Sietske Dijkstra, eigenaar van Bureau Dijkstra, docent op de opleiding regisseur huiselijk geweld en kindermishandeling en voormalig lector huiselijk geweld en hulpverlening in de keten aan het Expertisecentrum Veiligheid van de Avans Hogeschool, promoveerde aan de Universiteit Utrecht op een onderzoek naar hoe slachtoffers betekenis geven aan geweld.
Is het nodig dat professionals in dit werkveld zelf ervaring hebben gehad met huiselijk geweld, om zich goed in anderen te kunnen verplaatsen?
“Voor mij is het absoluut geen maat der dingen dat je geweldservaringen zelf moet kennen om ze te kunnen begrijpen. Gelukkig niet zou ik haast zeggen. Natuurlijk is het wel belangrijk dat je het nodige inlevingsvermogen hebt als je met dit werk bezig bent. Het is ook van belang om te blijven werken aan je vaardigheden. Tijdens gesprekken die je met betrokkenen hebt kan het zijn dat je geïrriteerd raakt omdat iemand over je grenzen heen gaat. Bijvoorbeeld als je al een aantal keren het gesprek wil afronden en de ander wil dat niet. Of dat je denkt: “Jeetje zeg, hoe kan het zo zijn dat iedereen zich daar de handen van af getrokken heeft”. Je wordt dan almaar bozer. Dan komen er soms dingen bij kijken waar je empathie op de proef wordt gesteld. Het is niet alleen maar empathie. Het is soms ook grenzen stellen en bewaken. Ook die vaardigheid is niet voor iedereen weggelegd. De eigen ervaring kan een enorme rijke bron zijn, maar ook je grootste struikelblok”.
Soms lijken mensen zich vast te klampen aan hun slachtofferschap, dat het een soort identiteit wordt. Hoe zie jij dat?
“Het woord slachtoffer gebruik ik niet zo vaak. Ik vind dat geen goed woord. Ik heb het over betrokkenen of direct betrokken of ik benoem het geweld. Ik noem het ook geen ervaringsdeskundigen, want niet iedereen die ervaring heeft met seksueel misbruik is deskundig. Vroeger, in de tijd van Judith Herman gebruikten we de term overlevende of survivor. Dat heeft ook bepaalde nadelen. Het gaat om het zoeken naar een balans tussen aandacht voor klachten en krachten. Het woord dader mag eigenlijk alleen gebruikt worden als iemand veroordeeld is. Daarvoor is iemand een pleger. Met deze concepten moeten wij voorzichtig, gevoelig omspringen. Het schetst soms ook een tweedeling waar die niet is. Het woord slachtoffer perst iemand in een keurslijf. Dat is benauwenis. Ik wil juist ruimte”.
“Je ziet dat dit in de media ook niet is veranderd. Wij zagen dat dubbele beeld al toen wij met misbruik bezig gingen. De VSK, de Vereniging tegen seksuele kindermishandeling, dat waren begin jaren tachtig vrouwen die vanuit hun eigen ervaring deze krachtige boodschap naar buiten brachten. Zij wilden gezien worden als deskundig en als slachtoffer. Dat werd moeilijk gevonden. Juist hun slachtofferschap heeft ook veel stuk gemaakt. Als je nu soms bepaalde programma’s ziet wordt er vaak alleen maar een onherkenbaar naamloos gezicht in beeld gebracht. Wat mij betreft geeft dat aan dat betrokkene eerst slachtoffer is en blijft en daarna pas een naam heeft. Ik denk dat dit een heilloze weg is. Omdat ook dit sporen nalaat, en dat doet wat met een mens”.
Het kan natuurlijk ook psychisch geweld zijn. Soms kan dat erger zijn dan lichamelijk geweld. Hoe kijk jij ernaar?
“Ja, ik zie dat het ook in de taal zit, in de bejegening, in de houding, in de soort vragen die wel of juist niet gesteld kunnen worden. Misschien is dat wel de essentie van de boodschap die ik wil overbrengen. Om het te duiden noem ik dat voor het gemak het binnen- en buiten perspectief, in de doos of buiten de doos. Dat is wezenlijk verschillend. Het kan ook zijn dat je zelf in die doos zat of zit. Dan kijk je van binnen naar buiten door een piepklein gaatje naar de wereld. Dat is een heel ander perspectief. Zo zijn er verschillende perspectieven mogelijk op die doos. Als we te veel van buiten naar binnen kijken verliezen we aan diepte, aan rijkdom, aan diversiteit. Dan maken we het stereotiep. Binnen moet er ook (terug)gepraat en gehoord worden naar buiten, maar van buiten moet er ook gepraat worden naar binnen. Daarom kan het zo goed zijn om iemand iets te laten ervaren over zijn of haar binnenwereld. Dat werkt verbindend.
Wat misschien belangrijk is, ik ben geen hulpverlener. Dat maakt verschil. Ik voer bijvoorbeeld wel gesprekken met jonge mensen die intensief werk doen met mensen die hele akelige ervaringen met hun delen. Dat gaat ook in je lijf zitten en aan je gemoed kleven als je niet oppast. Het kan ook zijn dat je eigenlijk niet zo geniet van je vrije tijd omdat je nog nadenkt over wat je allemaal hebt gehoord. Ook hulpverleners moeten zich leren te begrenzen en daarvoor een structuur ontwikkelen.
“Ik heb dit vooral geleerd met het coachen van jonge mensen die over communicatieve vermogens beschikken, die de empathie en ook de kennis hebben om echte belangstelling aan de dag te leggen. Dat zijn ook de mensen die ingewikkeld werk doen en daar door geraakt worden. Het is daarom belangrijk om te weten wanneer je grenzen worden overschreden. Dat weet je van te voren niet altijd. Het kan best zo zijn dat dit is gebeurd en dat je dan alleen maar met een zak chips op de bank wil hangen en lusteloos bent. Als dat regelmatig voorkomt kan het zijn dat dit werk iets met je doet, waardoor er een soort lusteloosheid, irritatie ontstaat. Het kan ook zijn dat iemand zich nergens toe kan bepalen. Dat zijn allemaal signalen dat er wat aan de hand is. Als dat aan de orde is kun je bijvoorbeeld meer spelen met rust en een paar minuten pauzeren om bewust ruimte te nemen om je benen te strekken, diep door te ademen, om afstand te nemen. Wat ik geleerd heb door het onderzoek is, dat het aanhoren van interviews en dat uitschrijven misschien wel het meest emotioneel belastend is. Daarmee kunnen als het ware draden samenkomen die in de loop van een gesprek zijn geraakt. Tijdens een interview vergeet je namelijk bepaalde nuances en details. Bij het uitwerken komt het dan bij elkaar. Dat ga je je dan allemaal realiseren”.
Meer weten?
Op de opleiding regisseur huiselijk geweld en kindermishandeling leert u hoe u samen met uw partners komt tot een geïntegreerde aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling in uw gemeente.
Over Sietske Dijkstra
Sietske Dijkstra, eigenaar van Bureau Dijkstra, docent op de opleiding regisseur huiselijk geweld en kindermishandeling en voormalig lector huiselijk geweld en hulpverlening in de keten aan het Expertisecentrum Veiligheid van de Avans Hogeschool, promoveerde aan de Universiteit Utrecht op een onderzoek naar hoe slachtoffers betekenis geven aan geweld.
Bron: www.sietske-dijkstra.nl