Door Menno van Duin, lector Crisisbeheersing bij het Instituut Fysieke Veiligheid en de Politieacademie en docent op de cursus Crisisbeheersing en Rampenbestrijding.
Niet alleen echte rampen en crises zijn leerzaam, ook van kleinere casus is veel te leren. Wij weten het allemaal. Echte rampen en crises zijn gelukkig schaars. Dat is één van de redenen voor het verschijnen van de publicatie ‘Lessen uit crises en mini-crises’. Gebeurtenissen van uiteenlopend pluimage: een brand, een gezinsdrama, een terugkerende pedoseksueel, een milieu incident, een aangespoelde bultrug. Ook die kleinere casus leveren steeds relevante inzichten op. Daarom zijn wij nu doende met de mini-crises 2014 en hebben de eerste gebeurtenissen van 2015 zich al weer voorgedaan.
Gestrande jongeren
Interessant vond ik zelf de casus van de jongeren die strandden in Harderwijk, 25 oktober 2014. Na een Halloweenfeest op Walibi bracht de organisator de jongeren ‘s avonds laat (rond een uur of één) naar het station in Harderwijk. Mogelijk dacht de organisator er op zo’n manier mooi vanaf te zijn; mogelijk hadden de jongeren niet goed opgelet en te laat een bus genomen. Beide aspecten zullen wel spelen. Hoe dan ook op een koude, regenachtige en gure avond komen vele tientallen jongeren op een open en tochtig station in Harderwijk aan, waar tot de volgende ochtend geen trein meer zal vertrekken. Een naburig café dat om 1 uur moet sluiten, doet dat ook ‘braaf’. Ook hier dus geen onderdak voor de jongeren. Velen weten in de nacht nog zelf vervoer te regelen, maar tientallen (rond de zeventig ongeveer) blijven in de natte kou buiten. Er worden via de SIGMA-organisatie dekens georganiseerd en uitgedeeld. Later regelt de OVD-bevolkingszorg samen met de ambtenaar openbare veiligheid van de gemeente Harderwijk onderdak in een nabij gelegen sporthal. Hier is warme drank en iets eetbaars voor handen. Eind goed al goed.
Afstemming
Natuurlijk is dit geen groot drama, maar interessant is wel dat om 3 uur ‘s nachts GRIP-1 wordt gemaakt terwijl al iets na één uur duidelijk was dat de jongeren de nacht op het station zouden moeten doorbrengen. Er werden dekens en opvang geregeld, maar één keer kort overleg tussen de operationeel betrokkenen was handig geweest en zou tot net wat snellere acties hebben geleid. In dit geval had mogelijk al de politie – die als eerste van de situatie op de hoogte was – toch maar even een multidisciplinair overleg moeten arrangeren.
Werkelijk grilliger dan gedacht
Wel weer een mooi voorbeeld van zo’n wat afwijkende situatie. De werkelijkheid is altijd weer grilliger dan gedacht. Als in deze situatie de bus nu met pech gestrand was in Harderwijk of zich een ongelukje met een trein had voorgedaan, was als vanzelf opschaling georganiseerd. Nu was er te weinig aan de hand – geen incident – als aanloop, en zien wij dat zaken trager gaan en iemand de situatie als GRIP-waardig (en vooral dus overlegwaardig) moet definiëren. Het kwam allemaal goed, maar het leert weer hoe breed de variatie aan casus is waarbij de veiligheidsregio en anderen een rol zouden kunnen spelen. Juist het begrip veiligheidsregio maakt het – meer nog dan het vroegere begrip brandweerregio – logisch dat een dergelijke casus – ook zonder aantoonbaar ongeval – wordt opgepakt. Nu wordt soms nog te gemakkelijk gedacht dat in situaties waarin de brandweer geen specifieke rol heeft, opschaling niet nodig of zinvol kan zijn.
Meer weten?
Op de cursus Crisisbeheersing en rampenbestrijding leert u hoe u zich voorbereidt op een mogelijke (mini) crisis in uw gemeente?