Criminelen schrikken van mannen in pak

Bedrijventerrein Spaanse Polder heeft volgens Rotterdam en Schiedam economische potentie, maar is ook een supermarkt voor de georganiseerde criminaliteit. Marcel van de Ven, stadsmarinier bij de gemeente Rotterdam en docent op de cursus Bestuurlijke aanpak van ondermijning, is met ‘Team Galatee 7’ neergestreken tussen de autogarages. ‘De overheid is terug.’

Vrijstaat

Het is een drukte van belang in het kantoor van de stadsmarinier aan de Galateestraat 7 in de Spaanse Polder. Een tussenpersoon belt Wout met de vraag of investeerders uit Abu Dhabi honderden miljoenen kunnen investeren in één van de grootste stedelijke bedrijventerrein van West-Europa, John maakt zich op om met twee toezichthouders poolshoogte te nemen bij een vervuilde loods, Mariette inspecteert de erfpacht, Just overlegt over een onderzoek naar een malafide autogarage en stadsmarinier Marcel belt over zijn aanstaande presentatie aan de Rotterdamse raad over het baanbrekende project om de ‘vrijstaat’ voor criminelen Spaanse Polder te veranderen in een ordentelijk en vitaal bedrijventerrein. ‘We spannen met z’n allen een net rond een verdacht figuur. We hebben inmiddels 16 ongewenste bedrijven of ontwikkelaars de deur van de Spaanse Polder gewezen’, zegt Marcel van de Ven trots.

Vitaal bedrijventerrein

De gemeente is terug in de Spaanse Polder (zo’n 900 bedrijven op 184 hectare grond), niet met een politieactie hier en een spreekuur daar, maar op een vaste stek. De stadsmarinier houdt sinds mei vorig jaar domicilie in de Galateestraat, op de plek waar eerder een illegale lunchroom zat. De pui van het kantoor is volgeplakt met opvallende stickers: veilig, vitaal, toezicht, samenwerken – woorden die uit iedere beleidsfolder kunnen komen, maar die in de Galateestraat ook wat betekenen. Wout werkt foute ondernemers weg en poogt goede binnen te halen, oud-politieman Klaas houdt zich bezig met een schone en veilige Polder, John is de buitenman die het gebied afstruint en Just is projectleider van de ondermijningsaanpak. Marcel de stadsmarinier is organisator, netwerker en link met de Coolsingel. Rotterdam had overigens eerst een ander pand in de Spaanse Polder op het oog, maar de huur ging niet door toen bleek dat de eigenaar getrouwd bleek met de grootste hennep teler van de stad. Het zegt iets over het bedrijventerrein, waar deze zomer in een leeg bedrijfspand nog 111 pakjes cocaïne van een kilo elk werden gevonden.

Omerta

De Spaanse Polder ontving in 2011 de Menzis Bedrijventerrein Award in de categorie economie, maar dat was waarschijnlijk om wat voor moois er kón gebeuren, niet om wát er gebeurde. Het bedrijventerrein op de grens van Rotterdam en Schiedam heeft volgens de twee gemeenten alles om succesvol te zijn (aan de A20 en vlakbij het vliegveld en Europa’s grootste haven), maar ook alles om een broeinest van misdadigheid te zijn. Criminoloog Eric Bervoets deed er op verzoek van Marcel van de Ven onderzoek en concludeerde dat het bedrijventerrein ‘een supermarkt voor criminelen’ is. Alles is er voor de criminele bedrijfsketen – van productie tot transport en handel. Afgaand op de meldingen kan de Spaanse Polder wedijveren met ‘s lands veiligste gemeente Tubbergen, maar schijn bedriegt volgens Eric Bervoets. De ‘omerta’ van de Spaanse Polder: mensen houden hun mond, maar dat wil niet zeggen dat het er pluis is. Als je je ogen de kost geeft, dan herken je aan de rafelranden en in de kleine slechtere straatjes van de Spaanse Polder typisch ‘vrijstaatgedrag’, zegt Marcel van de Ven. Wat dat is? ‘Alsof je als Feyenoord-supporter de Ajax-kantine binnenstapt, die sfeer. Gasten die bij integrale controles op scooters langsrijden en je intimideren. “Hé, wat komen jullie hier doen?” Jarenlang konden ze dat ongestraft doen, want ze hadden de openbare ruimte geconfisqueerd. Dit was hun gebied. Ik reed met de wijkagent in een politieauto door zo’n straatje en daar stonden van die gasten tegen een auto. “Rot op, klootzakken.” Tegen de politie, hè?’

