Terrorisme bestrijden met participatief leiderschap

Door Lucien Stöpler, zelfstandig jurist en organisatiedeskundige en docent op de cursus Big Data in het veiligheidsdomein, gespecialiseerd in de uitwisseling van data tussen veiligheidspartners. Een van de dingen die de verschrikkelijke aanslagen in Parijs duidelijk maken, is dat er een grote bereidheid bestaat onder burgers om zich op verenigde wijze, vreedzaam te verdedigen tegen terrorisme. Burgerlijke organisatie is de enige redelijke manier om fijnmazig en sensitief toezicht te houden op radicalisering en voorbereidingshandelingen op aanslagen, laten ook enkele kleine goede voorbeelden zien. Het ontbreekt echter bij zowel politie als veiligheidsdiensten aan een organisatie die goed om kan gaan met georganiseerd burgerschap.

Veiligheidspartners

We zijn maar voor een heel beperkt deel afhankelijk van politie, AIVD en andere veiligheidspartners voor onze veiligheid. Het grootste deel van hun tijd zijn deze partners wel bezig met veiligheid, maar op een manier die geen bijzondere bevoegdheden vereisen: met name gewoon goed opletten wat er gebeurt. Als u of ik goed opletten of er iets gebeurt en bij onraad geen schroom voelen om hierover melding te doen bij een instantie zoals politie of meld misdaad anoniem is de kans dat er tijdig wordt ingegrepen door instanties veel groter.

Actieve betrokkenheid van burgers

Er zijn meerdere voorbeelden die aantonen dat de actieve betrokkenheid van burgers effectief is in de bestrijding van criminaliteit. De eerste is de opsporing van de twee daders van de aanslag in Parijs: dit gebeurde voornamelijk door tips van burgers. Dit geldt overigens voor ca. 85% van de criminaliteit: het wordt opgelost doordat burgers tips geven die de politie tot de daders leiden. Het tweede voorbeeld is een succesvol project in Londen tegen terroristische aanslagen. Dit project leidt beveiligers op om beter specifieke vormen van verdacht gedrag te signaleren en hoe om moet gaan met een aanslag (met bom, vuurwapen, gas of anderzijds). Het resultaat is een spectaculaire stijging van relevante meldingen van verdacht gedrag die de politie in staat stelde om terroristische dreiging te reduceren. Een derde voorbeeld laat zien dat het nog alledaagser kan. In Tokyo is een experiment gedaan om taxichauffeurs ‘s nachts gratis te laten parkeren (in Tokyo anders onmogelijk) bij buurtsupers als ze dienst hebben omdat de aanwezigheid van personen overvallers afschrikt. Terwijl er een trendmatige stijging van overvallen op buurtwinkels was, daalde de overvallen op de buurtwinkels met bemande taxi’s voor de deur met ruim 30%!

Samenwerken met burgers

De politie en veiligheidsdiensten kunnen nog veel beter samenwerken met belanghebbenden van veiligheid: burgers. De belangrijkste methode die momenteel wordt gehanteerd is Burgernet, dat volledig vanuit de politie wordt gestuurd. Bij het bestrijden van radicalisering en terreur gaat het meer over wat de agenten van politie en veiligheidsdiensten niet zien. Er is een aanpak nodig die uitgaat van gelijkwaardigheid van de professionele veiligheidspartners en de participerende belanghebbenden. Dat vergt 3 omslagen in het denken van zowel politie en veiligheidsdiensten als burgers.

Gelijkwaardig contact

Ten eerste is het startpunt van een gelijkwaardig contact dat er overeenstemming ontstaat over wat van belang is voor alle partijen. Nu bepalen de veiligheidspartners de prioriteiten en mogen de burgers meehelpen. Maar er zit verschil tussen de aanpak gericht op criminaliteitsreductie die politie voorstaan en de vaak meer op leefbaarheid gerichte wensen van burgers. Het vinden van een voor iedereen aantrekkelijke en zinvolle aanpak is een zoektocht. Waar partijen elkaar vaak kunnen vinden is een positief geformuleerd perspectief: we willen een wijk waarin we verschillen waarderen en die open is voor welwillenden, waar onze kinderen veilig kunnen opgroeien en die mooi en schoon gehouden wordt. Zelfs de meest murwe wijken kunnen een positieve droom verzinnen en het zou veel professionals verrassen wat schijnbaar onwillige bewoners nog aan energie hebben hiervoor. Dit blijkt uit experimenten die in flatgebouwen gehouden werden en in wijken in Amsterdam en Rotterdam: hier bleken voldoende positief ingestelde mensen aanwezig om de sfeer om te laten slaan.

Meldingen serieus nemen

Ten tweede, als een samenwerking gelijkwaardig is betekent dat ook dat de politie en veiligheidsdiensten de meldingen van burgers allemaal serieus nemen. Dat is niet het beeld van de Nederlandse politie dat burgers hebben: die ervaren regelmatig dat de interesse maar lauw is bij politie als er ongevraagd meldingen zijn. In het hierboven genoemde anti-terreur project meldden getrainde beveiligers significant meer verdachte situaties dan alle andere groepen burgers in de maatschappij. Bommeldingen, ongebruikelijke foto’s nemen (bijvoorbeeld van nooduitgangen van grote banken) en verdachte pakketjes werden door serieuze inzet met prioriteit behandeld door de politie en dit gebeurt tien jaar na dato nog altijd. Beveiligers raakten sterk betrokken door de effectiviteit van de reactie van de politie. Het is en blijft een van de steunpilaren van een sterk vertrouwen tussen de publieke, particuliere en private partijen.

