Door Rob Hartgerink, directeur van de Nederlandse Organisatie voor Brandveiligheid en docent op de opleiding Fire Safety Manager.
Wie is er verantwoordelijk voor de brandveiligheid? Wet- en regelgeving hebben aan alle onduidelijkheid een eind gemaakt. De verantwoordelijkheid ligt bij de principaal. Maar hoe vul je die verantwoordelijkheid in? Het onder de vlag van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) ontwikkelde Model Integrale Brandveiligheid Bouwwerken (Model IBB) biedt uitkomst. Functie van dit model is het continu waarborgen van de afgesproken integrale brandveiligheid voor een bouwwerk, gedurende de levenscyclus en afgestemd op de gebruiksfunctie van dat bouwwerk.
Het model richt zich op persoonlijke veiligheid, beheersing van brandschade en de gevolgen daarvan in gebouwen en hun omgeving. Zowel tijdens de bouwfase, als gedurende het gebruik van het gebouw.
Structureren
Over brandveiligheid kun je pas praten als je eerst weet over welke risico’s je het hebt en wat de gevolgen van een brand zijn. De veiligheid van mensen kan in gevaar komen. Gevolgen zijn (vaak) ook: bouwschade, culturele schade, emotionele schade, milieuschade. De keuzes die gemaakt worden om risico van schades acceptabel te maken, worden beïnvloed door wet- en regelgeving, technische mogelijkheden en de organisatie. Hierover moet in samenhang onderhandeld worden tussen projectpartners, opdrachtgever en gebouwgebruikers. Onderhandelen over veiligheid verlopen vaak stroef. Gevolg is vaak dat men niet verder komt dan de minimumeisen van de wet- en regelgeving.
Samenhang
Een hoger niveau van brandbeveiliging ontstaat door te sturen op integrale samenhang tussen de gekozen brandbeveiligingsmaatregelen. Dat betekent nogal wat. Nodig is een heldere kijk op het brandveiligheidsrisico en op de maatregelen om het risico te verkleinen. Maar ook: de bereidheid van leveranciers om hun werk/producten op elkaar af te stemmen. Een andere voorwaarde is: een principaal die de juiste organisatorische maatregelen treft. Van belang is voorts nog controle van de individuele kwaliteit en toetsing van de samenhang. Dit alles speelt niet alleen tijdens de bouwfase, maar ook in de gebruiksfase. De brandbeveiligingsmaatregelen moeten mee kunnen veranderen met veranderende omstandigheden (verbouwing, andere bedrijfsactiviteiten en dergelijke).
Complex
Al met al is brandveiligheid, vanuit een integrale visie bezien, een uiterst complexe aangelegenheid. Als het zo complex is, hoe kan de gebruiker van het gebouw dan invulling geven aan zijn verantwoordelijkheid voor integrale brandveiligheid in het gebouw? Hoe krijgt hij alle verschillende partijen op één lijn? En hoe slaagt hij erin dat in de gebruiksfase ook zo te houden? Een antwoord op die vragen levert het Model Integrale Brandveiligheid Bouwwerken.
Gestructureerde aanpak
Basis voor de brandveiligheid van het bouwwerk is het formuleren en inventariseren van de uitgangspunten voor integrale brandveiligheid. Op grond van deze informatie kan het acceptabele restrisico worden vastgesteld. Deze inventarisatie wordt opgesteld volgens onderstaand proces. De informatie die dit oplevert wordt vastgelegd in het uitgangspuntendocument: Integraal Plan Brandbeveiliging (IPB). De eerste stappen die leiden tot het IPB (analyse van het bouwwerk, het gebruik en het vaststellen van de meest aannemelijke brandscenario’s) vormen de input voor de discussie tussen principaal/ gebruiker, overheid en verzekeraar over de keuze van alle bijbehorende maatregelen en voorzieningen om tot een brandbeveiligingsconcept te komen.
