Marketing in het hoger onderwijs is meestal gericht op de werving van nieuwe studenten. Voorlichter Bjorn Teeuwen van de Radboud Universiteit Nijmegen (Faculteit Managementwetenschappen), spreker op The Next Student, richt zich echter ook op bestaande studenten. ‘Het zijn waardevolle ambassadeurs.’
Eeuwig jong blijven, dat is niemand van ons gegeven. Wat we wel kunnen doen, is ons voortdurend proberen te verplaatsen in jongere doelgroepen. Om die reden werkt Bjorn Teeuwen veelvuldig samen met studenten. ‘Studieverenigingen helpen ons mee bij open dagen en tijdens de introductie. Ze bemannen bijvoorbeeld stands en geven informatie.’
Allergisch voor promopraatjes
In korte tijd is er veel veranderd, aldus Teeuwen. ‘Vijf jaar geleden drukten we ruim tienduizend brochures en zetten we schoorvoetend onze eerste schreden op social media. Tegenwoordig is het andersom. De hoeveelheid drukwerk is sterk afgenomen en we zijn heel actief op social media. Met name op Facebook en Instagram, maar ook op Twitter. Dat vergt een andere stijl van communiceren. Minder ‘zware info’, meer sfeer. Bijvoorbeeld een sfeerfoto van de campus, een kort bericht over een bijzondere prestatie van een student of een blik achter de schermen bij de uitreiking van koninklijke onderscheidingen. En vooral niet met een Radboudsausje erover. Studenten zijn allergisch voor promopraatjes. Een student met een polo met het logo van de universiteit erop: dat klikken ze meteen weg.’
Eerlijk verhaal
Stands tjokvol studenten die louter hallelujaverhalen verkondigen, dat werkt volgens Teeuwen niet. ‘Over het algemeen zijn het de actievere studenten die tijdens de open dagen en introductieprogramma’s een bijdrage leveren. Vaak zijn het bestuursleden die al wat verder zijn in hun studie, dus die ook iets kunnen vertellen over het tweede en derde jaar. Ze zijn overal het algemeen positief-kritisch en vertellen een genuanceerd en eerlijk verhaal. Dat moedig ik ook aan. We zijn niet beter dan bijvoorbeeld Rotterdam of Groningen. Wel anders.’
Overlap
De social media hebben elk zo hun eigen voordelen en doelgroep, al is er ook veel overlap en gebruiken de meeste studenten meerdere social media. ‘De laatste tijd vind ik Instagram interessant. Je kunt er heel mooi ‘beeld’ mee brengen en er gericht op adverteren. Dat hebben we een paar keer gedaan en daar waren we heel tevreden over. En Facebook natuurlijk. Dat is nog steeds ons belangrijkste social medium, al zien we bij eerste- en tweedejaars een verschuiving naar Instagram en Snapchat. Twitter lijkt onder studenten steeds meer terrein te verliezen.’
Veel instellingen ‘willen iets’ met social media, maar het ontbreekt hun aan goede ideeën voor interessante content. Teeuwen: ‘Tijdens mijn presentatie laat ik deelnemers zien dat er altijd wel nieuws rond de instelling is en dat er bovendien veel kanalen zijn om dat nieuws leuk te brengen. Je kunt daar ook studenten voor inzetten en hen vlogs laten maken. Dat werkt beter dan een nieuwsbrief op een A-viertje. Verder: praat met je studenten en vraag hun wat ze leuk vinden. Dat bespaart je veel tijd en denkwerk.’
Doordacht social media-beleid bespaart bovendien geld, besluit Teeuwen. ‘We kregen minister Dijsselbloem op bezoek. We hebben daarover geen posters gemaakt, mails verstuurd, niks. Alleen één Facebookpost geplaatst. In een uur tijd waren alle beschikbare vijfhonderd tickets vergeven.’
The (Next) Student 2017
The (Next) Student was met een uitverkochte editie in 2016 een groot succes! In 2017 vindt The (Next) Student plaats op 14 & 15 november. Tijdens dit congres hoor je alles over communicatie met de (aankomende) student. Ook vertelt Bjorn je meer over hoe zij dit in de praktijk brengen bij de Radboud Universiteit.
Benieuwd naar het volledige programma?
Bekijk het programma van The (Next) Student!