Eerder dit jaar riep staatssecretaris Van Ark gemeenten op om bij verrekening van vorderingen met de bijstandsuitkering de in de wet geïntroduceerde 95%-regel te hanteren.
De meeste gemeenten geven hier gevolg aan. In sommige gemeenten gaat de uitvoering hiermee direct aan de slag. De meeste gemeenten laten eerst het college hiertoe een besluit nemen en leggen het vast in beleidsregels terugvordering en verhaal. Martijn Schut, adviseur brede schuldenaanpak bij de gemeente Capelle aan den IJssel geeft je een paar ingrediënten voor je collegevoorstel (met dank aan collega’s uit diverse gemeenten!):
Het college besluit:
- bij de verrekening van schulden met de bijstandsuitkering standaard uit te gaan van een beslagvrije voet van 95% van de bijstandsnorm;
- deze 95%-regel alleen in te voeren voor nieuwe beslagen en verrekeningen en bestaande beslagen en verrekeningen ongemoeid te laten (Je kunt er ook voor kiezen om lopende verrekeningen en terugbetalingsregelingen wel opnieuw te beoordelen bij bijvoorbeeld de eerstvolgende statusupdate. Binnen 1 jaar is dan de overgang gerealiseerd);
- de mogelijkheid te bieden om op basis van maatwerk en in overleg met de bijstandsgerechtigde af te wijken van de 95%-regel;
- bij beslaglegging de bijstandsgerechtigde standaard (schuld)hulpverlening aan te bieden of daarnaar te verwijzen (dit staat eigenlijk los van de oproep van Van Ark, maar kun je wel mooi meepakken in het kader van vroegsignalering)
Argumenten:
- Uitstel van de wetgeving staat los van een inhoudelijke discussie. Er is maar 1 reden waarom de wet niet nu al van kracht is: grote organisaties zoals Belastingdienst en UWV zijn niet in staat om vóór 2021 de uitvoering te realiseren. De wet zelf is al aangenomen door 2e en 1e Kamer.
- We willen niet onnodig lang wachten tot 2021. Daar is niemand mee gediend. De nieuwe beslagregels zijn soepeler en eenvoudiger. Het biedt een betere bescherming van het bestaansminimum en zorgt voor minder administratie. Het legt gemiddeld genomen niet alleen een lagere claim op het besteedbare inkomen van de klant (schuldenaar), maar vraagt ook minder informatie om de beslagvrije voet te berekenen. Voor de bepaling van de beslagvrije voet zijn geen gegevens nodig over zorgkosten en woonkosten. Concreet zorgt uitvoering van de tussenmaatregelen er voor dat de klant in beginsel kan blijven beschikken over het volledige vakantiegeld.
- De nieuwe werkwijze is eenvoudiger voor schuldenaar en gemeente. Door vervolg te geven aan de oproep van de staatssecretaris wordt de verrekening van de bijstandsuitkering eenvoudiger voor de schuldenaar en de gemeente. De gemeente hoeft geen gegevens over o.a. huur en zorgpremie op te vragen, en de bijstandsgerechtigde hoeft deze niet meer aan te leveren.
- Niet alleen uitkeringsgerechtigden hebben belang bij een toepassing van de nieuwe regels. Een uitkering is een tijdelijk vangnet. Bij het vinden van vinden van werk is het inkomen niet meteen veel hoger dan de voorheen genoten uitkering. Dat blijkt uit ervaringsgegevens. Het vooruitzicht op een hoger maandelijkse aflossing werkt niet als een stimulans om te gaan werken. Het ontneemt bovendien de financiële ruimte om achterstanden in te lopen of te bouwen aan een betere toekomst. Bij het terugbetalen van vorderingen door klanten die geen uitkering meer ontvangen –met name door aan het werk te gaan- is het daarom redelijk om eveneens uit te gaan van een inhouding van 5% van het eerdere bijstandsinkomen. Uiteraard wel voor zover de schuldenaar meewerkt aan de terugbetaling.
- Als het nodig is kun je altijd terugvallen op de bestaande regelgeving. Gemiddeld genomen valt toepassing van de nieuwe beslagregels gunstig uit voor de klant. Uiteraard kan de klant terugvallen op de oude beslagwetgeving als deze voor de specifieke situatie voordeliger uitpakt. Er zijn dan wel gegevens nodig over huur, huurtoeslag, ziektekosten, ziektekostenverzekering e.d. (je zou kunnen werken met een piepsysteem: je hanteert standaard 95% maar vraagt huur- en zorgkosten e.d. als de klant verzoekt een andere beslagvrije voet te berekenen).
