Mirije Oude Lansink, antropoloog, adviseur veiligheid bij adviesbureau Seinpost en docent op de cursus Bestuurlijke aanpak van radicalisering en terrorisme, deed onderzoek naar de oorzaken van groepsvorming en botsingen tussen groepen en de sociale omgeving.
Radicalisering, in welke richting dan ook, vindt altijd plaats in een wisselwerking tussen een individu en zijn omgeving. Het is daarom belangrijk om het bredere sociale netwerk rondom jongeren te betrekken bij de preventie en aanpak. Gelukkig is er ook steeds meer aandacht voor de onmisbare rol die ouders hierbij kunnen spelen.
Ouders en radicaliserende jongeren
Hierbij gaat het overigens niet om het voorkomen dat ouders hun eventuele radicale ideeën op hun kinderen overbrengen. Radicaliserende jongeren hebben deze ideeën doorgaans niet van hun ouders. Alle ouders willen het beste voor hun kind, maar ouders worden soms beperkt in de mogelijkheden die zij hebben om hun kind te beschermen en ondersteunen. Zij kunnen bijvoorbeeld door hun eigen gevoelens van frustratie en marginalisering onbedoeld én ongewild een voedingsbodem creëren voor wantrouwen en radicalisering bij hun kinderen. Zij kunnen ook worstelen met het dilemma of zij moeten handelen bij de eerste signalen van radicalisering in hun omgeving omdat dit ook als verraad gezien kan worden. Kunnen deze ouders hun kind weerbaarder maken tegen gevoelens van uitsluiting en discriminatie én tegen de mensen die hier handig op in weten te spelen en zo ja, hoe?
De rol van geloof en identiteit in de opvoeding
In de VS wordt in verschillende opvoedingsondersteuningsprogramma’s aandacht besteed aan ‘racial socialization’. Een term die lastig te vertalen is in het Nederlands, maar die vooral betekent dat er gekeken wordt naar het proces waarbij tussen of binnen generaties wordt nagedacht over de betekenis van afkomst en etniciteit, als onderdeel van iemands identiteit. Gezien de recente aandacht voor radicalisering van moslimjongeren lijkt het in Nederland ook relevant om met ouders in gesprek te gaan over de manier waarop geloof en identiteit een rol spelen in de opvoeding. Wat betekent het bijvoorbeeld voor een moslim(a) met een Turkse achtergrond om zijn/haar kinderen in het huidige Nederland op te voeden? Welke waarden en normen in relatie tot afkomst of geloof willen ouders aan hun kind overdragen? Welke vaardigheden kunnen zij meegeven aan hun kind om flexibel om te gaan met situaties waarin afkomst een rol speelt, zonder dat hun kind hierbij het gevoel van identiteit verliest? Hoe kunnen zij hun kind leren om kracht te ontlenen aan zijn of haar identiteit? Juist deze boodschappen en vaardigheden zijn bepalend voor de houding en overtuigingen van kinderen en jongeren ten opzichte van afkomst en etniciteit én voor hun gevoel van weerbaarheid, bijvoorbeeld bij ervaringen van uitsluiting en discriminatie.
Weerbaarheid van jongeren
In Nederland is er al veel ontwikkeld op het gebied van weerbaarheid van kinderen en jongeren in het algemeen. Denk aan antipestprogramma’s op scholen of weerbaarheidstrainingen zoals Rots & Water. Ook de rol van ouders wordt hier regelmatig in meegenomen. Vaak wordt hierbij gewezen op het belang van zelfvertrouwen, het zelf problemen op kunnen lossen en het leren omgaan met tegenslag. Hierbij wordt echter doorgaans nog weinig ingegaan op de noodzaak van weerbaarheid tegen vooroordelen en discriminatie en tegen zogenaamde ‘ronselaars’. Wat kunnen ouders hierin doen en hoe kunnen zij hierbij ondersteund worden?
Erken negatieve ervaringen rondom stigma en discriminatie
Het wordt steeds vanzelfsprekender om ouders te vragen naar ervaringen uit hun jeugd die mede bepalend kunnen zijn voor de opvoeding van hun kinderen. Net zoals verwaarlozing of huiselijk geweld kunnen ook gevoelens van uitsluiting in het verleden of in het heden invloed hebben op de dagelijkse opvoeding. Wat hebben ouders meegemaakt? Wat maakt dat zij dit als discriminatie hebben ervaren? Hoe zijn zij hiermee omgegaan? Wanneer ouders met hun kinderen in gesprek gaan over vooroordelen en discriminatie en hen hierop voorbereiden door hun eigen ervaringen te delen kunnen zij hun kinderen leren hier beter mee om te gaan.