IPB
Het IPB bevat een analyse en geeft de gekozen brandbeveiligingsmaatregelen aan. Het beschrijft voor het betreffende individuele bouwwerk het risico en de gekozen brandbeveiligingsmaatregelen. Tevens worden in het IPB de onderlinge samenhang, uitgangspunten en eventuele eisen aan de uitvoering van de maatregelen vastgesteld. Het IPB blijft gedurende alle fasen (ontwerp, aanleg, beheer en gebruik) het referentiedocument waarop partijen kunnen terugvallen als ze willen weten wat de gemaakte afspraken zijn. Het IPB gedraagt zich net als bouw- of installatietekeningen: het is een dynamisch document waarin op basis van actuele (on)mogelijkheden wijzigingen worden aangebracht. Zo bezien is het IPB een document op basis waarvan verschillende partijen met elkaar kunnen communiceren, ook als ze in een andere fase van het bouw- of onderhoudsproces actief zijn.
Realisatiefase
Op basis van de afspraken uit het IPB moeten de brandbeveiligingsmaatregelen worden uitgevoerd en in stand blijven. Een goed brandbeveiligingsconcept bestaat uit bouwkundige, installatietechnische en organisatorische maatregelen, de BIO-maatregelen. Deze BIO-maatregelen kunnen door diverse aanbieders gerealiseerd worden. Met behulp van certificatie en inspectie kan de kwaliteit van hun werk aantoonbaar worden gemaakt. Dit geldt voor alle maatregelen die een sleutelrol spelen in de veiligheidsketen en waarvan het betrouwbaar functioneren onomstotelijk moet vaststaan. Het model IBB is zo het cement tussen verschillende certificatieschema’s voor BIO-maatregelen.
Controle
Tijdens het realisatieproces, op het moment van oplevering en daarna gedurende de gebruiksfase van het gebouw vindt onafhankelijk toezicht plaats. Op basis van het toezicht en bij positieve bevindingen wordt een verklaring opgesteld over de integrale brandveiligheid op basis van het IPB. Voor complexe en initieel risicovolle bouwwerken is dit een verklaring middels een inspectiecertificaat. Voor eenvoudige bouwwerken zou een verklaring van de bouwverantwoordelijke voldoende kunnen zijn. In de praktijk van het gebruik van Model IBB moet dit nader worden ingekleurd.
Actualisaties
Na afronding van de laatste stap begint het proces weer opnieuw. Gedurende het gebruik van het bouwwerk moet periodiek worden nagegaan of het brandbeveiligingsconcept nog voldoet. Misschien zijn er wijzigingen in het gebouw aangebracht. Of zijn de bedrijfsactiviteiten veranderd. In zulke gevallen moet de gebruiker nagaan of de veranderingen gevolgen hebben voor het brandbeveiligingsconcept. In voorkomend geval moeten het IPB en de brandbeveiligingsmaatregelen aan de veranderde situatie worden aangepast. Het model IBB is dus een cyclisch model volgens de kwaliteitsprincipes van de Deming-circle: plan – do – check – act.
Brandweer en verzekeraars
Het Model IBB maakt het verschil in invalshoek tussen brandweer en verzekeraar zichtbaar. Voor de brandweer en de lokale overheid is persoonlijke veiligheid het uitgangspunt, voor de verzekeraar staat schadebeheersing voorop. In sommige gevallen staan deze uitgangspunten met elkaar op gespannen voet. Zeker wanneer de verschillende invalshoeken niet goed worden gecommuniceerd met de principaal. Ook hier kan goede informatievoorziening helpen aan bewustwording van de principaal. Het Model IBB biedt aan de betrokkenen een gesprekskader om tot een gemeenschappelijke oplossing te komen. Het model geeft bij het opstellen van het brandbeveiligingsconcept ruimte om beide invalshoeken toe te passen, en een concept te bedenken dat zowel persoonlijke veiligheid als schadebeheersing recht doet.
Meer weten?
Op de opleiding Fire Safety Manager leert u van o.a. Rob Hartgerink hoe u brandgevaarlijke situaties voorkomt in uw organisatie.