Hele families zitten in de wiet tegenwoordig

Slechtlopende winkels met plots een nieuwe gevel? Dat kan misdaadgeld zijn. Wat te doen?

Edward van der Torre, onderzoeker bij Bureau Lokale Zaken, lector aan de Politieacademie en docent op de cursus Bestuurlijke aanpak van ondermijning.

Toon de toerist een achterbuurt in Nederland en hij zal vragen: zijn we er al? Waar zijn de dichtgetimmerde ramen, de junks, de hangjongeren? De overlast in wijken is in Nederland grotendeels uit het straatbeeld verdwenen. De overheid heeft er de afgelopen jaren flink in geïnvesteerd. Stationspleinen werden junkvrij, ‘krachtwijken’ aangepakt en het aantal high impact crimes ging aantoonbaar omlaag: minder straatroven, inbraken en overlastgevende groepen.

Onzichtbare criminaliteit

De zichtbare criminaliteit daalde, maar de ónzichtbare nam toe, zegt criminoloog Edward van der Torre. Want laat die toerist maar eens beter om zich heen kijken. Is die ene bewoner werkloos, maar staat er wel een Mercedes voor zijn deur? Hoe kan dat? Drugshandel? En waarom zit daar verderop een kapper die nooit iemand knipt? Witwaspraktijken?

Parallelle samenleving

Deze voorbeelden zijn onderdeel van een „parallelle samenleving” die volgens Edward van der Torre in omvang toeneemt. Er zijn wijken waar hele families meewerken aan de wiethandel. Criminelen die miljoenen drugsgeld investeren in tientallen panden. Louche juristen, aannemers en accountants werken mee.

Ondermijning

‘Ondermijning’ is het woord dat de overheid graag op zulke incidenten plakt. Je hoort het steeds vaker sinds het thema in 2013 ‘topprioriteit’ werd bij gemeente, politie en OM. Alle verwevenheid tussen onder- en bovenwereld valt eronder: bedreiging van bestuurders, maar ook corrupte makelaars, witwassen en wiethandel.

Miljoenen euro’s

Nieuw is het fenomeen allerminst. Maar de afgelopen decennia is wel wat veranderd. Criminaliteit is niet meer ‘georganiseerd’ in groepen maar speelt zich af binnen ‘fluïde’ netwerken met wisselende samenstellingen. Tegelijkertijd, zegt Edward van der Torre, zijn sommige criminelen na veertig jaar gedoogbeleid zo rijk geworden dat ze tientallen „of zelfs honderden” miljoenen euro’s verdiend hebben met softdrugs. Die moeten ze nu ergens kwijt. Ze kruipen omhoog naar de bovenwereld via een netwerk van aannemers, advocaten en makelaars om hun geld wit te wassen.

Criminelen de baas in de wijk

De gevolgen beschreef Edward van der Torre met Pieter Tops in het rapport Wijkenaanpak en Ondermijnende Criminaliteit. Hierin staan vier wijken beschreven met zulke biotopen – anoniem, want niet elke gemeente is er even trots op. Tijdens onderzoek zag Edward van der Torre een wijk waar criminelen van buiten hun kans hadden grepen. Gedateerde architectuur had tot het kelderen van de huizenprijzen geleid. Gezinnen trokken weg en vermogende types kochten de panden op voor de hennepteelt. Elders zag hij een belhuis met een jaaromzet van acht ton, waar alleen lokale jeugd rondhing. Jongvolwassenen met peperdure auto’s die elke verkeersregel aan hun laars lapten omdat een boete hen toch niet deert. Een jongen die van zijn vader de simkaart met telefoonnummers van drugsklanten kreeg omdat hij zich als crimineel had bewezen.

Macht en status

Het is criminaliteit zonder directe slachtoffers, buiten aangiftes om. Dus wie heeft er dan last van? Edward van der Torre: „Het gaat om rechtvaardigheid. Waarom rijdt de werkloze buurman in een Mercedes en ik niet? In sommige wijken zie je in het denken daarover een ommekeer ontstaan. Daar hebben bepaalde criminele families zo’n status en machtsbasis verworven dat ze de nieuwe voorbeelden zijn. Mensen sluiten leningen bij hen af. En als je wijkagenten daar vraagt waar ze ’s nachts wakker van liggen, dan is dát wat ze noemen.”

Gezamenlijke aanpak

Met een gezamenlijke aanpak proberen justitie, fiscus en gemeenten geldstromen na te gaan, vergunningen af te pakken en panden te controleren. Eventueel aangevuld met het sterkste geschut: landelijke recherche erbij en stevig wat ‘blauw’ ertegenaan. Of de nieuwe aanpak werkt, moet nog blijken. Edward van der Torre: „In kleinere gemeenten zitten hooguit een paar mensen in zo’n veiligheidsteam. Dan verlies je het juridisch van vermogende criminelen.”

Lange adem

Op de Politieacademie worden wijkagenten sinds kort geschoold in het herkennen van louche belhuizen, slechtlopende zaken met plots een nieuwe gevel – verbouwingen zijn ideaal voor witwassen. Maar het punt is: om er wat aan te doen, heb je een lange adem nodig. En op het oplossen van onzichtbare criminaliteit wordt geen agent afgerekend. Edward van der Torre kwam het ook tegen bij een grote drugszaak in de Randstad. Eigenlijk had het drugsteam uitgebreid moeten worden, erkende de lokale politietop. Maar het team werd juist verkleind. Het district dreigde de doelstellingen voor zichtbare criminaliteit niet te halen.

Meer weten?

Over Frank van Summeren

Congres- en opleidingsmanager veiligheid bij het Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid.

Bekijk ook

Nieuwe werkwijze arbeidsongevallen zorgt voor meer veiligheidsbewustzijn bij bedrijven

84 procent van de bedrijven waar een arbeidsongeval is gebeurd, voert alle maatregelen die in …

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *