Bron: Nationale Onderwijsgids
Over 5 jaar zullen er 25 duizend minder leerlingen in de eerste twee leerjaren van het middelbaar Nederlands onderwijs zitten. De scholen voor voortgezet onderwijs kunnen de komende jaren een krimp van 9 procent verwachten. Dit concludeert de AOb naar aanleiding van de referentieraming 2015 van het ministerie van Onderwijs.
De referentieraming geeft de verwachtingen van de leerlingenaantallen tot 2020 weer. Het ministerie verwacht dat de krimp in het basisonderwijs minder hard terug zal lopen dan eerder verwacht. Volgend jaar zullen er ruim 6 duizend kinderen meer dan verwacht naar de basisschool gaan, onder meer doordat er meer geboorten zijn, er meer kinderen immigreren een omdat minder kinderen naar het speciaal onderwijs verwezen worden. In 2020 zullen er 15 duizend leerlingen meer zijn.
Het voortgezet onderwijs kan de volgende 5 jaar een flinke krimp tegemoet zien, zeker in de onderbouw. De krimp die voor scholen in Zeeland, Limburg en langs de oostgrens al merkbaar was, zal zich uitbreiden naar alle scholen. Dit komt door een bevolkingsdaling vanaf 2004. Het ministerie verwacht daarnaast dat meer leerlingen een vmbo-opleiding zullen doen en minder naar havo/vwo gaan. Dit komt door een veranderde keuze en selectie rekening.
Voor het mbo wordt een langzaam dalend leerlingenaantal verwacht. Ook denkt het ministerie dat weer meer jongeren gaan kiezen voor een BBL-opleiding in plaats van een voltijdopleiding. Dit komt omdat de werkloosheid weer wat daalt.
In het hoger onderwijs worden minder eerstejaars verwacht. Dit komt omdat de basisbeurs afgeschaft is. In totaal blijven hbo en universiteit min of meer stabiel in studentenaantallen, denkt het ministerie.