Veel veiligheidspartners prediken voor het nut en noodzaak van samenwerking en participatie maar meestal komt het niet verder dan vingerwijzen en vinden dat burgers zich eindelijk moeten leren gedragen. Voor iedereen onbevredigend en in de praktijk zien we dan ook weinig inspirerende resultaten. Zo komen we nooit dichter bij elkaar. Er is een duidelijke maatschappelijke vraag naar meer effectieve samenwerking en participatie. Maar hoe zorg je dan dat je met partners ergens naartoe gaat? Ik laat vooral heel praktisch zien wat er werkt in de context van meer en minder hechte gemeenschappen.
Lucien Stöpler, directeur van Justice in Practice en docent op de cursus Big Data in het veiligheidsdomein, gespecialiseerd in burgerparticipatie door het gebruik van sociale media door veiligheidspartners.
Veiligheid door kennen en gekend worden
Een concept dat voortbouwt op een nieuw inzicht dat resultaat was van eerder onderzoek; veiligheid wordt het meest gestimuleerd door kennen en gekend worden, niet door maatregelen tegen criminaliteit en overlast. Belangrijke uitgangspunten zijn:
- Mensen op elkaar betrekken; nieuw inzicht is relatie tot veiligheid
- Zorgen dat organisaties daar op ingericht worden; nieuwe organisatievorm die niet meer gestuurd wordt van boven of binnen maar van buiten door burgers en maatschappelijke vraag; geen Top-Down maar Bottom-up benadering
- Eventueel juridische hindernissen slechten
Casus onveiligheid en overlast in wooncomplexen
De casus; grote wooncomplexen waar het toezicht onvoldoende was en er soms golven van problemen kwamen zonder dat de gemeenschap als geheel daar iets tegen deed. De lifestyle is te karakteriseren als autonoom en onverschillig. En daardoor werd de leefbaarheid slechter. De druppel was toen er na een periode van verslechtering, inclusief meer insluiping, inbraak en bijna-aanrandingen een heftige verkrachting plaatsvond. Dit schokkende incident maakte heel veel los en maakte een sluitende aanpak noodzakelijk. Het probleem kon niet worden opgelost door professionals, daarvoor was het te diffuus, mensen moesten zelf meer toezicht houden en elkaar wat dichterbij houden.
De juiste interventie
Aanpak was om te bekijken welke objectieve en waargenomen problemen er waren onder bewoners om de interventies af te stemmen op hun context. De context werd vooral gedefinieerd door de mate van onderling contact en een rafelige omgeving. Veel verhuizingen, kortstondig wonen en een chaotische en slecht onderhouden woonomgeving zijn onderdeel van deze studentenwoningen. Het enige dat helpt is om te investeren in snelle netwerken die door middel van wetenschappelijk erkende sturingsmechanismen begeleidt worden met als output; effectieve burgerparticipatie. Dat gaat als volgt:
- Laagste niveau is los zand. Het gebied is bewoond maar ziet er uitgestorven uit. Niemand let op elkaar, laat staan dat ze elkaar helpen.
- Beginnend netwerk: je identificeert mensen die iets willen en iets kunnen organiseren. Daardoor beginnen mensen elkaar te leren kennen. Die interactie begeleiden, leidt tot meer positieve sociale controle. Interessante definitie daarvan is: mensen met een goede intentie voelen zich welkom.
- In wooncomplexen met een groepsidentiteit is er een structuur van initiatiefnemers (bijv. een wooncommissie, bestuur met een stichting) die structureel activiteiten organiseert waardoor mensen een beschermend netwerk opbouwen. Dat is een nieuwe lifestyle, je organiseert voor je eigen woongenot een beschermend netwerk.
Los zand
In de laagste niveau van organisatie komt alles uit de gemeente. Het heeft geen zin om daar te gaan wachten op initiatieven want die komen pas op gang als er elementaire netwerken zijn waarin mensen gezamenlijk iets kunnen opzetten. Dat betekent voorlichten en koppelen aan belangrijke contacten binnen de gemeente en ervaringsdeskundigen.
Beginnend netwerk
Als die elementaire netwerken er zijn kan je stimuleren dat bewoners iets gaan doen met elkaar. Daarmee raken ze op elkaar betrokken en vormen ze meer een eenheid die ook zorg kan dragen. Belangrijk is wel dat die voorlichting niet helemaal verdwijnt omdat zorg en bescherming wel onderdeel moeten blijven van de context waarin je activiteiten ontplooit.
Groep
De sterkste vorm van organisatie betrekt de gemeente, de politie en de woningbouwcorporatie er zelf bij. Daar kun je veilig mee lopen en je kan daardoor veel goodwill kweken en profiteren van de grotere veiligheid die bewoners onderling organiseren. Als tegenprestatie hiervoor kun je vragen of ze andere bewoners en complexen willen helpen om ook beter georganiseerd te raken. Daardoor krijg je een cyclus waar je als gemeente alleen soms een zwaai aan moet geven en die de veiligheid structureel verhoogd.
Meer weten?
Op de opleiding Overlastcoördinator leert u hoe u verloedering en ernstige overlast in uw wijk aanpakt.
Op de cursus Big Data in het veiligheidsdomein leert u hoe u aan de hand van Big Data en Sociale Media veiligheidsproblemen voorspelt en waar mogelijk voorkomt in samenwerking met burgers.