Stel u loopt op een herfstdag in oktober naar de trein. Het stormt en regent. Daarom ging u van huis met een paraplu. Eenmaal in de trein voelt u dat uw broek en sokken doorweekt zijn. Daarom concludeert u dat de volgende keer meer maatregelen nodig zijn als het buiten guur is. Logisch ook, denkt u nog.
Complex vraagstuk
Bij radicalisering en terrorisme werkt dat net zo. Natuurlijk is dit vele malen complexer dan een regenachtige herfstdag. Evengoed is een brede set aan maatregelen nodig om dit complexe vraagstuk aan te pakken, zowel preventief als repressief. Vanuit sociaal perspectief en vanuit veiligheidsperspectief. Tezamen verlaagt dit de kans op en de impact van terroristische aanslagen. Het belang van deze benadering werd onlangs onderschreven in de evaluatie van de nationale contraterrorisme-strategie 2011-2015 dat werd uitgevoerd in opdracht van het WODC.
Doelgerichtheid interventies
Vooralsnog zijn niet alle interventies die vallen onder de brede benadering bij herhaling succesvol getoetst op hun doelgerichtheid. Daarom is het belangrijk academische kennis en praktijkervaring samen te brengen. Op 31 mei en 1 juni 2016 deden we dit op het congres Radicalisering en Terrorisme op de campus van The Hague Security Delta, waar vooraanstaande experts werkzaam bij de overheid, kennisinstellingen en het bedrijfsleven uit binnen- en buitenland samenkwamen om kennis en ervaringen uit te wisselen over de aanpak van radicalisering en terrorisme om zodoende van elkaar te leren. In dit artikel geven we u verslag van het congres en gaan we in op de voornaamste boodschappen.
Radicalisering en terrorisme vanuit internationaal perspectief beschouwd
Het congres werd geopend door Joris den Bruinen, plaatsvervangend directeur van The Hague Security Delta. Hij riep beleid en uitvoering op om nadrukkelijk samen te werken aan dit vraagstuk op lokaal, nationaal en internationaal niveau. Daarbij verzocht hij de aanwezigen het thema te benaderen vanuit het perspectief van de ander om zodoende van elkaar te kunnen leren. Rob de Wijk, hoogleraar Internationale betrekkingen aan de Universiteit Leiden en directeur van The Hague Centre for Strategic Studies, vervolgde met een internationale beschouwing. Met name de diverse voedingsbodems en hun onderlinge verbondenheid kregen aandacht; het Midden Oosten met haar olierijke gronden, het gevaar van fragiele staten en de wijze waarop ecologische fenomenen doorwerken in zwakke economieën met groeiende bevolking. Tot slot stond Rob de Wijk stil bij de doelselectie van terroristen; zij richten zich bij voorkeur op tactische zwakke doelen met strategisch betekenis.
Individualisten versus collectivisten
Dit perspectief werd opgevolgd door de psychologische benadering. Carl Steinmetz, psycholoog en victimoloog, zette daarbij de individualistische aanpak af tegen de collectivistische. Voor het terugdringen van radicalisering riep hij op om de sociale structuren in te zetten rond personen die afglijden richting terrorisme Hij deed een expliciete oproep om vredesbesprekingen te introduceren tussen de Individualisten en de collectivisten.
Wicked problem
Edwin Bakker, hoogleraar terrorisme en contraterrorisme aan de Universiteit Leiden en directeur van het Institute of Security and Global Affairs, stond nadien stil bij de feitelijke betekenis van terrorisme en duidde dit als een wicked problem; een bestuurskundige term voor maatschappelijk relevante en tegelijkertijd complexe problemen. De complexiteit schuilt onder andere in onduidelijkheid over relevante normen, politieke twisten en onvoldoende kennis over succesvolle interventies. Ook stond hij stil bij de omvang en perceptie van de problematiek. Edwin Bakker sloot zijn betoog af met een oproep de brede benadering te blijven volgen en de weerbaarheid te vergroten.
Onderlinge samenwerking
De inspanningen van de Nationale Politie werden toegelicht door Nicole Bogers, landelijk programmadirecteur Contra- terrorisme, Extremisme en Radicalisering bij de politie. Zij riep daarbij op om de focus niet te vernauwen tot jihadisme alleen. Ook benadrukte zij het belang van de relatie in de onderlinge samenwerking omdat dit de meeste informatie oplevert. Radicale (religieuze) netwerken zijn het beste aan te pakken door samen te werken in netwerken.
Vanuit het perspectief van de terrorist
De eerste dag werd indrukwekkend afgesloten. Ex lid van een Iraanse terroristische organisatie Massoud Djabani deelde zijn persoonlijke levensverhaal. Hoe hij verwerd tot een terrorist en uiteindelijk tot inkeer kwam. Op basis van zijn persoonlijke ervaring adviseerde hij de toehoorders over de aanpak van radicalisering en pleitte voor meer aandacht voor het verhogen van weerbaarheid van jongeren en ze ‘in te enten’ tegen radicalisering.
