In gesprek met Jack Mikkers, burgemeester van de gemeente Veldhoven en docent op de cursus Bestuurlijke aanpak van georganiseerde misdaad.
Waarom pakt u jeugdgroepen aan?
Een aantal jaar geleden kende de gemeente Veldhoven veel problemen met een jeugdgroep. De jongeren werden in verband gebracht met maar liefst 400 strafbare feiten. Buurtbewoners werden geconfronteerd met een diversiteit aan vernielingen, intimiderend gedrag en andere strafbare feiten. Het signaal over de groep bereikte mij in de driehoek. De politie heeft geprobeerd om extra recherchecapaciteit te krijgen voor de groep, maar dat is niet gelukt. Inzet van het Jongerenwerk kon het tij ook niet meer keren. In de driehoek hebben de gemeente, het Openbaar Ministerie en de politie vervolgens de handen ineen geslagen om de klus samen te klaren. Dat betekende in
de praktijk dat alle drie de organisaties, de politie, het Openbaar Ministerie en de gemeente, alle pijlen richtten op de groep met als doel zoveel mogelijk strafbare feiten op te lossen, dus grenzen te stellen en zoveel mogelijk, samen met de ouders, de jongeren weer op het rechte pad te krijgen.
Wat is uw rol in de aanpak van problematische jeugdgroepen en hoe geeft u sturing aan de aanpak?
In de lokale driehoek is steeds de afstemming gezocht met de partners, politie en Openbaar Ministerie. Dat resulteerde in zogenaamde ‘maatschappelijke sfeerrapportages’ die aan de processen verbaal werden toegevoegd, zodat het Openbaar Ministerie bij de rechter kon aantonen in welke context deze jongeren een straf verdienden. Deze gezamenlijke gedrevenheid in de driehoek heeft ervoor gezorgd dat er een andere sfeer heerste. We zijn een team geweest in plaats van een vergadering. Daarnaast hebben de ouders van de jongeren en de professionals gezien dat ik veel belang hechtte aan het oplossen van de problemen. Zo heb ik een ouderbijeenkomst georganiseerd om met ouders in gesprek te gaan en hen een helpende hand te reiken. Ook ben ik naar een briefing gegaan bij de politie. Ik vond het belangrijk om de politieambtenaren te steunen in hun werk. Met deze attitude is er synergie ontstaan en kwam er energie vrij bij alle betrokkenen om de problemen met de groep op te lossen.
Als er partijen zijn die niet of onvoldoende meewerken, hoe zorgt u er dan voor dat zij wel meewerken?
Niet alles is zonder slag of stoot gegaan. De gemeente kan bepaalde organisaties inschakelen voor het leveren van een ‘dienst’ of traject, maar de uitvoering daarvan voldoet niet altijd aan de verwachtingen. Er was een organisatie die een minder goede prestatie leverde. De professionaliteit van medewerkers is erg belangrijk voor de resultaten die worden beoogd en het is lastig om daar als gemeente invloed op uit te oefenen. De organisatie aanspreken op de kwaliteit van hun werk is in elk geval het minste wat je kunt doen. Dat is in dit geval ook gebeurd.
Welke factoren zijn succes bepalend binnen uw aanpak?
De succesfactor in deze aanpak is dat de driehoek een (integraal) team heeft gevormd. Fysieke aanwezigheid en aandacht voor de betrokkenen maakt verschil. Ik was de aanvoerder van het team en er bestond synergie en de wil om de klus gezamenlijk te klaren. Een goede analyse van de groep was het uitgangspunt voor hele concrete acties, ook strafrechtelijke. De ouders zijn serieus genomen in hun gebrek aan kennis over het omgaan met groepsdruk in de opvoeding van hun kind en hebben daarbij hulp gekregen.De aanpak in Veldhoven is succesvol geweest en dat blijkt uit het feit dat van de 400 gepleegde strafbare feiten er maar liefst 225 zijn vervolgd. Daarnaast heeft de ervaring met de integrale aanpak van deze groep geleid tot een goed preventief jeugdbeleid waardoor tot op heden de problematiek rondom jeugdgroepen in Veldhoven heel beperkt is en in elk geval goed te reguleren.
Wat mist u nog om de aanpak succesvoller te maken?
Wat gaandeweg duidelijk werd in Veldhoven, is dat er in het maatschappelijk veld geen organisatie is die hulp en ondersteuning biedt aan de ouders wiens kinderen 18 jaar of ouder zijn en in sommige gevallen kampen met LVB problematiek. Deze jongeren zijn in het strafrechtproces terecht gekomen en de ouders stonden buitenspel. Zij zijn geen partij voor de justitiële partners en derhalve ook slachtoffer van de daden van hun kind. Deze ouders kunnen zich niet beroepen op hulp of ondersteuning van bijvoorbeeld een organisatie als Slachtofferhulp Nederland, want die dient een andere doelgroep. Deze ouders zijn hiermee een vergeten groep.
Welke lessen zijn voor andere gemeenten te trekken uit uw ervaringen en resultaten in de praktijk?
Een maatschappelijk leerpunt voor iedereen is dat het voor ouders van jongeren die overlast veroorzaken of strafbare feiten plegen, grote sociale gevolgen kan hebben. Zeker in middelgrote en kleine gemeenschappen waar sprake is van meer sociale cohesie dan in grotere gemeenten. Snel en adequaat optreden van de overheid is noodzakelijk om deze gevolgen te beperken. Door als burgemeester zichtbaar te zijn voor de betrokkenen en de professionals, maakt dat het verschil.
Meer weten?
Op de opleiding ketenregisseur risicojeugd leert u hoe u komt tot een integrale persoonsgerichte aanpak van risicojongeren.