Als burgemeesters zich niet aan de wet houden, waarom zouden burgers dat dan wel doen? Er komen er steeds meer: burgemeesters die hun spierballen laten zien. Als bestuurlijke sheriffs doen ze er alles aan om van te voren overlast tegen te gaan. Ze delen gebiedsverboden uit aan criminele asielzoekers, verbieden demonstraties, sluiten clubhuizen van motorclubs en zetten een streep door aangekondigde manifestaties. Ze maken zich doorgaans populair als burgemeester ‘die pal staat voor de bevolking’, maar volgens Jan Brouwer kunnen deze krachtpatsers zich meten met de president van Gambia. Die hield zich ook niet aan de wet, en weigerde zelfs af te treden, omdat dit nu eenmaal beter voor het land zou zijn.
Jan Brouwer, hoogleraar Algemene rechtswetenschap aan de Rijksuniversiteit Groningen, directeur van het Centrum voor Openbare Orde en Veiligheid en docent van de cursus Wet- en regelgeving in Openbare Orde en Veiligheid en de cursus Openbare Orde, Rampen en Noodbevoegdheden.
Begrijp ik nu goed dat juist de burgemeesters die een stapje extra zetten, knagen aan de rechtsstaat?
“Inderdaad. Hoewel ik soms begrip heb voor hun acties, treedt de overheid met regelmaat buiten de zelf gecreëerde kaders van de rechtsstaat. Als zíj zich niet meer gebonden achten aan het recht, wat moeten hun burgers dan wel niet denken?”
Maar een burgemeester kan moeilijk over zich heen laten lopen.
“In onze Grondwet staat het recht op vergadering, het demonstratierecht en de vrijheid van meningsuiting beschreven. Als die rechten worden bedreigd, bijvoorbeeld door onrust van tegenstanders, moet een burgemeester met politie-inzet bescherming bieden. Behalve als er sprake is van ‘bestuurlijke overmacht’, als de burgemeester bijvoorbeeld niet genoeg politie op de been kan brengen. Sinds alle korpsen zijn samengevoegd en er één Nationale Politie is, geldt die uitzonderlijk eigenlijk niet meer. Er is altíjd voldoende politie.
“Daarnaast worden die rechten selectief toegepast. Als er mensen uit Eritrea vergaderen in Veldhoven, wordt die bijeenkomst wel erg snel verboden. En als Pegida in Amsterdam de straat op wil met een hakenkruissymbool op de vlag, komt de burgemeester te snel met een verbod. De rechter heeft overigens achteraf vastgesteld dat het hakenkruis toelaatbaar is, in een context met andere symbolen. Met die verboden vooraf bepalen burgemeesters zelf waartegen gedemonstreerd mag worden. Daarmee wordt het recht op demonstratie politiek toegepast. En dat is weer volstrekt in strijd met de Grondwet: die is voor en van iederéén. Bestuurders miskennen zo de inhoud van het recht en misbruiken hun macht.”
Ander spierballengerol is te zien in de omgang met al dan niet criminele asielzoekers. Die krijgen steeds vaker met de burgemeester te maken, die hen het liefst op het terrein van het azc houdt.
“Ik begrijp dat burgemeesters moeten handelen, ook om het draagvlak jegens vluchtelingen in stand te houden. En om hun eigen positie te beschermen; de meeste burgemeesters treden af vanwege veiligheidsvraagstukken. Toch mág het niet. Een asielzoeker die een delict pleegt moet vervolgd worden, en de rechter zal daarover een uitspraak doen. Dat is de juridische weg. Als de burgemeester met een huisarrest een asielzoeker dwingt op het terrein van een azc te blijven, is dat feitelijk een door de burgemeester bepaalde gevangenneming. Als ze de stad niet meer in mogen, heet dat verbanning. Daar moet een burgemeester van weg blijven.”
Burgemeester Jos Heijmans van Weert antwoordde op kritiek op zijn huisarrest voor vreemdelingen: ‘Of het juridisch kan, interesseert me niet. Het is nodig.’
