Het overgrote deel van de gemeenten in Nederland ondervindt schade van georganiseerde misdaad waarbij de integriteit van de samenleving in het geding is en waarbij de directe leefomgeving van bewoners wordt bedreigd. Drugshandel, mensenhandel en illegale prostitutie zijn voorbeelden van criminele activiteiten die zich in een gemeente kunnen manifesteren. De bestuurlijke aanpak is hét instrument om criminele activiteiten te belemmeren en te frustreren. Aan het woord zijn verschillende experts over de bestuurlijke aanpak van georganiseerde misdaad.
Gemeenten en de bestuurlijke aanpak van georganiseerde misdaad
Georganiseerde misdaad heeft op verschillende wijzen impact in de gemeente. De veiligheid en het woon- en leefklimaat in wijken en buurten verslechteren door overlast en verloedering die georganiseerde misdaad met zich meebrengt. De economische activiteiten van lokale bedrijven raken ontwricht door georganiseerde misdaad . Illegaal ondernemerschap veroorzaakt concurrentievervalsing. Georganiseerde misdaad druist in tegen de regels, wetten en beleid die binnen de gemeente gelden. Ze ondermijnen het lokale gezag. Wanneer een gemeente hierop geen goed zicht en geen grip (meer) heeft, kunnen illegale praktijken de bestuurskracht van het lokale bestuur aantasten. Gemeenten kunnen voorkomen dat criminelen door hen worden gefaciliteerd wanneer het bijvoorbeeld gaat om vergunningverlening of subsidieverstrekking. Ze kunnen daarnaast voorkomen dat er een vermenging ontstaat tussen de onder- en bovenwereld. Ten slotte kunnen ze de economische machtsposities doorbreken die zijn opgebouwd met kapitaal dat met criminele activiteiten is verdiend. De bestuurlijke aanpak richt zich dus niet op de kernactiviteiten van de georganiseerde misdaad, maar op de cruciale ondersteunende activiteiten. De maatregelen van gemeenten richten zich dan vaak ook niet op personen (de potentiële daders), maar op de situaties en gelegenheidsstructuren. Het is de gemeente die de regie kan nemen, bestuursrechtelijke instrumenten in kan zetten, alle betrokken partijen samen kan brengen en met deze samenwerkingspartners de noodzakelijk maatregelen vorm kan geven.
Luuk Olsthoorn, programmaleider Bestuurlijke Aanpak bij het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid en docente op de cursus Bestuurlijke aanpak van georganiseerde misdaad.
Informatie uitwisseling en de aanpak van georganiseerde misdaad
Bij de bestrijding van velerlei vormen van criminaliteit – en in het bijzonder georganiseerde criminaliteit – zitten overheidsorganisaties zelden meer alleen aan tafel. ‘Wie heeft de beste kaarten?’ is een bekend adagium, maar veel regelgeving en oude gewoontes stammen nog uit de tijd dat iedere partner op eigen houtje het eigen kaartspel zat te spelen. Die tijden zijn veranderd en zullen nog meer veranderen nu er steeds meer informatie vrijelijk beschikbaar is en ook steeds meer vrijelijk uitgewisseld kan worden door gewone burgers en private partijen. Deze sterke krachten van de informatiemaatschappij zullen de spelers zelf, het spel en de spelregels onvermijdelijk veranderen.
Edward Kleemans, hoogleraar zware criminaliteit en rechtshandhaving aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en docent op de cursus Informatie uitwisseling in de veiligheidsketen, richt zich in zijn onderzoek op vormen van zware criminaliteit die in georganiseerd verband worden gepleegd.
Het voorkomen van bedreigende situaties
Het verschijnsel bedreiging heeft na de moord op Pim Fortuyn een hoge vlucht genomen. Niet alleen bij prominente personen is sprake van een toename van het aantal bedreigingen. Ook gewone burgers worden in toenemend aantal bedreigd. Er is over het onderwerp bedreiging echter weinig bekend. Het stelsel Bewaken & Beveiligen (B&B) hanteert geen definitie van bedreiging. Wel geeft het stelsel B&B de grens aan voor de burger: “burgers en organisaties mogen van de overheid verwachten dat die hen door het treffen van veiligheidsmaatregelen te hulp schiet op het moment dat de aantasting van hun veiligheid zulke gewelddadige vormen dreigt aan te nemen, dat zij daar op eigen kracht geen weerstand meer tegen kunnen bieden” In het decentrale domein is de hoofdofficier van justitie verantwoordelijk – en daarmee beslissingsbevoegd – voor het treffen van beveiligingsmaatregelen wanneer gevreesd wordt voor het leven van personen, hun fysieke integriteit of voor andere ernstige delicten. Elke burger in het decentrale domein kan een beroep doen op het stelsel B&B. Voorwaarde is dat de aantasting van zijn veiligheid op dat moment zulke gewelddadige vormen dreigt aan te nemen, dat hij daar zelf, of de organisatie(s) waartoe hij behoort, geen weerstand tegen kan bieden.
Peter Adriaens, beleidsmedewerker Bewaken & Beveiligen bij het Openbaar Ministerie en docent op de opleiding beleidsmedewerker Openbare Orde en Veiligheid, schreef het boek ‘Het stelsel B&B geëvalueerd’ over het stelsel bewaken en beveiligen van (bedreigde) personen, objecten en diensten op decentraal niveau