Ondermijnende criminaliteit

Door jaren van verwaarlozing zijn er volgens hem patronen van ondermijnende criminaliteit ingesleten. Marcel van de Ven: ‘Burgemeester Aboutaleb zei tijdens ons eerste ondernemersdiner eerlijk: “We steken de hand in eigen boezem. We hebben andere keuzes gemaakt en de Spaanse Polder laten verwezen.” Het was crisis en de bedrijventerreinen vielen na de opheffing van de deelgemeenten tussen wal en schip. Het goedkope vastgoed was door de crisis niets meer waard en daar kroop gribus in. Je kunt met incidentele politieacties en FIOD-invallen vervolgens wel het gras maaien, maar je hakt er de wortels van de georganiseerde misdaad niet mee weg.’ Als de ‘dienstauto’s zijn vertrokken’, mag het nu geen business as usual meer zijn in de Spaanse Polder, zei de trekker van de justitiële aanpak burgemeester Cor Lamers van Schiedam eerder dit jaar. Dus zit de stadsmarinier op het bedrijventerrein, midden tussen de autogarages. Toen hij er vorig voorjaar neerstreek, telde de Spaanse Polder 184 garages (‘met een beetje geluk zijn dat er morgen weer twee minder’). Bonafide autogarages, maar ook malafide zonder klanten, waar gestolen auto’s worden omgekat, auto’s worden verbouwd om drugs en wapens te vervoeren of die simpelweg witwasserijen zijn. In een recente beschouwing van de NSOB staat een kostelijke anekdote over Marcel van de Ven die de eigenaar van een groot autobedrijf tegenover zijn eigen pand ontmoet. ‘Ik ben er ook voor u’, zegt Marcel van de Ven. ‘Daarom zult u het wel prettig vinden dat ik in de straat camera’s laat installeren. We werken samen met de politie, de Belastingdienst, het OM en de FIOD. Dan weet u dat de gemeente er bovenop zit.’ Een paar weken later is de garage leeg en de eigenaar vertrokken.

Beroepsoog

BOVAG, RWW-erkend, stagebedrijf – ‘op basis van de pui zou ik mijn auto er zo naartoe hebben gebracht’, zegt de stads marinier. ‘De façade was in orde, maar ik zat hier tegenover die garage en dacht: ik zie geen bedrijvigheid en wat is het mooi opgeknapt. Waar doet hij dat van? Je ontwikkelt een beroepsoog. Gewoon logisch nadenken. De briljante Cruijff zei al: je gaat het pas zien als je het doorhebt.’ Hij kent zijn pappenheimers inmiddels wel zo’n beetje. Dat betekent óók dat hij in een leenauto rijdt, altijd op verschillende manieren naar en van de Spaanse Polder. Dat zijn collega’s altijd met z’n tweeën op pad gaan. Bedreigd is hij (nog) niet. Marcel van de Ven: ‘We zitten hier in het hol van de leeuw, maar criminelen weten dat ik de volle steun heb van de burgemeester. Ik ben zijn vooruitgeschoven post. Als ze mij iets doen, krijgen ze de volle lading over zich heen.’ En omkoping? Mag geen naam hebben. ‘Een pandeigenaar die zat te spinzen op herontwikkeling van zijn aftandse pand, zei jolig dat hij mij wat zou toestoppen als ik dat kon regelen. “Je maakt een grap, hè, want anders heb je een probleem”. “Nee, geintje, geintje”.’

Verbetering ondernemingsklimaat

Het is nog lang geen koek en ei in de Spaanse Polder en als de gemeenten het er (wederom) bij laten zitten, is het bedrijventerrein in no time weer een speeltuin voor criminelen, maar de bestrijding van de ondermijnende criminaliteit door een combinatie van repressie en verbetering van het ondernemersklimaat werpt zijn vruchten af. Zero-tolerance, lik-op-stuk – de Spaanse Polder heeft (veel) meer nodig. ‘In die zin moet je je als stadsmarinier opnieuw uitvinden’, zegt hij. ‘Ik ben niet de crimefighter van tien jaar geleden. Ik ben people manager en makelaar. Gisteren liep ik hier met een paar beleidstoeristen. Dat doe ik graag; criminelen schrikken van mannen in pakken. Ik zie een man bij een gesloten pand naar binnen gluren. Ik bel niet de politie, maar stap op hem af en vraag: “Kun je het vinden?” Hij schrikt. “Wie ben jij dan?” “Ik ben Marcel van de Ven van de gemeente Rotterdam. Zoek je een pand?” Ja, dat zocht hij. “Ik wil een bedrijfje beginnen.” “Nou, hier om de hoek zit ons kantoor. Stap naar binnen en spreek Wout aan. Die heeft alle panden in beeld.” Vanochtend heeft hij Wout gesproken. Die man bedankte mij hartelijk. Hij toeterde nog drie keer. Of het wat wordt weet ik niet, maar die bemiddelende rol ligt mij.’ De term stadsmarinier roept een repressief beeld op, maar Marcel van de Ven doet vanuit ‘Galatee 7’ het tegenovergestelde. ‘Ik bestrijd niet, ik bevrijd.’ Hij ‘bevrijdt’ potentieel in de Spaanse Polder door de schijnwerper niet te richten op alles wat fout is, maar op wat goed gaat. Marcel van de Ven: ‘Want als je het negatieve belicht, wordt het groter en vanzelf een obstakel. Je moet een vernieuwende en creatieve aanpak kiezen, waarin je veel succesvoller kunt zijn. Ik heb een beeld van de toekomstige Spaanse Polder. Ik zit niet vast aan het verleden en aan repressie. Daardoor kan ik met alle partijen samenwerken. Als ik de Spaanse Polder ruimtelijk-economisch wil ontwikkelen, dan moet ik daarbij netwerken van ontwikkelaars en ondernemers betrekken.’

Meer weten?

Over Frank van Summeren

Congres- en opleidingsmanager veiligheid bij het Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid.

Bekijk ook

Nieuwe werkwijze arbeidsongevallen zorgt voor meer veiligheidsbewustzijn bij bedrijven

84 procent van de bedrijven waar een arbeidsongeval is gebeurd, voert alle maatregelen die in …

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *