Door Edward van der Torre, onderzoeker bij Bureau Lokale Zaken en docent op de cursus Bestuurlijke aanpak van georganiseerde misdaad.
Onderzoek te veel gericht op delicten en te weinig op achterliggende criminele structuren
De regionale en lokale opsporing wordt in Nederland te veel gericht op (ernstige) delicten en te weinig op de achterliggende criminele structuren. Dit blijkt uit het onderzoek ‘Recherchebazen’ van Edward van der Torre van onderzoeksbureau Lokale Zaken. Een moord wordt bijvoorbeeld bijna zonder uitzondering in onderzoek genomen door een team van circa twintig politiemensen. Dergelijke grootschalige opsporingsonderzoeken richten zich echter op het delict en niet of nauwelijks op de achterliggende criminele structuren. Daardoor dragen veel grootschalige onderzoeken vrijwel niet bij aan het aanpakken van kopstukken in het criminele circuit. Sterker, het plaatst hen te vaak in de luwte.
De organisatie en dilemma’s van de opsporing
Misdaad is mediageniek. Toch is weinig bekend over het doen, laten en denken van politiechefs die leiding geven aan recherchewerk: de ‘recherchebazen’. Zij komen in deze studie aan het woord op basis van interviews en groepsgesprekken met ruim honderd respondenten. Zo wordt inzicht gegeven in de organisatie en dilemma’s van de opsporing.
Het blijkt dat dwalingen in de opsporing, zoals de Schiedammer Parkmoord, vooral hebben geresulteerd in een grote aandacht voor de kwaliteit van een grootschalige opsporingsonderzoek (TGO) naar ernstige delicten, zoals moord. Dat heeft tot een nieuw dilemma in de opsporing geleid. De grote tijdsinvesteringen van de politie in TGO-onderzoeken en in opsporingsonderzoeken naar delicten die veel prioriteit hebben (bijvoorbeeld woninginbraak of overval) creëren namelijk riante criminele kansen voor georganiseerde criminele structuren die zich toeleggen op delicten die minder snel resulteren in een melding of aangifte, zoals drugshandel, drugsproductie, mensenhandel of fraude.
De zware inzet op TGO-onderzoeken en op (ernstige) delicten leidt ertoe dat de basispolitie (bijvoorbeeld wijkagenten), wijken of gemeenten soms langdurig last hebben van georganiseerde criminelen, zonder dat het lukt om een opsporingsonderzoek van de grond te tillen. Het delictgerichte karakter van veel opsporingsonderzoeken heeft ook afbreuk gedaan aan de kwaliteit van de beschikbare politie-informatie over georganiseerde misdaad. Edward van der Torre komt daarom met een drietal aanbevelingen.
1. Meer afstemming tussen en verbreding van onderzoeken
Er wordt nu nog te star gedacht over de inzet van Teams Grootschalige Opsporing (TGO’s). De onderzoeker raadt aan om de doelstellingen en functies van TGO’s flexibeler te maken en te verbreden. Eward van der Torre pleit voor meer afstemming tussen projectmatige onderzoeken naar criminele netwerken en de moordonderzoeken, om uiteindelijk de criminele kopstukken achter een moord te kunnen bestraffen. Op die manier kan een criminele structuur – waar de moord het bijproduct van is – het object van onderzoek worden. Zo wordt voorkomen dat ‘alleen’ de uitvoerder van de moord wordt bestraft (mogelijk een criminele loopjongen) en niet de opdrachtgever.
2. Meer ruimte voor projectmatige opsporing
Er dient (meer) ruimte te worden gereserveerd voor projectmatige opsporing, waarbij de basispolitie samenwerkt met (gespecialiseerde) rechercheurs. Dit dient te worden gericht op vormen van (georganiseerde) criminaliteit die lokaal ontwrichtend werken en waarvoor geldt dat lokale observaties en bronnen aanknopingspunten bieden voor effectieve opsporing. Dit soort opsporing zal worden gewaardeerd door burgers, wijkagenten en burgemeesters.
3. Meer aandacht voor straatinformatie
Rechercheurs dienen meer de straat op te gaan bij onderzoek naar een zaak of fenomeen. Er zou zo meer geïnvesteerd moeten worden in straatinformatie; op geijkte locaties (bijvoorbeeld sportvelden; hotels; maneges) kan veel criminele informatie verzameld worden die van toegevoegde waarde is op bij opsporing.
Meer weten?
Op de cursus Bestuurlijke aanpak van georganiseerde misdaad leert u hoe u voorkomt dat criminele organisaties zich vestigen in uw gemeente.
Op de cursus Informatie uitwisseling in de veiligheidsketen leert u hoe u informatie verzamelt, analyseert en uitwisselt in samenwerking met uw veiligheidspartners.
Op de opleiding bibob coördinator leert u hoe u de wet Bibob toepast in uw gemeente.
Op de cursus Big Data in het veiligheidsdomein leert u hoe u aan de hand van Big Data veiligheidsproblemen voorspelt en waar mogelijk voorkomt