“Onvoorstelbaar dat hij dat zegt. Eigenlijk heeft hij lak aan de rechtsstaat. Hij oogst applaus in de raadszaal, maar hoon in de rechtszaal. Justitie gaat de asielzoekers die het huisarrest hebben overtreden niet vervolgen omdat er geen juridische basis onder die maatregel lag. Er is zelfs aangifte tegen de burgemeester gedaan en hij wordt mogelijk juridisch vervolgd vanwege zijn optreden. Erger is dat hij als gezagsdrager een totaal verkeerd voorbeeld geeft. Je kunt de rechtsstaat níet aan de kant zetten. Jos Heijmans schept zo een bananenrepubliek, hoor ik wel eens.”
Toch hebben burgemeesters het niet makkelijk. Nu moeten ze ook al optreden als er sprake is van ondermijnende criminaliteit. Ga er maar aan staan.
“Die modeterm ondermijnende criminaliteit wordt tegenwoordig gebruikt om de inzet van burgemeesters bij de aanpak van strafbare feiten te legitimeren. Dat is geheel nieuw. Soms is die inzet efficiënt, zoals bij de drugsaanpak in Brabant. Maar burgemeesters zullen ook moeten toegeven dat ze totaal niet geëquipeerd zijn om zo’n rol te vervullen. Justitie is een anoniem apparaat en kan reageren op bedreigingen, burgemeesters en ambtenaren zijn heel kwetsbaar en meestal niet juridisch onderlegd. Blijf bij je leest, zou ik zeggen.”
Politici hebben een hekel aan het recht, en ook aan rechters, zei u eerder.
“Ja, maar dat zou niet zo moeten zijn. Het recht vormt juist het kader waarbinnen zij kunnen opereren. Laat ze een voorbeeld nemen aan Jozias van Aartsen, de oud-burgemeester van Den Haag, die op de roep om op te treden tegen IS-vlaggen zijn rug recht hield en uitlegde dat een burgemeester niet over de inhoud van de demonstratie gaat. Maar Jozias van Aartsen heeft dan ook rechten gestudeerd.”
Vijf krachtpatsers
Burgemeester Hubert Bruls van Nijmegen gaf vijf van criminaliteit verdachte asielzoekers in Nijmegen een gebiedsverbod: ze mogen het terrein van het azc niet af. Volgens hoogleraar rechtswetenschappen Jan Brouwer komt dat neer op detentie. Nog eens vijftien mogen Nijmegen niet meer binnen. Dat is volgens Brouwer verbanning.
“Of het juridisch kan, interesseert me niet. Het is nodig”, zei burgemeester Jos Heijmans van Weert, toen hij rond de jaarwisseling 26 bewoners van een asielzoekerscentrum huisarrest oplegde. Zes van hen hielden zich daar niet aan, maar justitie besloot hen niet te vervolgen omdat juist de burgemeester zich niet aan de regels had gehouden. Volgens Jan Brouwer verkleint deze uitspraak Jos Heijmans’ geloofwaardigheid. “En dat voor iemand van het rechtsstatelijke D66.”
Burgemeester Jack Mikkers van Veldhoven verbood een vergadering van de YPFDJ, de jongerenafdeling van de Eritrese regeringspartij. Hij was bang voor de verstoring van de openbare orde. Volgens Jan Brouwer had hij de betoging van tegenstanders moeten aanpakken om de vergadering te beschermen.
Burgemeester Eberhard van der Laan van Amsterdam verbood de anti-islambeweging Pegida een hakenkruis mee te voeren in een optocht. Volgens Jan Brouwer gaat dit tegen de wet in. Een burgemeester mag zich nooit bemoeien met de inhoud van een demonstratie.
Locoburgemeester Bouke Arends van Emmen liet het clubhuis van motorclub No Surrender slopen. Afgeluisterde gesprekken over drugsgebruik en -handel in het clubgebouw waren de aanleiding. Dat had volgens Jan Brouwer via het strafrecht gemoeten.
Meer weten?
Op de cursus Openbare Orde, Rampen en Noodbevoegdheden leert u wat de bevoegdheden en taken zijn van de burgemeester bij de openbare orde handhaving.
Op de cursus Wet- en regelgeving in Openbare Orde en Veiligheid leert u van experts wat de (nieuwe) wetten op openbare orde en veiligheid betekenen voor uw uitvoeringspraktijk.