Door Willem van Es – Stadssocioloog
Jeugdcriminaliteit en overlast van jongeren leiden tot onveiligheid in wijken en een gevoel van onveiligheid bij inwoners. De afgelopen jaren is de leeftijd waarop jongeren in de criminaliteit belanden steeds lager geworden en zijn de strafbare feiten die zij plegen veel ernstiger. Het is daarom belangrijker dan ooit om er vroeg bij te zijn.
Uit veelvuldig uitgevoerd onderzoek blijkt dat driekwart van de jeugdcriminaliteit in ons land voortkomt vanuit de groep of groepsdynamische processen (Schuyt 1993). Zo komt in een zelfrapportage-onderzoek, uitgevoerd door Henk Ferwerda van Buro Beke, onder ruim vijfduizend jongeren naar voren dat jongeren in groepsverband vaak meer en ernstigere delicten plegen (Beke, Wijk and Ferwerda 2000). De groep lijkt hier een negatieve invloed uit te oefenen. Uit onderzoek blijkt dat er sprake is van een drietal typen problematische jeugdgroepen. Op basis van recente landelijke inventarisaties blijkt dat bijna 75% van de groepen is te kwalificeren als hinderlijk, ruim 20% als overlastgevend en de rest (5%) als crimineel.
De aanpak van problematische jeugdgroepen is van groot belang als het gaat om het terugdringen van criminaliteit. Ook uit eigen onderzoek naar veelplegers in de Amsterdamse regio – hoewel hier ook jongvolwassen daders werden meegenomen – kwamen soortgelijke percentages naar voren. Daarnaast kwam nog iets naar boven! Veel jongeren kunnen ook worden gelabeld als ‘licht verstandelijke beperkt’. Vaak wordt in groepsverband misbruik gemaakt van deze LVB’ers bij het plegen van strafbaar gesteld gedrag. Macht en status spelen een interessante rol binnen problematische en criminele jeugdgroepen. Hier raakt de figuratiesociologie de criminologie en de psychologie/psychiatrie. Denk ook eens aan de serie Klassen onlangs op TV: https://www.socialevraagstukken.nl/nakijken-aflevering-3-van-de-straat-houden/ en https://www.wrr.nl/publicaties/rapporten/2009/01/26/vertrouwen-in-de-school/ (Ook: (Bourdieu 1979; Eisner 2001)).
Het is belangrijk te weten hoe deze jongeren weer op het rechte pad geholpen kunnen worden én beter, hoe voorkomen kan worden dat deze jongeren afglijden en vallen in de val van de criminaliteit (Weisburd et al. 2016), (Komen 2006). Het niet ingrijpen (preventief – repressief) kent – zoals we nu in Nederland zien – gevaarlijke kanten. Denk aan de Taghi’s van deze wereld. De vermenging van onderwereld met de bovenwereld; het geweld tegen de advocatuur, de pers en onschuldige omstanders (Thijssen 2019; Van der Ploeg 2019; Zembla 2008). Jeugdigen worden binnen deze ‘industrie’ steeds vaker ingezet. Rekrutering door de georganiseerde criminaliteit vindt veelal plaats door selectie uit de jeugdgroepen.
Uit de analyse is gebleken dat wanneer er weinig aan de hand is de netwerkvormen variëren en er lichte vormen van aanpak worden gehanteerd zoals vroegsignalering en preventie. Naarmate de problemen toenemen, wordt de rol van de wethouder belast met handhaving én de burgemeester belangrijker. Denk aan de inzet van gemeentelijke handhavers, gebiedsverboden en de last onder dwangsom en de inzet van de politie. Het is belangrijk om de burgemeester bij hinderlijke jeugdgroepen nauwer te betrekken, en meer accent te leggen op de aanpak dan kan er intensiever worden samengewerkt. Hier speelt de specifieke openbare orde taak van de burgemeester een belangrijke rol. Zelf zou ik eerder willen ingrijpen. Zeker nu ‘drill rap’ vermoedelijk een causale relatie lijkt te hebben met geweldscriminaliteit (Bahara and Stoker 2020). Lockers op scholen controleren op wapens en drugs lijkt mij een simpele (huis)maatregel (waar veel schoolbesturen om ‘vage’ redenen vaak op tegen zijn); als politie surveilleren op en in de scholen. ‘Kennen en gekend worden’ is het eerste adagium van preventie.
Uit ‘het blik’ met dat ‘blauw’ en ‘de wijkagent weer terug in de buurt’, blijken mij de eerste maatregelen. Daarnaast zal de overheid moeten voorkomen dat het onderwijs en het sociaal werk nog verder leegloopt (zie https://www.socialevraagstukken.nl/noodklok-voor-vertrekkende-sociaal-werkers/?utm_source=mailpoet&utm_medium=email&utm_campaign=de-terugkeer-van-de-samenlevingsopbouw_14 ) Het vangnet voor de jongeren wordt anders te klein of verdwijnt zelfs.