- De financiële gevolgen voor bijstandsgerechtigden zijn beperkt. De huidige beslagvrije voet is 90% van de bijstandsnorm, maar omdat er een correctiemogelijkheid is voor hogere huurkosten en ziektekostenpremie, is er in de praktijk meestal geen enkele ruimte voor beslag. De nieuwe wet gaat ervan uit dat iedereen afloscapaciteit heeft van ten minste 5% van de bijstandsnorm. Anders zou iemand met een laag inkomen eindeloos schulden kunnen maken, zonder ‘sanctiemogelijkheid’. Overigens wordt in de schuldhulpverlening ook al jaren uitgegaan van een minimale afloscapaciteit van 5%. De 95%-regel wordt tot invoering van de nieuwe wet bij ons alleen toegepast bij nieuwe beslagen en verrekeningen. Bestaande beslagen en verrekeningen worden ongemoeid gelaten. Dat betekent o.a. dat de gemeente (vaak zelf schuldeiser) tot invoering van de nieuwe wet niet een bedrag gaat inhouden op de bijstandsuitkering als daar volgens de huidige wet geen ruimte voor is. Op basis van maatwerk en in overleg met de bijstandsgerechtigde wordt bovendien ook bij nieuwe gevallen voorkomen dat er problematische financiële situaties ontstaan.
- Intern zijn werkzaamheden nodig om een start soepel te laten verlopen. De medewerkers moeten weten wat de wijzigingen zijn en wat dit concreet betekent voor nieuwe en lopende zaken. Dat vraagt om instructie met daarbij aanpassing van faciliteiten zoals rapportages, brieven, beschikkingen, formulieren, applicatie en handboek. Daarnaast is afstemming nodig met samenwerkingspartners (intern en extern) en uiteraard klanten. Belangrijke samenwerkpartners zijn bewindvoerders, deurwaarders, sociaal raadslieden en schuldhulpverlening. Voor een verantwoorde invoering is voldoende voorbereidingstijd nodig.
- Er zijn geen nadelige financiële gevolgen voor de gemeente. Bij een beperkt aantal gevallen kan de gemeente als schuldeiser straks per maand minder terugvorderen. Het duurt daardoor langer voordat de vordering is terugbetaald. Daar staat tegenover dat er naar verwachting straks meer gevallen zijn waarbij de gemeente juist meer kan terugvorderen. Na invoering van de wet kan (lees: moet) de gemeente bovendien waarschijnlijk ook oude terugvorderingsmaatregelen gaan effectueren, dus in gevallen waar tot dusver geen beslagruimte was. Verder geldt dat de vereenvoudigde werkwijze een (kleine) besparing op de uitvoeringskosten oplevert.
- Het aanbieden van (schuld)hulpverlening voorkomt escalatie van problemen. Het aanbieden van (schuld)hulpverlening bij beslag op bijstand sluit aan bij de wens van het kabinet en het college om schulden eerder te signaleren en op te pakken. Bij beslag op bijstand wordt in de huidige situatie geen hulp aangeboden. Het risico bestaat dat hierdoor de schuldenproblematiek groter wordt.
Betrokkenheid en communicatie
De 95%-regel wordt na vaststelling door het college openbaar. Bijstandsgerechtigden worden hier niet apart over geïnformeerd. Voor bestaande gevallen zijn er immers geen consequenties (tenzij je ervoor kiest die wel mee te nemen!). Bij nieuwe gevallen wordt de betreffende bijstandsgerechtigde gericht geïnformeerd. Het is zinvol om ook ketenpartners zoals sociaal raadslieden en schuldhulpverleners te informeren.
Vervolg
- De 95%-regel en het (schuld)hulpverleningsaanbod worden direct na vaststelling door het college ingevoerd bij nieuwe beslagen en verrekeningen;
- De 95%-regel is na vaststelling door het college een aanvulling op de Beleidsregels Terugvordering & Verhaal. Bij de eerstvolgende actualisatie van deze beleidsregels zullen de 95%-regel en het (schuld)hulpverleningsaanbod worden ingevoegd.
Praktische uitwerking
- We gaan uit van een maandelijkse verrekening van 5% met de maandelijkse uitkering. Het vakantiegeld blijft dan volledig vrij besteedbaar voor de klant. Op verzoek van klant evt. een maatwerkoplossing kiezen door deels maandelijkse te verrekenen en deels via vakantiegeld.
- Het is niet meer mogelijk om een inhouding bij een kostendelersnorm op te leggen omdat dit in het huidige vastgestelde stelsel juridisch niet mogelijk is. De uitvoering van de oproep van de staatssecretaris brengt de belanghebbende in een nadeligere positie dan de huidige vastgestelde juridische context. Om een inhouding mogelijk te maken bij een kostendeler is inwerkingtreding van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet noodzakelijk. In minnelijk overleg is een terugbetalingsregeling natuurlijk wel mogelijk.
- Bij een inhouding op de jongerennorm <21 jaar kan slechts een maximale inhouding plaatsvinden van 5% plaatsvinden op de norm voor levensonderhoud. Een inhouding op eventuele aanvullende bijzondere bijstand voor levensonderhoud is niet mogelijk.
- Hoe stel je je op richting beslagleggers als je als gemeente volgens nieuwe systematiek verrekent? Je meldt dat ‘maximaal verrekend wordt, omdat er vordering van de gemeente is’, en dat er dus geen ruimte meer is voor beslag. Word je (waarschijnlijk in uitzonderlijke gevallen) toch aangesproken door de beslaglegger om alsnog af te dragen, dan kun je alsnog een lagere beslagvrije voet gaan hanteren.
Meer weten?
Op de opleiding coördinator armoedebestrijding leer je hoe je armoede doorbreekt en sociale uitsluiting voorkomt.