in de samenleving tegen een passende beloning, waren enkele ‘knoppen waaraan gedraaid moest worden’. Gekoppeld aan de keuze voor een inzet gericht op een meer integrale benadering van dit vraagstuk. Kortom, met inzet van anderen. Uiteraard zijn er ook positieve ontwikkelingen te noemen, waarbij ik denk aan de opzet van het High Tech Crime Team door werving van de daarbij horende specialisten. Maar toch, dat is slechts een druppel op de gloeiende plaat ten opzichte van het tekort.
Op dit moment heeft de politie te kampen met een gigantisch te kort aan personeel. Volgens Marijke van den Broek (directeur HRM bij de Politie) in een interview in Analyse Nederland van augustus 2019, stromen er de komende jaren 17.000 dienders uit, die allemaal vervangen moeten worden. En dat los van een eventuele uitbreiding c.q. groei van de organisatie. Een enorme uitdaging.
De crimineel wacht niet
Maar de wereld om ons heen wacht helaas niet tot dit probleem is opgelost. En dus ook de crimineel niet. Denk maar eens aan actuele voorbeelden uit de praktijk van nu, zoals de sterke groei van de ondermijnende criminaliteit en het ontstaan van een ‘narco-samenleving’ in ons land. Of een pandemie zoals we die nu meemaken, die vraagt om extra toezicht en handhaving. In sommige wijken – en ook de wijken die dat echt nodig hebben – is al tijden geen sprake meer van enig structureel toezicht vanuit de politie. Terwijl juist dat dicht op de burger kruipen waardevolle kennis vanuit de haarvaten van onze samenleving op kan leveren, zowel voor preventie- als repressiedoeleinden.
Nieuwe oplossingen
En dan ontstaan vanzelf nieuwe oplossingen. Waar de politie in de achterliggende vijftig jaar al werkterrein verloren had – denk aan toezicht op industrieterreinen, aanpak bedrijfsinterne fraude, vormen van verkeerstoezicht, en oplossingen voor en onderzoek naar cybercriminaliteit – dienen er zich nu opnieuw werkgebieden aan die door anderen zullen worden ingevuld. En dit berust grotendeels niet op vrije keuzes, maar is ontstaan onder de eerdergenoemde druk van personeelstekorten. Maar laat de aanleiding voor wat hij is. De nu gemaakte keuzes hoeven in het geheel niet verkeerd te zijn. En hoeven ook praktisch bezien, vanuit efficiency en effectiviteit bekeken, niet verkeerd uit te pakken.
Immers, het instituut boa bestond al sinds 1994 toen er een uniforme regeling voor buitengewoon opsporingsambtenaren werd opgenomen in het Wetboek van Strafvordering. Boa’s mogen naast de bevoegdheid om verdachten aan te houden zoals iedere burger die heeft, voor specifieke toezichthoudende taken iemands identiteit controleren, proces-verbaal opmaken en boetes uitschrijven. En inmiddels voor een veelvoud van domeinen: voor werkzaamheden in de Openbare Ruimte, ten behoeve van het Milieu, in het Onderwijs , in het Openbaar Vervoer, ten behoeve van controles op Werk, Inkomen en Zorg en meer generieke opsporing. Elk domein heeft zijn eigen opsporingseisen. En er komen meer domeinen bij de komende jaren. Zo wordt momenteel nagedacht over de inzet van de zogenaamde Jeugd-boa, ter preventie van het ontsporen van jeugdigen en voor het houden van toezicht op jeugdgroepen.
Onderdeel van maatwerk integrale veiligheidszorg
Allemaal serieuze taken voor ontwikkelingen in onze samenleving die niet zonder overheidstoezicht kunnen. Een welkome ontwikkeling wat mij betreft. Voor een veiliger(e) samenleving voor iedereen. Beter een andere kleur blauw in de wijk voor onze veiligheid en voor de vroegtijdige signalering van normvervaging, dan helemaal geen blauw. Ofwel, beter een boa als wijkagent dan helemaal géén toezicht.
Inmiddels heb ik in de afgelopen jaren vele boa’s mogen zien en spreken en mijn indruk is meer dan positief. Ze zijn gemotiveerd voor hun serieuze taak en niet meer of minder sociaal vaardiger dan de gemiddelde politiesurveillant. Vaak werkend onder zware omstandigheden, vooral nu ten tijde van de coronapandemie. De boa’s zouden een toekomstbestendige aanvulling van inzet in het veiligheidsdomein kunnen zijn en blijven. Een onderdeel van maatwerk integrale veiligheidszorg. En wellicht ontstaan er zo ook nog wel horizontale en verticale ‘veiligheidsdomein-brede’ carrièrepaden. Met instroom in en vanuit alle beroepsgroepen. Een oplossing voor het personeelstekort voor de gehele sector. Mooi toch?!
Voor een bestendige veilige samenleving
Wel signaleer ik nog enkele, niet geheel onbelangrijke aspecten aan deze invulling van toezicht en handhavingstaken gekoppeld. Zoals het goed regelen van ‘het geweldsmonopolie van de staat’, de controle op noodzakelijke kennis en kunde, een gedegen klachtenprocedure bij excessen, en in zijn algemeenheid het regelen van het goede toezicht op de toezichthouder. En vanuit de boa zelf gezien hoop ik dat goede arbeidsvoorwaarden, kwaliteit van onderwijs en adequate begeleiding gelijke tred blijven houden. Voor een bestendige veilige samenleving.
Meer weten?
- Tijdens de cursus Wet- en regelgeving in Openbare Orde en Veiligheid leer je van experts wat de (nieuwe) wetten op openbare orde en veiligheid betekenen voor jouw uitvoeringspraktijk.
- Tijdens de opleiding Beleidsmedewerker Openbare Orde en Veiligheid leer je een lokaal integraal veiligheidsbeleid opstellen voor jouw gemeente.
- Tijdens de opleiding Integriteitscoordinator in het publieke domein leer je hoe jouw organisatie voldoet aan de wettelijke en basisnormen integriteit waaraan alle overheidsinstanties zich moeten houden.
- Tijdens de cursus Waarheidsvinding leer je de goede vragen stellen en de juiste antwoorden krijgen.
- Tijdens de opleiding bibob coördinator leer je hoe je de wet Bibob toepast in jouw gemeente.
- Tijdens de jaaropleiding Integrale aanpak van ondermijning leer je hoe je verantwoording aflegt over de aanpak van ondermijning in jouw regio.
- Tijdens de cursus Bestuurlijke aanpak van ondermijning leer je hoe je voorkomt dat criminele organisaties zich vestigen in jouw gemeente.
- Tijdens de opleiding Inzicht in de Criminologie leer je wat de verschijningsvormen, oorzaken en gevolgen zijn van criminaliteit en hoe je deze waar mogelijk voorkomt en waar nodig aanpakt.
- Tijdens de opleiding Wijk- en gebiedsmanager wordt aan de hand van zowel theorie als praktijkvoorbeelden uiteengezet hoe een strategie die zich richt op gedragsverandering richting verduurzaming niet los gezien kan worden van een participatiestrategie gericht op de wijk.