De omgeving waarin beleidsadviseurs werken, verandert in snel tempo. Beleid wordt niet meer achter het bureau gemaakt, maar in samenspraak met belanghebbenden zoals inwoners, organisaties, instellingen en andere gemeenten en overheden of daarbinnen te onderscheiden afdelingen. Dit geldt ook voor de opgaven en uitdagingen binnen het sociaal domein. De meer klassieke rol van de beleidsadviseur evolueert daarbij van vakdeskundige beleidsmaker naar regisseur en verbinder.
Peter Paul Doodkorte, senioradviseur bij Vondel & Nassau en Regiadviseur Zuid-Holland van de samenwerkende programma’s Inkoop en Aanbesteden Sociaal Domein, het Ketenbureau i-Sociaal Domein en het Ondersteuningsteam Zorg voor de Jeugd (OZJ), geeft zijn visie over de toekomstige rol van de beleidsadviseur.
Complexe rol
Gemeenten hebben een belangrijke, maar complexe rol bij de inrichting en ontwikkelingen binnen het sociaal domein. Het gaat daarbij niet alleen om technologische ontwikkelingen – denk aan blockchain, berichtenverkeer – en ontwikkelingen in wet- en regelgeving, zoals de Jeugdwet, de Participatiewet, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, Passen Onderwijs, enzovoort. Het gaat vooral ook om integraliteit van het beleid, participatie van de stakeholders en de uitvoering.
Oog voor inhoud en proces
De tijd dat een gemeentelijke organisatie het beleid allemaal zelf per sector of domein vormgaf, die is voorbij. Interactie en samenwerking, oog voor inhoud en proces, expertise en een integrale blik zijn de nieuwe uitdagingen en opgaven. Beleidsadviseurs moeten dan ook in staat zijn het vakgebied breed en integraal te overzien. Ze moeten ook weten wat er leeft binnen de inwoners, de politiek en bij maatschappelijke partners. Ze buigen mee als het kan, maar houden de rug recht als het moet. Ze werken zelfstandig en zijn eigenwijs genoeg om een goede sparringpartner voor alle betrokken stakeholders te zijn.
Beleidsregisseur van de toekomst
De beleidsregisseur van de toekomst zal vooral richten op het samenbrengen van de juiste spelers. De succesvolle invulling van die rol vraagt daarop afgestemde kennis en vaardigheden.
Van een beleidsregisseur wordt in ieder geval verwacht dat hij zowel analytisch als integraal kan denken. Ook moet hij in staat zijn de juiste interventie en actie te initieren als bijstelling van het beleid gewenst of noodzakelijk blijkt. Hierbij moet hij een open oog en oor hebben voor de mee- en tegenkrachten.
Voor de optimale wijze van aansturen of regisseren is er geen blauwdruk. Zij verschilt per situatie. Dit vraagt van de beleidsregisseur flexibiliteit en aanpassingsvermogen, En dus ook een vermogen tot inleving; de kunst om in de huid, rol en positie van de ander te kruipen. Juist in het samenspel met anderen – het zijn van een welwillende, maar kritische partner die zijn doen en laten afstemt op het bijeenbrengen van de verschillende belangen, opgaven en uitdagingen – schuilt de slagvaardige beleidsregisseur.
De beleidsregisseur van de toekomst handelt relatie- en resultaatgericht op basis van rationele competenties. Een beleidsregisseur die deze competenties goed toepast, kan op het juiste moment switchen.
De beleidsregisseur als leider beschikt over meerdere competenties: samenwerken, analytisch vermogen, effectief (situationeel) leiderschap, visie en hij kan plannen en organiseren. Hij weet mensen en organisatie met elkaar te verbinden. Creëert draagvlak met open communicatie, zet de juiste persoon op de juiste plaats, behoud de regie en maak resultaten en succes inzichtelijk.
Verbinden van factoren
Bij de regisseursrol gaat het vooral om het kunnen verbinden van factoren in het netwerk en het kennen van de mensen en hun belangen. Openheid is een belangrijk thema en gericht op het inzichtelijk maken van belangen en weerstanden met de eigen doelstelling steeds voor ogen.
Zijn wie je bent – authenticiteit – is daarmee een belangrijke eigenschap in de rol van beleidsregisseur. Tegelijkertijd moet hij weten waar de valkuilen liggen en wat de beperkingen zijn. Wanneer de regisseur deze kan onderkennen, kan hij om de valkuilen heen stappen en zich richten op de succesfactoren.
Gekende valkuilen zijn wet- en regelgeving en een gebrek aan communicatie. Bij wet- en regelgeving geldt dat je moet beginnen bij de bedoeling van de opgave. Om vervolgens te bezien welke wet- en regelgeving je kunt gebruiken om dat mogelijk te maken. Communicatie moet duidelijkheid en eenduidig zijn. Om misinterpretatie te voorkomen.
Kijk omgekeerd naar problemen
Tot slot wil Doodkorte beleidsadviseurs uitdagen om omgekeerd naar problemen te gaan kijken. Als voorbeeld noemt hij de aanpak van de maatschappelijke opvang vanuit het perspectief van Housing First. Het verschil tussen Housing First en andere vormen van maatschappelijke huisvesting is dat bij Housing First mensen direct van de straat een woning krijgen, met daarbij (in het begin) veel begeleiding. Kandidaten komen voor een woning van Housing First in aanmerking als zij de medewerkers van Housing First wekelijks voor een huisbezoek tot hun woning toelaten en als zij een huur- en betalingsovereenkomst afsluiten, in combinatie met budgetteren. Dat zijn de enige twee voorwaarden. Nadat zij de woning toegewezen krijgen, wordt langzaam toegewerkt naar een plan om te re-integreren in de maatschappij.
In de boeiende opleiding Beleidsadviseur 3.0 wordt op al deze aspecten ingegaan. Je werkt met en krijgt meer inzicht in de complexe en daarmee uitdagende opgaven binnen het sociaal domein. Je bent bovendien vertrouwd gemaakt met de regisserende rol, in en tussen het politieke, bestuurlijke, ambtelijke en maatschappelijke belangenspel. Je leert variaties van regievoering en je krijgt zicht op je sterke en ontwikkelpunten waar het gaat om de regisserende rol. Ook krijg je concrete instrumenten aangereikt om de regiefunctie in je eigen werksituatie te kunnen invullen.
Doelgroep
Je bent beleidsmedewerker, beleidsregisseur, programmamanager of projectleider.
Opzet
Het programma heeft een interactieve opzet. Er wordt gewerkt met opdrachten, oefeningen en simulatie. Zo mogelijk met eigen ingebrachte cases. Deze behandelen wij tijdens de leergang. Het versterken van je vaardigheden en het toepassen hiervan in de eigen werkpraktijk staat centraal. Daarnaast is ook intervisie een onderdeel van de training. Kortom: leren ván en mét elkaar!
Incompany
Deze leergang kun je ook in zijn geheel of gedeeltelijk incompany met meerdere collega’s volgen. Ben je benieuwd naar de mogelijkheden? Neem vrijblijvend contact met ons op via: Telefoon: 040 29 74 974 of mail met Guusje Verhoeven, Adviseur Incompany trainingen incompany@Sbo.nl.