Docenten en bestuurders in het hoger onderwijs halen alles uit de kast om studenten voor te bereiden op een snel veranderende beroepspraktijk. Tegelijkertijd lijken studenten vooral te leren om zich binnen de comfortzone van het toetsbare onderwijs te bewegen. Excellentie zou dan betekenen dat studenten hoge cijfers voor de toetsen halen, in plaats van dat ze kritisch en innovatief zijn. Dat is ronduit een absurde situatie. Zolang excellentie zich aan de randen van de curricula afspeelt, blijft het een (onmogelijke) uitdaging om alle studenten te leren streven naar beter in een wereld waar ‘wat beter is’ continu verandert.
Henriëtta Joosten biedt u een radicaal andere kijk op excellentie. De vergelijking met anderen speelt bij deze door Nietzsche geïnspireerde visie geen rol. In deze visie gaat het erom alle studenten te leren streven naar beter in een dynamische beroepspraktijk. Excellent hoger (beroeps)onderwijs leert alle studenten:
1. Omgaan met onzekerheid
Verandering en onzekerheid zijn voor professionals dagelijkse kost. Studenten krijgen echter vaak een leeromgeving aangeboden waar onzekerheid buiten de deur wordt gehouden. Wat studenten moeten leren, staat niet ter discussie. Joosten pleit, geïnspireerd door Nietzsche, voor een leeromgeving waar ruimte is voor het menselijk streven naar zekerheid én het verlangen naar ordeloosheid of chaos. Ruimte voor verandering en vernieuwing vergt ruimte voor beide krachten.
2. Excelleren
De mogelijkheid dat studenten zich voorbij hun huidige potentieel ontwikkelen wordt in een ‘meetbare’ visie op excellentie stelselmatig genegeerd. De ruimte voor vernieuwing staat juist centraal in een Nietzscheaanse opvatting van excellentie: het gaat om het vermogen zichzelf te overwinnen. Een student excelleert wanneer hij oude routines in denken en doen achter zich laat en nieuwe omarmt. Dit vergt zelfbeheersing en zelfkennis.
3. Kritisch denken
Willen professionals kunnen innoveren, dan moeten ze weten welke routines hun streven naar beter hinderen. Een nietzscheaans ‘ja, maar’ stelt alle waarheden, ook die van autoriteiten, ter discussie, zo laat Joosten zien. Naast een kritische dimensie heeft het ook een experimentele kant. Het is een uitproberen van nieuwe manieren van denken en doen zonder dat je vooraf de uitkomst kent. En dat zijn we in het hbo nog niet gewend. Studenten de kunst van een kritisch en creatief ‘ja, maar’ leren, vraagt van onderwijsprofessionals de moed om te experimenteren met nieuwe onderwijspraktijken.
4. Waarheidszoekende vriendschappen aangaan
Streven naar beter vergt samenwerking – ook tussen student en docent. Hoe zou de interactie tussen docenten en studenten eruit zien als de docent studenten benadert als mede-zoekers naar beter? In deze visie gaan studenten en docenten samen op zoek naar beter. Beiden zijn bereid om eigen waarheden op het spel te zetten, ook de docent. Kernwoorden van de gezamenlijke zoektocht naar beter: plezier, veeleisend, risico, wederkerigheid.
5. Vallen en opstaan
Streven naar beter vergt doorzettingsvermogen. Verrassend genoeg is er binnen het hoger beroepsonderwijs nauwelijks ruimte om te leren met vallen en opstaan. Alles is gericht op snelle prestaties. Geïnspireerd door Nietzsche reikt Joosten handvatten aan om een leeromgeving te creëren waarin oefenen centraal staat en de downs net zo welkom zijn als de ups.
Utopisch is dit alles niet. In Streven naar beter. Nietzsche als gids voor het hbo schetst Joosten een waaier aan onderwijspraktijken die studenten leren te streven naar beter.
Door: Henriëtta Joosten, filosoof en hogeschooldocent IT&Design, de Haagse Hogeschool
Meer weten over excellentie als kloppend hart voor het hoger (beroeps)onderwijs?
Op het congres Next Higher Education op 7 december vertelt Henriëtta Joosten van de Haagse Hogeschool meer over deze vijf kwaliteiten. Aan de hand van concrete onderwijspraktijken uit het reguliere hoger onderwijs laat ze zien wat dit door Nietzsche geïnspireerde perspectief kan betekenen voor de onderwijspraktijk en het -beleid.
Bekijk het congresprogramma