Meestal blijft ondermijning verborgen, maar niet in het geval van Fons Jacobs. De voormalige burgemeester van Helmond werd bedreigd – en naar het zich liet aanzien ernstig. Het was een van de eerste keren dat in Nederland de onderwereld openlijk de rechtstaat durfde te tarten. Jacobs kijkt terug en komt met adviezen aan bestuurders.
Fons Jacobs werd bedreigd omdat Helmond van plan was een tweede coffeeshop in de stad toe te staan. “Dat was destijds inderdaad het verhaal, maar inmiddels weet ik dat dat argument misbruikt is, onder meer door het openbaar ministerie en de politie”, aldus de voormalige burgemeester.
Het verhaal was dat die ene coffeeshop in uw niet blij was met de komst van een concurrent en u daarom bedreigde. Als de bedreiging niet daar vandaan kwam, waar vandaan dan wel?
“Dat is niet helemaal duidelijk. Ik vermoed dat het om wat groters ging. Ik was destijds een van de eerste burgemeesters die de wet Bibob toepaste – zo niet de eerste. Ik heb toen bij een aantal grote projecten geweigerd een vergunning af te geven omdat uit Bibob-onderzoek bleek dat ze waarschijnlijk waren gefinancierd met crimineel verkregen geld. En als je zwart geld niet kunt witwassen is het weinig waard. Ik vermoed dat meerdere partijen niet blij werden van mijn aanpak.”
Wat was de aard van de bedreigingen?
“Het openbaar ministerie vertelde mij dat mijn leven op het spel stond. Die bedreiging werd niet persoonlijk tegen mij geuit, het ging om geanonimiseerde informatie van de criminele inlichtingendienst die het OM had bereikt. Men vertelde mij niet alles, maar wel dat het ernstig was en dat ik mijn koffers moest pakken. De tweede keer dat ik naar het buitenland moest, zou de bedreiging nog ernstiger zijn geweest. Men zei mij dat er mogelijk plannen waren om mijn woonhuis op te blazen. Achteraf gezien een raar verhaal, want mijn buren hoefden hun huis, vier meter naast dat van mij, niet uit. Er werd gesproken over een schouderraketwerper. Als je met zo’n ding een beetje slecht mikt, raak je een andere woning. Vanaf dat moment geloofde ik ook niet meer wat ze me vertelden.”
Waarom werd u precies bedreigd? Wat moest u doen of laten om de bedreiging af te wenden?
“Dat weet ik niet, want daar was ik niet over geïnformeerd.”
Hoe kijkt u erop terug?
“Na alles wat ik heb moeten uitzoeken en de correspondentie die erover is gevoerd, is mijn overtuiging dat ik niet bedreigd ben. Daarvoor is alle informatie die ik nu heb veel te tegenstrijdig. Wat het wél was, zou ik graag een keer van het OM en het ministerie van Justitie willen vernemen.”
Wat waren de persoonlijke consequenties van de bedreigingen?
“Ik heb negen maanden persoonsbeveiliging gehad. Je bent dan alle bewegingsvrijheid kwijt. Ik en mijn gezin zijn toen nooit meer alleen geweest. We hadden continu een politiepost met twee man voor de deur, dag en nacht. Aan beide kanten was de straat afgezet en in mijn tuin liepen 24 uur per dag twee bewapende marechaussees. Als ik op pad ging, stonden er drie gepantserde auto’s voor mijn deur. Ik had altijd zes mensen bij me. Niet leuk, behalve voor de horeca als ik uit ging eten, want dan bracht ik altijd zes tot negen mensen extra mee… Ondertussen probeerde mijn locoburgemeester mij uit het ambt te laten zetten omdat de stad niet meer bestuurbaar zou zijn. Gelukkig zijn destijds alle fractievoorzitters op één na achter mij blijven staan.”
Wat zou u met de kennis van nu anders hebben aangepakt?
“Ik ben destijds op het advies van het openbaar ministerie een paar keer naar het buitenland gevlucht. Dat zou ik nu nooit meer doen, omdat je dan je grip op de zaak kwijt bent en de kans groot is dat je verkeerd wordt geïnformeerd, zoals in mijn geval gebeurde. Ik had een locoburgemeester die genoot van het feit dat hij mij moest waarnemen en die hield mij overal buiten. Als je de regie in handen wilt blijven houden, blijf je op je post. Ik denk dat dat veiliger is dan te vluchten.”
Wat is uw boodschap aan de bestuurders van nu?
“Bereid je voor, want morgen kan het jou overkomen dat je wordt bedreigd. Ik nam het destijds aanvankelijk niet serieus. Bestuurders, daar bleef je vanaf. Maar de tijden zijn veranderd, bestuurders worden steeds vaker door criminelen onder druk gezet. Ik heb een model ontwikkeld met drie fases. In fase 1 is er nog niks aan de hand. In fase 2 vindt besluitvorming plaats die criminelen kan aanzetten tot agressie. In fase 3 vindt daadwerkelijk bedreiging plaats. Over fase 2 en 3 is al veel geschreven, over fase 1 niets. Daar gaat mijn verhaal over. In die fase heb je nog de tijd en het vermogen om zaken te analyseren en voor te bereiden.”
Wat doe je in die fase?
“In deze ‘groene’ fase, de fase van bewustwording, bereid je je voor door vragen te stellen. Als de besluitvorming leidt tot een bedreiging, zijn we daar dan op voorbereid? Hoe? Heeft iedereen een adres waar hij veilig is? Zelf heb ik de eerste nacht dat ik bedreigd werd overnacht bij mijn dochter in Eindhoven, met medeweten van Justitie. Achteraf gezien oliedom, want als criminelen je écht op de korrel hebben gaan ze je als eerste zoeken bij je nauwe verwanten – of anders in een hotel in je eigen gemeente. Maak een standaardpakket voor alle bestuurders, met onder meer slagvaste ramen in hun woningen en een camera aan de voordeur. En laat alle collegebesluiten beoordelen op eventuele risico’s. Ieder collegebesluit wordt het hoofd financiën geparafeerd, maar niet door een veiligheidsfunctionaris. Dat is toch raar?”
Op zoek naar nog meer verdieping over ondermijning:
Tijdens de 8-daagse cursus Bestuurlijke aanpak van ondermijning leert u o.a.:
- Hoe u een strategie bepaalt voor de beste aanpak
- Hoe u barrières kunt opwerpen tegen criminele activiteiten
- Welke bestuurlijke instrumenten beschikbaar zijn
- Hoe u criminele netwerken kunt ontmoedigen om zich te vestigen