Klassenmanagement: Hoe doe je dat?

Vroeger gaven leerkrachten klassikaal les, alle leerlingen hadden op hetzelfde moment dezelfde bladzijde uit de methode voor zich. De leerlingen die eerdere lesstof niet begrepen hadden konden de instructie niet volgen. De leerlingen die de instructie al lang begrepen hadden bladerden stiekem door in het boek en verveelden zich.

Differentiatie in de klas

Tegenwoordig proberen leerkrachten het onderwijs zoveel mogelijk af te stemmen op wat leerlingen nodig hebben. De leerstof wordt gedifferentieerd aangeboden, leerlingen die herhaling en extra aandacht nodig hebben krijgen verlengde instructie. Leerlingen die meer uitdaging nodig hebben krijgen verkorte instructie en kunnen daarna zelfstandig aan het werk. Drie leerniveaus in de groep is maximaal haalbaar voor leerkrachten en dan nog vraagt het veel van het klassenmanagement en de organisatie. Hoe zorg je dat jij de regie houdt maar leerlingen ook zoveel mogelijk zelf doen? Gedifferentieerd lesgeven is alleen mogelijk als de kwaliteit van de instructie goed is. Dat betekent dat alle leerlingen betrokken zijn en aan het eind van de les het lesdoel gehaald hebben. Hoe zorg je ervoor dat dat bij alle leerlingen lukt?

Gedragsproblemen

Goed onderwijs is de beste preventie van gedragsproblemen. Als leerlingen zich competent voelen en uitgedaagd worden dan willen ze leren. Veel gedragsproblemen ontstaan als het handelen van de leerkracht niet goed is afgestemd op wat leerlingen nodig hebben. Gelukkig is dat bij gemiddeld driekwart van de leerlingen het geval. Een kwart van de leerlingen heeft iets extra’s, anders of juist minder nodig. Daar ligt een grote uitdaging. Uit onderzoek van de Onderwijsraad (2015) blijkt dat 25% van de leerkrachten zich competent voelt in het afstemmen van het het onderwijs op deze leerlingen.

Opleiding Klassenmanagement: differentiatie tussen leerlingen in de klas

De driedaagse opleiding Klassenmanagement: Differentiatie tussen leerlingen in de klas heeft als doel bovenstaand percentage te verhogen. De eigen groep wordt als uitgangspunt genomen. Na een analyse van het eigen handelen en de onderwijsbehoeften van alle leerlingen in de groep wordt nagegaan welke aanpassingen in de praktijk mogelijk zijn. Er is een goede afwisseling tussen theorie en praktijk en de leervragen van de deelnemers staan centraal.