In Nederland wordt al geruime tijd gepubliceerd over de noodzaak van flexibel onderwijs. In 2008 door Veerman, in 2014 door Rinnooy Kan en recentelijk nog door de SER in de eerste voortgangsrapportage van de Actie-agenda leven lang ontwikkelen (LLO). Nederland kan en zal flinke stappen moeten zetten op het gebied van flexibel hoger onderwijs, met name in het kader van LLO. Nederland niet alleen overigens, ook in het buitenland zien we dat het hoger onderwijs in toenemende mate wordt geflexibiliseerd.
In de Verenigde Staten bijvoorbeeld; tijdens de SURF onderwijsdagen presenteerde Rick West van Brigham Young University hoe zij met badges het onderwijsaanbod flexibiliseren. Door het stapelen van de juiste badges kan een lerende stap voor stap toewerken naar een volwaardig diploma. In Nieuw Zeeland zijn microcredentials (mini-diploma’s) zelfs onderdeel van de formele kwalificatiestructuur. Deze microcredentials worden uitgegeven na het behalen van een onderwijsmodule, in de vorm van badges die worden opgeslagen in een nationaal register. Wat deze internationale ontwikkelingen gemeen hebben is dat het onderwijs a.) in delen kan worden afgenomen, b.) kan worden gecertificeerd met microcredentials en dat c.) deze microcredentials stapelbaar zijn richting een volwaardig diploma met civiel effect. Het onderscheid tussen initieel en post-initieel onderwijs vervaagt.
Anno nu is de ondersteuning van microcredentials met technologie een no-brainer en het Europass besluit van de Europese Commissie lijkt hieraan invulling te geven. Echter, de technologische invulling zal moeten aansluiten bij het stelsel voor hoger onderwijs en niet andersom. De strategische agenda van OCW biedt hiertoe de benodigde ruimte en benoemt een verkenning van het thema microcredentials, in nauwe samenwerking met de koepels en instellingen. 2020 wordt een mooi jaar voor flexibel hoger onderwijs!
Geschreven door Paul den Hertog, innovatieconsultant bij de Hogeschool van Amsterdam en aanvoerder van het Versnellingsteam Flexibilsering bij SURF.