Dempen, zonder te laten verdampen
De tweede dag van het congres werd geopend door Fokko Oldenhuis, hoogleraar Recht en Religie aan de Rijksuniversiteit Groningen en plaatsvervangend raadsheer bij het Gerechtshof Arnhem. Hij sprak over de ruimte voor religie en vrijheid van meningsuiting binnen de Nederlandse kaders van de wet. Zijn betoog komt neer op de vraag: hoe kunnen we dempen, zonder te laten verdampen? Fokko Oldenhuis bepleit dat religie niet naar de marge hoeft, maar dat je soms moet dempen. Dit geldt voor alle religies, zowel de radicale Islam als voor bijvoorbeeld het orthodoxe christendom.
Terrorismebestrijding in binnen en buitenland
Maurits ter Kuile, plaatsvervangend hoofd van de afdeling terrorismebestrijding en nationale veiligheid bij de directie veiligheidsbeleid van het ministerie van Buitenlandse Zaken stond nadien stil bij de visie op en rol van het ministerie bij een terroristische dreiging. Deze dreiging komt volgens het ministerie met name uit het buitenland. Op het gebied van radicalisering en terrorisme heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken drie rollen: het onderhouden van multilaterale (EU, VN, OVSE, NAVO) en bilaterale contacten over de aanpak van radicalisering en terrorisme, het opstellen en publiceren van de nationale terrorismelijst in samenwerking met andere ministeries en het verlenen van consulaire bijstand aan Nederlandse slachtoffers van terroristische aanslagen in het buitenland.
(Juridische) dillema’s bij de bestrijding van radicalisering en terrorisme
De volgende spreker keerde opnieuw terug naar het recht. Andre Seebregts heeft als strafrechtadvocaat meerdere verdachten van terrorisme bijgestaan en betoogt dat het strafrecht in het dossier terrorisme steeds vaker wordt ingezet als optimum remedium, in plaats van ultimum remedium. Het OM laat zich volgens hem leiden door veiligheids- en risico denken. Het OM beschouwt het afreizen naar Syrië als strafbaar, omdat uitreizigers zich volgens het OM per definitie schuldig maken aan het ondersteunen van een terroristische organisatie. Terugkeerders, maar ook tegengehouden uitreizigers worden daarom bij voorbaat opgepakt en op de terroristenafdeling geplaatst. Heiligt het doel, het bestrijden van terrorisme, alle middelen vraagt André Seebregts zich af.
Beter omgaan met de publieke reacties op radicalisering en terrorisme
Een vernieuwend perspectief bracht Marnix Eysink Smeets, lector Publiek Vertrouwen in Veiligheid bij de Hogeschool Inholland en voorzitter van de Landelijke Expertisegroep Veiligheidspercepties, vervolgens aan het licht. Er is veel aandacht voor het voorkomen van een aanslag, maar weinig aandacht voor het voorkomen van maatschappelijke ontwrichting na een aanslag. Marnix Eysink Smeets pleit ervoor om te kijken naar wat in elke impactfase nodig is en hoe we ons daarop kunnen voorbereiden. Uitgangspunt daarbij is dat de perceptie van de ernst van een aanslag lager moet worden gehouden dan de perceptie van de mogelijkheid om de aanslag het hoofd te bieden. Bij recente aanslagen wordt juist de ernst van de aanslagen vergroot en de perceptie van de mogelijkheden om de aanslag het hoofd te bieden verlaagd.
Vroegtijdig signaleren van radicalisering en terrorisme
Tot slot sprak Ran Cohen, oprichter van SDR Academy Nederland en ISCA de internationale academie voor veiligheid en bestrijding van terrorisme, over de rol die burgers kunnen vervullen in het detecteren van afwijkend gedrag. Ran Cohen stelt dat proactieve preventie een cruciaal onderdeel is in het voorkomen van terrorisme. En daarin is de hulp van burgers nodig als het gaat om detectie van afwijkend gedrag van personen. Om terroristische aanslagen te voorkomen draait alles om vroegtijdige signalering en rapportering op basis van afwijkend gedrag ofwel behavioral profiling.
Lessen uit de praktijk
Op het congres kwamen enkele boodschappen bij herhaling terug. Boodschappen die zowel geuit werden door meerdere sprekers en de toehoorders. Hieronder zijn deze boodschappen voor u op een rij gezet.
Sociale preventie naast juridische repressie
Nederland bedient zich van de brede aanpak. Dit betekent dat de maatregelen zowel repressief als preventief zijn. Dus opsporen van verdachten én in gesprek zijn met risicojongeren. Of bevriezen van tegoeden van schuldigen én afpakken van het paspoort van potentiele uitreizigers. Meerdere wetenschappelijk onderzoeken onderschrijven de meerwaarde van deze aanpak.
