Werk ter voorkoming van jeugdcriminaliteit

Door Frank van Summeren, organisator van de opleiding ketenregisseur risicojeugd en de opleiding coördinator nazorg ex-gedetineerden.

Jongeren krijgen gedurende hun ontwikkeling te maken met veel verleidingen die zij moeten weerstaan. Voor sommige jongeren geldt helaas dat zij een grotere kans hebben om de verkeerde weg te kiezen. Ze maken hun school niet af, raken werkloos, veroorzaken overlast en/of belanden in de criminaliteit.

Jeugdwerkloosheid is een groot probleem in Nederland. Inmiddels is ruim een half miljoen Nederlanders werkloos, ruim een kwart hiervan zijn jongeren. De afgelopen jaren is door de economische crisis de jeugdwerkloosheid opgelopen naar 15 procent. Een groot deel van deze jongeren is laag opgeleid of heeft geen startkwalificatie. Ingrijpen door de overheid is noodzakelijk om te voorkomen dat er een verloren generatie jongeren ontstaat. Deze groep jongeren, die de binding met de maatschappij dreigt te verliezen, zal als zij langdurig langs de kant blijft staan niet alleen nu maar ook in de toekomst afhankelijk zijn van publieke voorzieningen van de overheid. Daarnaast  is de kans aanwezig dat een deel van deze jongeren in de criminaliteit terechtkomt. Uit onderzoek blijkt dat er een verband bestaat tussen voortijdig schoolverlaten, werkloosheid en criminaliteit. Ruim 100.000 jongeren tussen de 15 en 24 jaar hebben geen werk en zijn niet in het bezit van een startkwalificatie. Deze categorie jongeren komt drie keer zo vaak in aanraking met de politie als degenen met een startkwalificatie. Kortom: als de overheid de jeugdwerkloosheid nu niet aanpakt, krijgt zij hier straks de rekening voor gepresenteerd.

 

Maatregelen tegen jeugdwerkloosheid

Om de werkloosheid onder jongeren aan te pakken en te voorkomen dat jongeren verder afgeleiden trekt het kabinet in 2013 50 miljoen euro uit. Van deze  50 miljoen euro wordt de helft besteed om jongeren door te laten leren op het Middelbaar beroepsonderwijs in een richting waarbij het perspectief op werk goed is, bijvoorbeeld de techniek. De andere helft gaat naar de begeleiding van jongeren naar werk. Arbeidsmarktregio’s kunnen dit geld uitgeven aan startersbeurzen, om jongeren werkervaring te laten opdoen. Ook kan het geld besteed worden aan jongerenloketten, waar jongeren terecht kunnen voor advies over het vinden van werk of scholing.

Uit de inspanningen van de overheid blijkt dat zij met name inzet op preventieve maatregelen om te voorkomen dat jongeren zonder startkwalificatie van school afkomen en hierdoor weinig kans maken op de arbeidsmarkt. De huidige problematiek vraagt echter om meer dan alleen preventieve maatregelen, aangezien met name in diverse grote steden, veel jongeren reeds zijn afgehaakt. Om deze jongeren weer terug de schoolbanken in te krijgen of toe te leiden naar werk is een andere aanpak noodzakelijk. In dit artikel wordt ingegaan op een aantal projecten in het land, waar jongeren met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, een kans nieuwe kans wordt geboden om mee te doen in de maatschappij. Het achterliggende doel van deze projecten is het terugdringen van jeugdoverlast en –criminaliteit, die door (een deel  van) deze jongeren wordt veroorzaakt.

 

Kenmerken kwetsbare jongeren

Heeft geen of een lage startkwalificatie

Heeft een grote afstand tot de arbeidsmarkt

Beschikt over een strafblad of is bekend bij jeugdzorg

Woont in een kansarme buurt of een onveilige woonomgeving

Is afkomstig uit een gezin met een sociaal-economische achterstand

Beschikt over gebrekkige sociale en communicatieve vaardigheden

Vertoont gedragsproblemen door beperkingen en/of een gebrekkige opvoeding

 

Stichting Herstelling, een werkend re-integratieperspectief voor probleemjongeren