Bied handreikingen om effectief te reageren op discriminatie
Ouders hebben invloed op de manier waarop kinderen omgaan met uitsluiting en discriminatie. Grofweg kan er onderscheid gemaakt worden tussen polariserende (‘het zijn allemaal racisten’), vermijdende (‘we zullen er toch nooit bij horen’), compenserende (‘als Marokkaan moet je nu eenmaal twee keer zo hard je best doen om je te bewijzen’) en verbindende (vooroordelen tegengaan met argumenten en humor) strategieën. Een polariserende of vermijdende strategie kan op de korte termijn bevredigend zijn (‘het ligt niet aan jou’) maar vernauwt wel het perspectief van jongeren op hun eigen toekomst hier in Nederland. Een compenserende of verbindende strategie kost meer moeite, maar kan iemand op de langere termijn wel verder brengen. De effectiviteit van een strategie hangt bovendien af van de situatie, van de individuele vaardigheden van de betreffende persoon én uiteraard van het doel dat hij of zij hierbij voor ogen heeft. Wie goed kan leren zal makkelijker accepteren dat hij of zij extra goed zal moeten presteren op school of werk om verder te komen. Ook het maken van een grapje is voor de ene persoon makkelijker dan voor de ander en zal in de ene situtie beter vallen dan in de andere situatie.
Benadruk positieve identiteit
Het bejegend worden op je ‘anders zijn’ is een negatieve invulling van de identiteit. Voor veel jongeren die tweede, derde of soms zelfs vierde generatie in de migratiegeschiedenis zijn, valt hier moeilijk het positieve van hun identiteit tegenover te zetten. Dat kan komen omdat zij de taal van het land van herkomst niet spreken of omdat de overdracht van culturele waarden verloren is geraakt in het inpassingsproces in de dominante cultuur. Ouders en grootouders kunnen een deel van deze geschiedenis weer invullen voor jongeren, waardoor afkomst en cultuur een positief onderdeel van de identiteit van jongeren kan worden; iets waar ze trots op kunnen zijn. Daarnaast moet er ook altijd ruimte zijn voor andere aspecten van de identiteit van jongeren: naast moslim of is iemand bijvoorbeeld ook zoon, student of voetballer.
Blijf elkaar vragen stellen
Door vragen te stellen over het waarom van bepaalde uitspraken of gedragingen worden jongeren getriggerd na te denken over hun ideeën. Het kan zijn dat jongeren de behoefte voelen met ouders over hun geloof te praten, maar soms doen zij dit liever met een vriend, docent of imam. Veel ouders van bekeerde moslims maar ook ouders die zelf als moslim zijn opgevoed lopen er bovendien tegenaan dat hun kind meer lijkt te weten over de ‘ware’ islam dan zijzelf. Het is belangrijk om dan iemand te vinden die jongeren op een positieve manier kan voorzien in hun informatiebehoefte en waar zij terecht kunnen met hun verhalen en vragen. Zowel voor ouders als voor jongeren is het bovendien belangrijk om toegang te hebben tot kennis en informatie en dit ook weer met elkaar te delen. Transparantie en weten waar je kind zich mee bezighoudt is in dit geval van cruciaal belang. Uit onderzoek blijkt dat toezicht, of monitoring, de meest effectieve vorm van ouderlijke aanwezigheid is als het gaat om het verkleinen van risicogedrag bij kinderen en jeugdigen (door Haim Omer ‘waakzame zorg’ genoemd). Daarbij is het belangrijk dat ouders er niet alleen voor staan, maar zich gesteund voelen door de mensen die voor hen belangrijk zijn.
Bevorder mediawijsheid van jongeren én ouders
Ook ouderlijke aanwezigheid in de vorm van toezicht op mediagebruik is belangrijk. Sommige ouders zijn allang blij wanneer hun kind niet tot een criminele of overlastgevende groep op straat hoort en ’s avonds thuis achter zijn computer zit. Het is voor ouders echter vaak onduidelijk wat hun kind hierbij verder precies doet en met wie hij of zij contact heeft. Het internet is een belangrijke informatiebron voor jongeren die op zoek zijn naar een alternatief voor de Nederlandse samenleving waarin zij zich buitengesloten en afgewezen voelen. Jongeren zijn hierbij een gemakkelijke prooi voor ronselaars en anderen die hen met onjuiste informatie en onbetrouwbare bronnen in de richting van radicalisering duwen. Het is dus belangrijk dat jongeren kritisch leren omgaan met informatie, uiteraard van iemand die zij vertrouwen. En ook voor ouders geldt dat zij meer inzicht moeten krijgen in de valkuilen van het internet en hoe zij hun kind kunnen helpen hier weerbaar in te worden door er met hun kind over te praten.
Meer weten?
Op de cursus Bestuurlijke aanpak van radicalisering en terrorisme leert u hoe u radicalisering en terrorisme in uw gemeente waar mogelijk voorkomt en waar nodig bestrijd.
Op het congres Radicalisering en terrorisme leert u het voorkomen van misstanden veroorzaakt door radicaliserende groepen.
Bron: Seinpost
Het is altijd goed om mensen toe te rusten tot, het heeft echter ook iets cynisch om mensen toe te rusten oom te gaan met discriminatie, achterstelling, uitsluiting. Als we nu eens echt werk maken van inclusie en jongeren kansen geven in onderwijs, stages en werk. Er is geen betere preventie dan een betekenisvolle plek in de samenleving.