De brede oproep op het congres luidde evengoed dat de sociaal preventieve kant bij radicalisering meer aandacht verdient. Zonder direct te oordelen over de denkbeelden, in het gesprek eerst op zoek gaan naar de achterliggende argumentatie. En via deze ‘softe’ benadering in contact blijven met hen die in de handen (dreigen te) vallen van verkeerde radicale (religieuze) netwerken.
Brede focus
In de media, door overheden en bedrijven en in de maatschappelijk discussie wordt vandaag de dag veelal gesproken over jihadistisch terrorisme (over de term jihad dadelijk meer). Veel capaciteit van de verantwoordelijke overheden wordt ook hierop gericht. Dit leidt er toe dat buiten democratische fenomenen vanuit andere religies en linkse en rechtse ideologieën gemist worden. Meerdere sprekers en vele toehoorders uitte hierover hun zorg.
Effectiviteit van maatregelen
Meerdere vragen van toehoorders maakten duidelijk dat de praktijk bedenkingen ervaart bij diverse maatregelen. Een van de sprekers nam het publiek daarbij mee in zijn ervaringen met de Terroristen Afdeling; het speciale gevangenis regime voor hen die schuldig zijn aan of verdacht worden van terroristische delicten. Het feitenrelaas riep een beeld op dat deze maatregel, bezien vanuit het perspectief van deradicalisering, op effectiviteit onderzocht moet worden. Door ervaringsdeskundigen in het publiek werden daarbij inzichten gedeeld en vragen gesteld die feitelijk een verborgen oproep waren. Een oproep om de effectiviteit van maatregelen te onderzoeken omdat alle aanwezigen niets liever willen dan het fenomeen radicalisering beteugelen. Dit sluit aan bij de bevindingen van de recente evaluatie van de nationale contraterrorisme-strategie 2011-2015 dat werd uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van het WODC.
De term ‘jihad’
De inzichten en prikkelende stellingen leidde tot veel interactie op het congres. Één verhaal sprong daarbij in het oog. In haar reactie op één van de sprekers gaf een bezoekster aan dat zij moeite heeft met de term ‘jihad’. De dame zelf is islamitisch opgevoed en werkt als operationeel leidinggevende bij de politie. Zij gaf op indrukwekkende wijze aan dat de term ‘jihad’ feitelijk een persoonlijke worsteling is die in het dagelijks leven overal gevoerd wordt. Zo voert zij als ouder bijvoorbeeld een jihad bij de opvoeding van haar kinderen; logisch want elke ouder kent twijfels bij de opvoeding. Zij nuanceerde daarmee de betekenis van de term jihad. Deze is breder dan hoe de meesten de jihad beschouwen -mede ingegeven door verkeerd gebruik in de pers én door de overheid. In haar werk ervaart zij hoe dit verkeerde gebruik leidt tot gevoelens van onbegrip.
Goed voorbereid
De volgende keer dat u de deur uitgaat op een regenachtige dag in oktober zult u meer maatregelen nemen om het stormachtige weer te baas te blijven. Maatregelen welke effectief zijn en u droog houden. Maar, voor het geval dat u het niet helemaal droog houdt, heeft u ook extra paar sokken in uw tas gestopt. Dit is ook het geval bij de aanpak van radicalisering en terrorisme. Het is van belang dat u zich voorbereid op een mogelijke terroristische aanslag die zich ook bij u kan voordoen. Ondanks alle inspanningen die u heeft geleverd om een mogelijke terroristische met preventieve maatregelen te voorkomen.
Bij het complexe probleem van radicalisering en terrorisme moeten we de weerbaarheid van de samenleving verhogen. Verbinding van (groepen) burgers over de grenzen van geloof maakt daar een wezenlijk onderdeel van uit. En daarmee mogen we dit beschouwen als één van de belangrijkste oproepen aan ons allen: werk samen vanuit een brede blik, wees kritisch op wat u doet en ga in het gesprek op zoek naar gezamenlijke betekenisgeving. En als u daarbij merkt dat termen niet helpen, zoek dan samen naar een juiste vervanging.
Menno Klopper, dagvoorzitter van het congres Radicalisering & Terrorisme, senior adviseur veiligheid en innovatie bij Van Aetsveld en hoofddocent van de cursus bestuurlijke aanpak van radicalisering en terrorisme.
Frank van Summeren, senior congres- en opleidingsmanager veiligheid bij het Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid en organisator van het congres Radicalisering & Terrorisme.
Rozetta Meijer, student Crisis & Security Management aan de Universiteit Leiden.
Meer weten?
Op het congres Radicalisering en terrorisme leert u hoe u misstanden veroorzaakt door (religieuze) radicaliserende groeperingen voorkomt.
Op de cursus Bestuurlijke aanpak van radicalisering en terrorisme leert u hoe u (religieuze) radicaliserende groeperingen herkent en opvang en hulpverlening biedt aan uittreders van dwingende groepen.
èèn Reactie
Pingback: Kennis en ervaringen uitwisselen over de aanpak van radicalisering en terrorisme | VL Nieuws