- De rups doet het werk, de vlinder wordt bewonderd
De omgeving waarin beleidsadviseurs werken, verandert in snel tempo. Beleid wordt niet meer achter het bureau gemaakt, maar in samenspraak met belanghebbenden zoals inwoners, organisaties, instellingen en andere gemeenten en overheden of daarbinnen te onderscheiden afdelingen. Dit geldt ook binnen het sociaal domein. De klassieke rol van beleidsadviseur evolueert daarbij van vakdeskundige beleidsmaker naar regisseur en verbinder.
Peter Paul Doodkorte, senioradviseur bij Vondel & Nassau en Regiadviseur Zuid-Holland van de samenwerkende programma’s Inkoop en Aanbesteden Sociaal Domein, het Ketenbureau i-Sociaal Domein en het Ondersteuningsteam Zorg voor de Jeugd (OZJ), geeft zijn visie op de toekomstige rol van de beleidsadviseur aan de hand van de parabel van de vlinder (zie kader).
De omslag van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving vraagt veel van de professionele beleidsadviseur. Daarbij wordt een groot beroep gedaan op zijn/haar vaardigheid om te kunnen (en te mogen!) worstelen met de transformatie. Vlinderkracht is geboden!
Werken met en aan het versterken van de eigen kracht van mensen is een grote cultuuromslag. Het vraagt een andere houding en ander gedrag. Niet alleen van inwoners en professionals, organisaties en ondernemers, maar ook van gemeenten. Om deze opgave en de daarmee gepaard gaande taken ook op langere termijn succesvol uit te voeren moet de gemeentelijke uitvoeringskracht hierop toegerust zijn.
Het is belangrijk dat je als beleidsregisseur over vaardigheden beschikt die aansluiten bij de nieuwe rol van de overheid: flexibel, innovatief en slagvaardig zijn en interactief kunnen werken.
Succesvol doelen bereiken en doen wat écht werkt kent geen blauwdruk. Het kan alleen met behulp van en dus samen met anderen. Hoe doe je dit? Hoe weet je of je de goede dingen doet, en doe je deze dan goed?
Met beleid doen wat werkt mogelijk maken. Daar draait het om. Maatschappelijke opgaven en vraagstukken aanpakken op basis van een met het bestuur (opdrachtgever), de aanbieders/professionals (de opdrachtnemers) en de inwoners (doelgroep) overeengekomen bedoeling. Hoe pak je dit aan? Duidelijk is dat het overnemen van de opgave wellicht een optie is, maar geen duurzame oplossing brengt.
De belangrijkste pijler onder de transformatie is het versterken van het gewone leven, ook voor inwoners (jong én oud) met een levenslange en levensbrede behoefte aan zorg en/of ondersteuning. Het versterken van sociale netwerken rond gezinnen, tijdig passende hulp (maatwerk), betere samenwerking rond inwoners en meer vertrouwen en ruimte voor professionals om passende ondersteuning te bieden zijn daarbij van belang.
Het beoogde resultaat is een zaak van samenwerking. Gewoon omdat passende zorg en ondersteuning voor alle inwoners met een ondersteuningsbehoefte geen mens, geen organisatie, geen overheid en geen land in zijn eentje kan beantwoorden. Het aanpakken en oplossen ervan vraagt – afgestemd op het vraagstuk – (netwerk)samenwerking. Samenwerking echter is zo eenvoudig nog niet.
Samenwerking is nodig om regie en samenhang te organiseren. In de wetenschap en met de erkenning dat elk van de partners (inwoners, aanbieders, professionals, gemeenten/financiers) een eigen perspectief heeft dat ruimte vraagt voor een eigen invulling.
Daarbij gaat het niet om iets wat enkel speelt tussen de samenwerkende partners. Ook wat er speelt in hun gemeenschap is juist van belang. De condities voor een haalbaar en duurzaam verbond faciliteren en bewaken blijkt – net als in een huwelijk – een continu proces van samen zoeken en bijstellen. In dat proces ligt voor de beleidsregisseur een belangrijke opgave.
Als beleidsregisseur – de spin in het web – ben je zo heel veelzijdig bezig. Je opereert in een complex veld van belangen en behoeftes (wetgever, gemeente, financier, aanbieder/professional, inwoner/context) Je krijgt informatie van uiteenlopende kanten en moet de verschillende perspectieven en hun belangen zowel herkennen als weten te waarderen, Je moet lastige kwesties en dilemma’s in de juiste (politieke) context plaatsen en van concrete oplossingsopties voorzien. Tegelijkertijd moet je trends en nieuwe ontwikkelingen herkennen en de dialoog daarover mogelijk maken.
Voor het succesvol opstellen, mogelijk maken en uitvoeren van het beleid is monitoren en evalueren belangrijk. Iedereen wil immers weten of de doelen bereikt worden en wat het maatschappelijk effect ervan is (outcome); of waarom niet, zodat er (ook tussentijds) kan worden bijgestuurd. Cijfers spelen daarbij een belangrijke rol, maar zeggen niets zonder de verhalen achter de cijfers. Je moet als beleidsregisseur dus kunnen tellen én vertellen. Waarbij er vaal ook sprake is van een worsteling met (altijd te weinig) middelen. Je wilt en moet de uitvoering dus zo effectief en efficiënt mogelijk organiseren. Dat vraagt het lef keuzes te (laten) maken. Wat doen we wel en wat laten wij liggen?
Bij al deze worstelingen speelt de beleidsregisseur een sleutelrol in het leggen van verbindingen en het aansluiten bij wat er bij de verschillende actoren speelt. Bij het anderen zo sterk maken als zij kunnen zijn, is de beleidsregisseur tegelijkertijd kartrekker, verbinder en verkeersleider.
Opleiding Beleidsadviseur 3.0
In de boeiende opleiding Beleidsadviseur 3.0 wordt op al deze aspecten ingegaan. Je werkt met en krijgt meer inzicht in de complexe en daarmee uitdagende opgaven binnen het sociaal domein. Je bent bovendien vertrouwd gemaakt met de regisserende rol, in en tussen het politieke, bestuurlijke, ambtelijke en maatschappelijke belangenspel. Je leert variaties van regievoering en je krijgt zicht op je sterke en ontwikkelpunten waar het gaat om de regisserende rol. Ook krijg je concrete instrumenten aangereikt om de regiefunctie in je eigen werksituatie te kunnen invullen. Zo vergroot je jouw daadkracht en verrijk je jouw instrumentarium met tools en inzichten waarmee je in de praktijk uit de voeten kunt.
Doelgroep
Je bent beleidsmedewerker, beleidsregisseur, programmamanager of projectleider.
Opzet
Het programma heeft een interactieve opzet. Er wordt gewerkt met opdrachten, oefeningen en simulatie. Zo mogelijk met eigen ingebrachte cases. Deze behandelen wij tijdens de leergang. Het versterken van je vaardigheden en het toepassen hiervan in de eigen werkpraktijk staat centraal. Daarnaast is ook intervisie een onderdeel van de training. Kortom: leren ván en mét elkaar!
Incompany
Deze leergang kun je ook in zijn geheel of gedeeltelijk incompany met meerdere collega’s volgen. Ben je benieuwd naar de mogelijkheden? Neem vrijblijvend contact met ons op via: Telefoon: 040 29 74 974 of mail met Guusje Verhoeven, Adviseur Incompany trainingen incompany@Sbo.nl.