Ik weet het nog goed…..de ‘toetsen’ tijdens mijn lagere schoolperiode. Wat was het leven toen relatief eenvoudig: de sporadische spreekbeurt over een onderwerp dat je zelf leuk vond (de reuzepanda!). Met een aanwijsstok in de hand en een kaart van Europa, die wel 2x zo groot leek als jijzelf, de wekelijkse overhoring van alle hoofdsteden. En de ‘echte’ afsluiter in de 6e klas: de CITO-toets. Oeh, wat was dat spannend! Invulformulier, potlood en gummetje en daarna… wachten.
Daarna volgde de middelbare schoolperiode. Ook toen was het leven nog best eenvoudig (ook al vonden we toen natuurlijk dat we het ‘zwaar druk’ hadden). Zo kreeg je iedere week wel een ‘SO’, oftewel het schriftelijk schoolonderzoek. Sommigen telden mee voor de cijferlijst, anderen waren slechts een proeftest. Het werd al zwaarder bij de proefwerken, want daar moest je écht voor blokken. En ja… die telden ook zwaarder mee. Verder waren er natuurlijk de frequente spreekbeurten, verslagen, projecten en boeksprekingen, maar ach, daar groeide je eigenlijk vanzelf in.
Het aller- allerengst waren echter dé eindexamens in het laatste jaar van de middelbare school. Daar werd je overhoord over álles wat je tot dan toe geleerd en gestampt had, wederom met invulformulier, potlood en gummetje (en rekenmachine, want hoofdrekenen was er niet meer bij). Daar móest je presteren, want dat was het moment dat jouw toekomst voor altijd zou bepalen. Zou je slagen? Zou je naar de studie en stad van je keuze kunnen?
Hoe anders is het ‘anno nu’…
Digitale toets, rekentoets, referentieniveau, online toetsgids….
Anno nu gaan scholen hun leerlingen op verschillende momenten tijdens hun schoolloopbaan toetsen. Zo kunnen die scholen nagaan of hun leerlingen aan de referentieniveaus taal en rekenen voldoen. De overheid wil namelijk een doorlopende toetslijn met verplichte centrale toetsen en examens invoeren: in het voortgezet onderwijs worden de referentieniveaus getoetst bij het eindexamen Nederlands en met een centrale rekentoets.
Om het taal- en rekenniveau van leerlingen te verbeteren, zullen de eindexamens in het voortgezet onderwijs veranderen. De examens Nederlands moeten vanaf het schooljaar 2014-2015 zijn afgestemd op die referentieniveaus. Ook zullen alle leerlingen een rekentoets afleggen als onderdeel van hun eindexamen. De pilot van de rekentoets is in het schooljaar 2013-2014 ingevoerd.
More is less?
Des te vaker en geavanceerder ‘we’ toetsen des te minder scholieren lijken te presteren (bij de rekentoets-pilot zakt 22% op het VWO en 66% op het VMBO/HAVO!). Dus gaat er ongetwijfeld weer wat bijgesteld worden, of toegevoegd, of verwijderd, of iets anders.
Maar ligt het slechte presteren, in geval van de rekentoets-pilot, nou aan de de toets of ligt het überhaupt aan de basiskennis op het gebied van taal en rekenen? Moeten lagere scholen meer aan taal en rekenen doen, want hoe kun je op het voortgezet onderwijs nou iets toetsen dat niet geleerd is (maar dat is weer een heel andere discussie, dus dat laat ik maar even voor wat het is)?
Blijf bij de les in het doolhof van de toets- en examenwereld
“Wie schrijft die blijft” is een bekend gezegde. En wie rekent en leert blijft hopelijk ook. Maar hoe blijf je bij de les in dat doolhof van wijzigingen in de toets- en examenwereld?
Een geslaagde uitvoering van toetsen en examineren is belangrijker dan ooit. Met het steeds strenger worden van slaag- en zakcriteria en het digitaler worden van de leer- en toetsomgeving is er werk aan de winkel voor leraren, directies en ondersteunend personeel.
Gelukkig organiseert SBO binnenkort het jaarcongres Actualiteiten in Toetsen en Examineren in het VO. Tijdens deze 9e editie, op 15 en 16 april in Nieuwegein, hoort u alles over de actualiteiten en kunt u zich verdiepen in actuele toets- en examenonderwerpen van zowel beleidsmakers als praktijkuitvoerders. Misschien dat alles na dat congres weer relatief eenvoudig lijkt!
Dit artikel is geschreven door:
Marlies Mulder, oprichter van SchrijfZinnig, bureau voor communicatieadvies en copywriting.
Als adviseur, schrijver en sparringpartner voor het MKB is zij op haar plek als het gaat om het vertalen van een concept naar een product, het schrijven van sfeerimpressies en marketingcommunicatie voor het onderwijs.