In Nederland bestaat een tendens naar grotere verantwoordelijkheden voor directies. We zien steeds meer scholen die een directeur delen met één of meerdere andere scholen. Hij/zij wordt ‘meerscholendirecteur’ of ‘bovenschoolse directeur’ genoemd. Het blijkt dat de uitwerking van beide functies in de praktijk sterk verschillend is. Een bewuste keuze voor één van beide functies is sterk aan te bevelen.
Gevolgen als de verkeerde keuze wordt gemaakt
Uiteraard let het onderwijsveld sterk op kosten van het management. Naarmate er meer bezuinigd moet worden, neemt het aantal directeuren binnen besturen snel af. Vacatures worden intern opgevuld door een directeur een school erbij te geven. Helaas vinden deze keuzes nogal eens uitsluitend plaats op financiële gronden en te weinig vanuit principiële en strategische overwegingen. Hierdoor ontstaan de volgende problemen:
- de overblijvende directeuren krijgen verantwoordelijkheden waar ze onvoldoende voor zijn toegerust;
- medewerkers missen de dagelijkse leiding en voelen zich al snel overbelast, zeker als taken van de directie verdeeld worden over leraren die ‘aanspreekpunt’ worden en deze taken bovenop hun normale takenpakket moeten uitvoeren;
- ouders (en leerlingen) missen duidelijke leiding en structuur.
Als gevolg daarvan constateren wij op de werkvloer verhoogde werkdruk, stagnatie van innovaties, verminderde kwaliteit en slechtere schoolpositionering.
Hebben wij een negatieve bril opgezet? Nee, het zijn de geluiden die we opvangen uit onze opleidingen tot schoolleider en de opleiding bovenschools en meerscholendirecteur.
Advies 1: bepaal de gewenste vorm van schoolleiding
Start het keuzeproces voor de best passende organisatie- en managementvorm met het nadenken over de gewenste vorm van schoolleiding. Marzano e.a. publiceerden reeds in 2005 (School Leadership that Works) de 21 essentiële taken voor de schoolleiding.
Hoe we deze verantwoordelijkheden ook herbenoemen, clusteren of aanvullen, het is intussen evident dat we geen van deze taken kunnen missen. Iedere onderwijseenheid (‘school’, ‘locatie’, ‘scholengemeenschap’) is pas effectief als de schoolleiding al deze taken uitvoert. Onderdelen van dit takenpakket neerleggen bij ‘aanspreekpunten’ is een miskenning van de onderwijsmanagementwetenschap, van het vak van schoolleider en van het verantwoordelijkheidsgevoel van medewerkers.
Advies 2: bepaal hoe schoolleiders onderwijskundig betrokken worden
Ook een zorgvuldige uitwerking van een meerscholenconstructie kan misgaan als er niet heel bewust wordt gekozen voor ofwel bovenschools ofwel meerscholen management. Het gaat om het aloude principe: wil je een beheersingsgerichte organisatiecultuur of een lerende organisatiecultuur (Senge)? Gaat het om de X- of de Y-filosofie (Mc Gregor), om ‘führen oder wachsen lassen’ (Litt), om ‘management’ of ‘leadership’ (Covey)?
Organisaties die hebben gekozen voor ‘bovenschools management’ en zich vervolgens afvragen hoe het komt dat de medewerkers zo’n afstand tot de top ervaren en zo weinig innovatief organisatiedenken aan de dag leggen, hebben hetzelfde probleem als organisaties die hebben gekozen voor ‘meerscholendirecteuren’ en zich verbazen dat de organisatie zo moeilijk meetbaar en stuurbaar is van bovenaf.
Een goede keuze voor één van beide modellen heeft alles te maken met de visie op het leiden van professionals. Hoe krijg je als leidinggevende het beste onderwijs op de scholen? Volgens Marzano is daarvoor in ieder geval nodig dat het door de vertalers van ‘District Leadership that Works’ (2009) genoemde ‘bovenschools leiderschap’ (2012) betrokken is bij het onderwijsproces. Door duidelijke doelen te stellen die niet-onderhandelbaar zijn, en de voortgang hierop te monitoren en te bespreken, zijn deze leiders van meerdere scholen onderwijskundig betrokken.
Wij merkten dat het op de scholen enorm verschillend uitwerkt of deze betrokkenheid langs de weg van ‘managementtools’ wordt uitgevoerd dan wel met ‘leaderships interventies’. Een bovenschools manager zal een P&C-cyclus opzetten die meer ‘control’ in zich heeft en een meerscholen directeur zal vaker kiezen voor persoonlijk en direct leiderschap.
Conclusie
Dit alles betekent dat een verantwoorde keuze voor één van beide begrippen een keuze is voor een organisatiemodel, met daarachter een organisatie- en managementvisie. Hoe duidelijker deze keuze wordt genomen, des te beter zullen de resultaten beantwoorden aan de verwachtingen.
Drs. Peter Peene
Directeur Via Vinci Academy
Bron: ViaVinci.net
Opleiding Bovenschoolse & Meerscholendirecteur in het PO
Deze complete 5-daagse opleiding leidt u op tot dé Bovenschoolse of Meerscholendirecteur die zijn/haar veelzijdige, dynamische, verantwoordelijke functie optimaal uit kan oefenen. De opleiding biedt u gegarandeerd persoonlijke groei met als einddoel een kwaliteitsverbetering van uw onderwijs. Bekijk de opleiding…