Het doel van de cursus is om o.a. beleidsambtenaren, streetcornerwork, het bestuur en velen andere betrokken partijen, handvatten te geven om te komen tot een effectief ‘holistisch’ meersporenbeleid. Samenwerken met verschillende partijen is een noodzakelijkheid. Aandacht voor het onderwijs, woonsituaties, ‘vaak vergeten de inrichting van de openbare ruimte (Madden et al. 2018)’, de demografie, verveling versus vermaak, preventief versus repressie, verbinden veel diensten en organisaties aan het fenomeen ‘jeugdcriminaliteit’. En laten we ook de ouders niet vergeten (bijvoorbeeld http://www.demoederisdesleutel.nl/ of https://www.facebook.com/demoederisdesleutel/)! Dat betekent netwerken en informatie uitwisselen hoe lastig ook (convenanten)! Daarnaast hebben veel jongeren (LVBérs) hinderzorg nodig: https://www.nrc.nl/nieuws/2021/10/18/tijd-en-geld-steken-in-tuig-dat-helpt-a4062231?utm_source=twitter&utm_medium=social&utm_campaign=twitter&utm_term=20211019
Opleiding Aanpak jeugdcriminaliteit en jeugdgroepen
Mijn ervaring als cursist en als gastdocent van SBO is dat de cursussen op het veiligheidsgebied gedegen zijn. De docenten kennen de praktijk en de theorie. Ze geven zinvolle handvatten die bij het uitoefenen van je taak van nut zijn. De cursussen zijn tevens mooie netwerkmomenten voor professionals uit verschillende organisaties.
De opleiding Aanpak jeugdcriminaliteit en jeugdgroepen van het Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid geeft antwoorden op vragen als:
- Wat zijn de eerste signalen van crimineel gedrag bij jeugdigen;
- Welke strategieën werken bij de preventief onder jongeren tegen de verlokkingen van de ondermijnende criminaliteit;
- Welke ketenpartners ondersteunen je om jongeren in de wijk toekomstperspectief te bieden;
- Dus problematische jeugdgroepen aanpakken zodat onveiligheid in de wijk verkleind wordt en de leefbaarheid wordt versterkt (Kelling, Coles and Skogan 1997; Wilson and Kelling 1982).
Willem van Es
…is oud-politieambtenaar uit Amsterdam-Amstelland. Hij heeft gewerkt in wijken als De Pijp en de Rivierenbuurt; de Recherche Informatieve en Analyseafdeling van District Zuid; en als onderzoeker bij Bureau Managementinformatie en Onderzoek en bij de Koninklijke Marechaussee District Schiphol – Bureau Recherche Informatie en Onderzoek. Nu als zelfstandig onderzoeker-adviseur en lid van de Kring Andragologie (Sociale Veranderkunde) aan de Universiteit van Amsterdam. Studeerde deeltijd Nederlands Recht en Stadssociologie aan de Universiteit van Amsterdam.
Gebruikte Literatuur
Bahara, Hassan, and Elsbeth Stoker. 2020. “Op de dodenlijst in de drillrapscene.” Pp. 6 in Volkskrant. Amsterdam.
Beke, B.;, A Wijk, van;, and H.B.; Ferwerda. 2000. Jeugdcriminaliteit in groepsverband ontrafeld. Tussen rondhangen en bendevorming. Amsterdam: Uitgeverij SWP.
Bourdieu, Pierre. 1979. La distinction : critique sociale du jugement. Paris: Éditions de Minuit.
Eisner, Manuel. 2001. “Modernization, Self-Control and Lethal Violence. The Long-term Dynamics of European Homicide Rates in Theoretical Perspective.” Br J Criminol 41(4):618-38.
Kelling, George L., Catherine M. Coles, and Wesley G. Skogan. 1997. “Fixing Broken Windows: Restoring Order and Reducing Crime in Our Communities.” American Journal of Sociology Vol. 103, No. 2 (1997), p. 510-513.
Komen, Mieke (red.). 2006. Straatkwaad en Jeugdcriminaliteit.Naar een algemene of een etnisch-specifieke aanpak? Amsterdam: Het Spinhuis.
Madden, Kathy, Fred Kent, Steve Davies, and et al. 2018. How to turn a Place Around. A Handbook for Creating Succesful Public Spaces. New York: Project for Public Spaces, Inc.
Schuyt, C. J. M. 1993. “Jeugdcriminaliteit in groepsverband.” Delikt en delinkwent Vol. 23, No. 6 (1993), p. 499-510.
Thijssen, Wil. 2019. “Een handel in het omleggen van mensen.” Pp. 4 in De Volkskrant. Amsterdam.
Van der Ploeg, Jarl. 2019. “Amsterdam is geen Napels (hier is de maffia erger). Onderwereld.” Pp. 6 in De Volkskrant. Amsterdam.
Weisburd, David, John E. Eck, Anthony A. Braga, Cody W. Telep, Breanne Cave, and et al. 2016. Place Matters. Criminology for the Twenty-First Century. New York / Cambridge: Cambridge University Press.
Wilson, James Q;, and George L. Kelling. 1982. “Broken Windows.” Pp. 29-38 in The Atlantic Monthly.