Iedereen kan meedoen

De grootste omslag is echter gelegen in het feit dat iedereen mee kan doen, niet alleen door de politie of veiligheidsdiensten geselecteerde mensen. Uit recent onderzoek blijkt dat hoewel politieagenten er voor iedereen zijn, hun informatie vooral bij mensen van een gelijk geslacht, leeftijd en huidskleur komt. Voor de politie betekent dat: oudere blanke mannen bepalen het beeld dat de meeste wijkagenten hebben. Bij veel wijken waar het toe doet bij het signaleren en bestrijden van radicalisering is dat beeld onjuist en draagt het niet bij aan effectief optreden, in tegendeel. Experimenten met het betrekken van anders veelal genegeerde groepen mensen in kwetsbare wijken laat zien dat zowel het beeld van agenten als de mensen die het betreft meer bereid worden om deel te nemen aan veiligheidsprojecten waaronder het tegengaan van radicalisering. Met deze drie omslagen in het denken kan de dreiging van terreur sterk worden verminderd zonder dat er meer agenten bij hoeven en belangrijker: op een manier die de wijk(veiligheid) weer teruggeeft aan burgers.

Meer weten?

Op de cursus Bestuurlijke aanpak van radicalisering en terrorisme leert u hoe u radicalisering en terrorisme in uw gemeente waar mogelijk voorkomt en waar nodig bestrijd.

Op de cursus Big Data in het veiligheidsdomein leert u hoe u aan de hand van Big Data veiligheidsproblemen voorspelt en waar mogelijk voorkomt.

Op het congres Radicalisering en terrorisme leert u het voorkomen van misstanden veroorzaakt door radicaliserende groepen.

Bron: Justice in Practice

Over Frank van Summeren

Congres- en opleidingsmanager veiligheid bij het Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid.

Bekijk ook

De voordelen van de bestuursrechtelijke aanpak van ondermijnende criminaliteit

Bestuursrechtelijke sancties maken het mogelijk om criminaliteit eerder en effectiever aan te pakken. De benodigde …

èèn Reactie

  1. L.s.

    Wil graag een paar kanttekeningen plaatsen bij uw artikel “Terrorisme bestrijden met participatief leiderschap”.

    Ten eerste: Criminaliteit is geen terrorisme. Het verschil zit hem in een aantal aspecten. Significant is dat criminelen zich meer richten op organisaties of individuen. Elk doel dat in hun ogen financieel winstgevend is, is voor criminelen of hun criminele organisatie interessant. Bankovervallen, inbraken, afpersing, drug- en mensenhandel zijn daar slechts enkele voorbeelden van. Terrorisme is echter ‘collectiever’ in gedrag en veelal gericht op een bepaald land of een bepaalde bevolkingsgroep. Het doel bij terrorisme is de burger angst aanjagen. Vele burgers onderscheiden terrorisme daarom niet zo goed als dat u denk.

    Ten tweede: Het opleiden van beveiligingsfunctionarissen. Wij leiden beveiligingsfunctionarissen op tot Certified Profiler Terrorism. De beveiligingsbranche zit hier niet op te wachten en is zeer passief is zijn handelen. Met vele directies van beveiligingsbedrijven om de tafel gezeten. Het grootste knelpunt is het te lage opleidingsniveau. Vergelijkbaar: in Groot Brittannië is het opleidingsniveau van beveiligingsfunctionarissen aanzienlijk hoger dan in Nederland. Dat maat de kans van slagen ook groter en meer haalbaal.

    Actieve betrokkenheid van burgers en andere diensten
    Passieve detectie heet dat en is het verkrijgen van informatie over terroristische activiteiten via derden. Het is informatie die als een voorteken beschouwd moet worden en buiten de kaders van reguliere inlichtingen- en veiligheidsonderzoeken van politie en inlichtingendiensten wordt verkregen.

    Voorbeelden zijn de grenscontroles in de havens en op de luchthavens. Belangrijke bijdragen van passieve detectie zijn de inbreng van bijvoorbeeld de douane, stewardessen en pursers. Maar ook beveiligingsmedewerkers die bevoegd zijn om bagage te screenen en visitaties mogen uitvoeren kunnen informatie verschaffen. Ook beheerders van informatiesystemen kunnen belangrijke passieve informatie aanleveren vanaf internet.

    Burgers leveren tegenwoordig ook belangrijke bijdragen. De laatste jaren gebeurt het melden van informatie steeds vaker.

    Maar u zult begrijpen dat de ‘awareness’ van de burger niet altijd optimaal is door het ontbreken van de noodzakelijke informatiepositie.
    Het is dus niet voor niets dat in Europa het internetverkeer wordt gemonitord en een scala van databases beschikbaar zijn voor het bijhouden van persoonsgegevens. Het zijn de legitieme opties voor het passief opsporen van terrorisme. Burgernet zal daarin kunnen falen vanwege het criminele karakter van de app.

    Wij geven workshops over terrorisme. Zo starten we in oktober is samenwerking met het Cedin de workshop “Herken jij radicalisering?”. De workshop is bedoeld voor docenten (VO en MBO), wijk- en jeugdagenten, Jeugdzorg en het gevangeniswezen.

    Deze initiatieven zijn er niet voor niets. Radicalisering is een groot probleem aan het worden in Nederland. Te meer daar we steeds meer jihadisten zien van allochtone afkomst die ook een strafblad hebben.

    De kennis over terrorisme en radicalisering is in Nederland binnen de overheid alsmede in de private en particuliere partijen als onvoldoende te kwantificeren.

    Verneem gaarne uw reactie,

    Paul Mulder RSE
    Directeur Trio Security

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *