“Zo zijn Nederlanders een beetje, suggesties in een NVAO-rapport dat iets misschien iets beter kan worden meteen gelezen als: ‘dus nu is het niet goed’. Daar wilden wij vanaf.” Voorzitter van de NVAO, Anne Flierman licht het nieuwe accreditatiekader toe waar meer aandacht is gekomen voor verbetering.
Onlangs is er een nieuw accreditatiekader voor het hoger onderwijs naar de Tweede Kamer gestuurd. Volgens de voorzitter van de NVAO, Anne Flierman kan met dit nieuwe kader de altijd al beoogde vermindering van de lastendruk nu ook daadwerkelijk gerealiseerd worden. Daarnaast kijkt Flierman uit naar de nieuwe ronde van de instellingstoets kwaliteitszorg (ITK). Want nu moet volgens hem ook daadwerkelijk blijken dat er een kwaliteitscultuur binnen de instelling is waarbij men zelf de problemen onderkent en waar nodig aanpakt.
Allesoverheersende doel
De doelstellingen van dit hernieuwde kader binnen de huidige wetgeving is volgens Flierman niet veranderd. “Wij willen blijven borgen dat Nederland hoogwaardig hoger onderwijs behoud en dat de afgestuurde en de rest van de samenleving weet dat een diploma wat voorstelt. Zodat iedereen weet dat het geld in het hoger onderwijs op een doelmatige en goede manier besteed wordt. Dat blijft het allesoverheersende doel, ook met dit nieuwe kader.”
Met die kernopdracht in het achterhoofd wil de NVAO ook tegemoet komen aan de vermindering van de lastendruk. “Binnen dit uitgangspunt moeten we toch proberen om de administratieve lastendruk en het papierwerk verder terug te dringen. In de tweede plaats moet je kijken waar docenten en studenten meer eigenaarschap kunnen krijgen.”
Verschillende sporen
Flierman legt uit dat er verschillende sporen zijn om tot optimalisatie van het accreditatiestelsel te komen. “Je zou kunnen zeggen dat er drie sporen lopen: spoor 1a, 1b en spoor 2. Er is een spoor die zegt: probeer binnen de huidige wetgeving het stelsel te optimaliseren. Dat is wat wij doen met dit nieuwe kader. Dan spelen begrippen mee als minder bureaucratie, eigenaarschap en vertrouwen. Dat is spoor 1a en 1b van de ITK en van opleidingsaccreditaties.”
“Daarnaast is er nog het spoor van de pilot met instellingsaccreditatie, waar in januari uiteindelijk in de Kamer een compromis over is gesloten. Waarbij het gaat over vereenvoudigde opleidingsbeoordeling die nog maar op twee standaarden door ons bekrachtigd gaat worden.”
Nu de eerste cyclus van zes jaar is afgerond van ITK’s heeft Flierman de indruk dat de interesse voor een instellingsbrede kwaliteitsoordeel hoog is. “Ik verwacht dat we het komend jaar zo’n veertig instellingen een instellingstoets kwaliteitszorg willen ondergaan. Op grond van de signalen die ik nu krijg ga ik er vanuit dat iedereen die nu een ITK heeft, toch wel voor een hernieuwing van een ITK gaat.”
Volgens Flierman hebben de ITK’s ook gezorgd voor veel meer aandacht voor onderwijskwaliteit. “De winst van dat alles is geweest dat er met de ITK veel meer bestuurlijke aandacht is voor onderwijskwaliteit. Als een instelling een onvoldoende krijgt voor de ITK, vindt men dat niet leuk, dat is heel duidelijk.”
Kijken nadrukkelijk naar trackrecord
De voorzitter van de accreditatieorganisatie vindt dat deze nieuwe ronde van ITK’s de instellingen ook de mogelijkheid biedt om te laten zien dat men de kwaliteitszorg op orde heeft. “Instellingen hebben de afgelopen zes jaar ook de kans gehad om te laten zien dat ze zelf de kwaliteit van hun opleidingen in de hand hebben. Wij kijken dan ook in het nieuwe ITK-kader nadrukkelijk naar trackrecord. Wij willen dus zien: ‘hoe heeft u nou de afgelopen jaar vormgegeven aan de kwaliteitszorg op opleidingsniveau?’”
Ook belooft Flierman dat de volgende ronde van ITK’s voor minder lastendruk gaat zorgen. “Wij schrijven dus niet meer voor: ‘u moet in de zelfevaluatie tenminste aandacht besteden aan dat en dat en precies in die volgorde.’ Ik zie bij andere organisaties en sectoren waar dat wel heel precies gedefinieerd is, dan wordt het toch een soort invuloefening. Je kan bij de volgende ITK’s gebruik maken van bestaande documenten. De zelfevaluatie is daarom van vrij beperkte omvang. Als je zegt: ‘onze onderwijsvisie en ons personeelsbeleid vind je in de bijlagen’, dan is dat voldoende en hoef je dat niet allemaal weer op te schrijven.”
