3 tips om jouw leerlingen beter te laten leren.

Je herhaalt de stof tijdens de lessen vaak, maar toch zijn er leerlingen die de stof niet kunnen onthouden of moeite hebben met de stof eigen te maken. Hoe komt dat nu? En hoe zorg jij ervoor dat leerlingen efficiënter leren??

Hoe werkt geheugen?

Geheugen op zich verwijst naar een voortdurend proces van informatie die een persoon ophaalt in de loop van de tijd. Geheugen is ook onderdeel van de menselijke cognitie, aangezien het mensen in staat stelt om gebeurtenissen uit het verleden te herinneren waarop toekomstig gedrag gebaseerd wordt. Het geheugen geeft de mensen ook een kader om het heden en de toekomst te begrijpen. Hierdoor speelt geheugen een belangrijke rol binnen het leerproces. Geheugen bestaat uit drie hoofdprocessen: informatie coderen, informatie opslaan en informatie ophalen. 

Informatie coderen

Informatie coderen verwijst naar het proces waardoor informatie geleerd wordt. Met andere woorden: hoe wordt informatie opgenomen en begrepen, zodat het beter wordt opgeslagen. Informatie kan op vier verschillende manieren worden opgenomen. Visueel (hoe ziet het eruit?), akoestisch (Hoe klinkt de informatie?), semantisch (wat betekent de informatie?) en tastbaar (hoe voelt de informatie?).

Informatie opslaan

Informatieopslag verwijst naar de hoe, waar, hoeveel en voor hoe lang gecodeerde informatie wordt bewaard in het geheugensysteem. Hierbij kun je denken aan korte-termijn geheugen of lange-termijn geheugen. In eerste instantie wordt informatie opgeslagen in de korte-termijn opslag en vervolgens, indien de informatie waardevol genoeg is, wordt het opgeslagen in de lange-termijn opslag. Nadat informatie is opgeslagen dien je ook nog de informatie op te kunnen halen. Dit wordt vaak getoetst tijdens toetsingsmomenten.

Informatie ophalen

Tijdens het informatie ophalen proces haalt de leerling de informatie, die opgeslagen is, op. Vanwege de verschillen wordt informatie uit het korte-termijn geheugen anders opgeslagen dan uit het lange-termijn geheugen. Informatie in het korte-termijn geheugen wordt opgehaald in de volgorde waarin het is opgeslagen, terwijl informatie in het lange-termijn geheugen wordt opgehaald door middel van associatie (bijv. een herinnering ophalen als je op de plek van de gebeurtenis bent).

Hoe zorg ik ervoor dat leerlingen informatie beter ophalen?

Pas deze 3 methodes toe, zodat leerlingen de lesstof beter onthouden:

• Test de kennis regelmatig: Vaak kleine tests toepassen is een goede manier om informatie ophalen te verbeteren, aangezien de leerlingen zo het proces van informatie ophalen vaker oefenen.
• Spreid de informatie: Als leerlingen informatie over een langere tijdsperiode leren zullen zij beter informatie op kunnen halen. Als docent kun je bijv. de lesstof aanpassen, zodat je meerdere momenten over 1 onderwerp lesgeeft in plaats van alles in 1 keer te behandelen.
• Samenvoegen van gerelateerde informatie: Veel leerlingen leren door middel van te blokken (1 onderwerp per keer leren), echter is het beter om onderwerpen samen te voegen (indien mogelijk). Hierdoor wordt de leerling de informatie de baas en kan de informatie gemakkelijker worden opgehaald.