De woningnood zorgt voor verstedelijking en het gebruik van het OV intensiveert met 300% in 2050. Stationsgebieden zijn daarnaast in grote mate verantwoordelijk voor de toename van klimaatemissies. Hoe richt je een stationsgebied in dat deze uitdagingen meeneemt én een aanknopingspunt voor meer is? Iris van Huijstee, architect bij Movares, deelt haar bevindingen bij het ontwerpen van het stationsgebied van de toekomst.
Het stationsgebied als ruimtelijke en sociale verbinder in de stad
Iris: “Stations waren vroeger een transitieruimte waar je het liefst zo min mogelijk tijd besteedt. Het moet nu ingericht worden als aanknopingspunt voor meer. Een stedelijk knooppunt waar vervoer, ontmoeten, commercie, wonen en werken samenkomen. Je doet dit niet door alles vol te bouwen, maar juist door te zoeken naar een balans tussen verdichting en ruimte. Als het een fijne plek is waar je een prettige reis hebt én waar de ruimte is om op een bankje een kop koffie te drinken, ontwikkelt de omgeving vanzelf. Mensen blijven langer hangen en bedrijven vestigen zich. Utrecht Centraal is een uitstekend voorbeeld hiervan”.
Een stationsgebied transformeren
“Stations zijn, op de manier waarop ze in de jaren 50 zijn ingericht, best onveilige plekken waar niks gebeurt. Mensen gooien hun auto of fiets neer en pakken zo snel mogelijk de trein. Een voorbeeld is de gemeente Vlissingen. Zij hebben een desolaat stationsgebied waar je vroeger op de boot stapte, maar deze functie vervult het niet meer dankzij de Westerscheldetunnel. Zij zitten nu met een groot verhard stuk land waar niets gebeurt. Vlissingen wil hier evenementen organiseren, maar dan moet de ruimte eerst aantrekkelijk worden. Als dit lukt, wordt het een magneet voor verdere ontwikkeling. De ontwikkeling van het stationsgebied is vaak een samenwerking tussen spoorwegbeheerder en gemeente. Helmond wil bijvoorbeeld achter het station een woonwijk realiseren, en hier hoort een tunnel onder het spoor van ProRail bij. ProRail zegt vervolgens, als jullie dat doen, pakken we gelijk onze gebouwen en fietsenstalling aan. Ze komen zo samen tot mooie plannen”, zegt Iris.
Mobiliteit in de toekomst
“Gemeenten worstelen erg met de mobiliteitsprognose. Parkeerplaatsen zijn ruimtevreters, en om dit ondergronds te organiseren is niet duurzaam en kostbaar. Focus je op deelmobiliteit of busvervoer, dan moet je bedenken wie deelvervoer gaat uitbaten en hoe je omgaat met busconcessies in kleinere gemeenten. Je moet meenemen wat in de toekomst nodig is qua vervoer, voorzieningen én openbare ruimte”, aldus Iris. “Daarnaast moet het ontwikkelprogramma passen bij de identiteit en het karakter van de stad, om te zorgen dat het stationsgebied wordt omarmd door de inwoners. De ontwikkeling van een stationsgebied is dus écht een opmaat voor meer bedrijvigheid in het gebied”.
Drie uitdagingen voor stationsgebieden
Iris: “Hoewel er bij de ontwikkeling van het stationsgebied altijd gekeken wordt naar de planologie van de omgeving, is flexibiliteit in het ontwerp cruciaal. Het moet meegroeien met veranderende behoeften. De verwachting is namelijk dat gebruik van het openbaar vervoer in 2050 met 300% is geïntensiveerd. Daarnaast krijgen we te maken met verstedelijking door woningnood én moeten we rekening houden met CO2-uitstoot en de klimaatdoelstellingen. Deze drie uitdagingen contrasteren met elkaar, en vormen een interessant speelveld voor het ontwerpen van een stationsgebied van de toekomst. Deze uitdagingen nemen we mee in een flexibel ontwerp: er is ruimte om extra sporen aan te leggen of juist te demonteren.
Ontdek de transformatieve kracht van het vernieuwde stationsgebied
“De randstad is vol, dus je ziet steeds meer mensen naar de randen van Nederland trekken. Limburg is erg aantrekkelijk, omdat je hier een stuk goedkoper woont dan op andere plekken. De ontwikkeling van stationsgebieden is in Limburg in volle gang”. Wil jij meedenken over de uitdaging waar ze in Limburg tegenaan lopen, of wil jij gemeenten, ingenieursbureaus of beleidsadviseurs ontmoeten die iets kunnen betekenen voor jouw vraagstukken? Kom dan naar het Nationaal Stationscongres 2024. Hier vertelt Iris, samen met een collega van Movares, over de ontwikkeling van stationsgebieden. “Je raakt hier super geïnspireerd en komt met de juiste mensen in gesprek voor jouw project omtrent mobiliteit”, sluit Iris af. Wil je meer weten over het programma? Vraag dan de brochure aan.