Een onvoldoende vindt men niet leuk
Volgens Flierman hebben de ITK’s ook gezorgd voor veel meer aandacht voor onderwijskwaliteit. “De winst van dat alles is geweest dat er met de ITK veel meer bestuurlijke aandacht is voor onderwijskwaliteit. Als een instelling een onvoldoende krijgt voor de ITK, vindt men dat niet leuk, dat is heel duidelijk.”
Ook wil de NVAO na wat kritiek dat de panels te veel ‘ons kent ons’ waren de samenstelling internationaler maken. “Wij zijn bezig om in het bestuur de panelsamenstelling te bespreken. Eén van de discussiepunten is dat wij net als in Vlaanderen meer internationale inbreng zouden moeten hebben bij die panels. In de meeste gevallen zullen die panels wel met de Nederlandse taal werken, dus dan gaat het over mensen die het Nederlands machtig zijn, maar elders werken. Vanuit mijn Twentse tijd weet ik dat onderzoeksinstituut voor het hoger onderwijs, CHEPS een familie heeft over de hele wereld, dat zijn natuurlijk mensen die je prima zou kunnen gebruiken voor deze panels.”
Hele interessante panels
In het nieuwe kader staat ook dat de onafhankelijkheid van de panels explicieter wordt gehanteerd, volgens Flierman niet zonder reden. “Het klopt dat het soms wel ons kent ons was, dat was ook wel de kritiek die wij soms kregen. Daarom willen wij die panels divers maken. Waar wij ook goede ervaringen mee hebben is dat in sommige panels leden zitten die ervaring met visitaties hebben, maar niet perse deskundig zijn in de wereld van het hoger onderwijs. Die zijn bijvoorbeeld afkomstig uit het grotestedenbeleid en de volkshuisvesting. Dat zijn mensen met grote bestuurlijke ervaring, die heel goed een organisatie kunnen doorgronden. Als je een panel hebt met een goede mix van internationale, bestuurlijke en hoger onderwijs ervaring, dan worden dat hele interessante panels.”
Een ander nieuw element in dit nieuwe kader is het ontwikkelgesprek bij visitaties. “Een wens van de Tweede Kamer was om een scheiding aan te brengen tussen controle en verbetering. Stel bij een opleiding biologie zegt zo’n panel: ‘Wij zien dat in het vakgebied bepaalde onderwerpen belangrijker worden, maar wij zien dat dit in jullie opleiding nog niet heel sterk aanwezig is. Zou het niet verstandig zijn om daar aandacht voor te hebben. Of je moet eens daar of daar gaan kijken, daar hebben ze het fantastisch aangepakt.’ Dat soort opmerkingen komen vanaf nu niet meer in het rapport, maar komen op deze manier wel ter tafel.”
Zo zijn Nederlanders een beetje
Om dit ontwikkelgesprek te faciliteren en expliciet niet op te nemen in het NVAO-rapport is niet zonder reden, volgens Flierman. “Zo zijn Nederlanders een beetje, suggesties dat iets misschien nog iets beter kan wordt meteen gelezen als: ‘dus nu is niet goed’. Daar wilden wij vanaf, wij willen dat dit ontwikkelgesprek wel gevoerd wordt.”
Afsluitend benadrukt de voorzitter van de NVAO dat de verminderingen van de lastendruk op opleidingsniveau de belangrijkste uitdaging wordt van dit nieuwe kader. “Op opleidingsniveau hebben wij een aantal dingen vereenvoudigd en gestroomlijnd, waardoor er minder lastendruk en wij proberen de studenten ook meer een plek te geven.
“Die tweede ronde ITK’s dat vind ik echt een heel bijzonder proces. De essentie voor mij is dat wij bij de instellingen die voor de tweede keer een ITK ondergaan, daar kijken hoe houden ze de vinger aan de pols? Hebben ze problemen zelf ontdekt, of werden ze er door overvallen? Kortom, is er een kwaliteitscultuur binnen die instelling waarbij men zelf de problemen onderkent en waar nodig aanpakt? Als op deze vragen positieve antwoorden komen. Dan vind ik dat zo’n instelling er recht op heeft dat de opleidingsbeoordeling een dusdanig soepel proces wordt, dat de ooit al beoogde vermindering van de lastendruk ook daadwerkelijk gerealiseerd gaat worden.”
Bron: Frans van Heest, ‘Meer aandacht voor onderwijskwaliteit’, ScienceGuide
Congres Next Higher Education
Tijdens het hoofdcongres van Next Higher Education op 7 december 2016 in Utrecht, hoort u meer in detail over het nieuwe accreditatiekader. NVAO- bestuurder Paul Zevenbergen deelt met u alle actualiteit omtrent de vernieuwing van het accreditatiestelsel (3.0) en de vernieuwde instellingsaccreditatie (‘op maat’). Maar hij gaat ook uitgebreid in op flexibilisering en het modulariseren van curricula. Benieuwd naar het volledige programma?
Bekijk het programma van Next Higher Education