Hoe krijg je jongeren met een crimineel verleden, met een grote afstand tot de arbeidsmarkt en negatief gewoontegedrag aan de slag in tijden van economische crisis? De provincie Noord-Holland en de gemeente Amsterdam hebben het werkervaringsproject Stichting Herstelling in het leven geroepen, waar jongeren met een grote afstand tot de arbeidsmarkt de forten van de Stelling van Amsterdam opknappen. Stichting Herstelling biedt een voortraject naar een (vervolg)opleiding, een werkgever of een combinatie daarvan maar is géén opleidingsinstituut. De jongeren die deelnemen aan het project worden begeleid door een werkmeester. De werkmeester leert jongeren vaardigheden, biedt een luisterend oor en geeft ze indien nodig een duwtje in de juiste richting. Belangrijke aandachtspunten in de aanpak van stichting Herstelling zijn: op tijd komen, positieve werkhouding, leren samenwerken en leiding accepteren. De werkplaats is cruciaal in deze aanpak: het biedt structuur en vormt een lerende omgeving voor de jongeren. In deze omgeving moeten jongeren hun oude, vaak negatieve gedrag afleren en nieuwe  vaardigheden opdoen (Landelijke studiedag Jeugdcriminaliteit, 31 januari 2013).

 

Stichting College Hillesluis, werkervaring opdoen in de wijk

Hillesluis is een wijk in Rotterdam met een jonge leeftijdsopbouw die te maken heeft met veel jeugdoverlast en criminaliteit. In 2001 en 2003 werd de wijk aangemerkt als onveilige wijk, met een veiligheidsindex van 3.7 / 3.8 op een schaal van 10. Om de jeugdoverlast en het onveiligheidsgevoel onder bewoners in de wijk terug te dringen is de Stichting College Hillesluis gestart. Stichting College Hillesluis biedt jongeren uit Hillesluis een programma van werk en trainingen, waarmee zij niet alleen een inkomen verdienen en aan hun cv bouwen, maar ook hun wijk verder helpen verbeteren door gebouwen in de wijk te renoveren en de buitenruimte te beheren waardoor bewoners zien dat zij zich in zetten voor hun buurt. Inmiddels is de objectieve en subjectieve veiligheid in de wijk sterk verbeterd, zo blijkt uit de veiligheidsmonitor van 2012 (Landelijke studiedag Jeugdcriminaliteit, 31 januari 2013).

 

Topaze, ervarend leren op de boerderij

In het project Ervarend leren worden jongeren in de leeftijd vanaf 16 jaar met ernstige problematiek (tijdelijk) uit hun oude omgeving gehaald en gedurende een half jaar geplaatst op een boerderij waar ze gaan wonen en werken. Na het halfjaar op de boerderij volgt er nog een begeleiding van een half jaar aan de ouders, zodat zij na afloop van het traject de opvoeding/begeleiding van hun zoon of dochter weer over kunnen nemen. Het project wordt georganiseerd door Topaze, een hulpverleningsorganisatie die hulp biedt aan jongeren en ouders met problemen in de opvoeding, bijvoorbeeld door begeleiding aan gezinnen, opvoedcursussen aan ouders en projectplaatsingen op boerenbedrijven.

Het project heeft als doel om de gestagneerde ontwikkeling van de jongere weer op gang te brengen. Dit wordt gerealiseerd door een individueel en gefaseerd arbeidsproces waarbij de jongere leert ontdekken wat hij/zij zelf aan taken kan uitvoeren zoals: zelfstandig werken en samenwerken,  plannen en overleggen van taken, opdoen van een dagritme, verantwoordelijkheid nemen en dragen, initiatief nemen en zelfvertrouwen opdoen. Jongeren die in aanmerking komen voor het individuele project Ervarend leren op de boerderij kenmerken zich door ernstig externaliserend probleemgedrag dat vaak al langer speelt en waarbij eerdere hulp is mislukt. De jongere is dan ook vaak al bekend bij jeugdzorg en/of justitie. De problematiek van de jongere heeft zijn weerslag op het gezin, school/werk en zijn of haar persoonlijke ontwikkeling. Ingrijpen is noodzakelijk om deze negatieve spiraal te doorbreken en delinquent gedrag te voorkomen (Landelijke studiedag Jeugdcriminaliteit, 31 januari 2013).

 

Lessen uit de praktijk

De drie praktijkvoorbeelden laten zien dat een alternatieve aanpak noodzakelijk is om jongeren met problemen aan het werk te helpen. Wat werkt is afhankelijk van de doelgroep en haar problematiek. Zo is er door de Stichting Herstelling en de Stichting College Hillesluis gekozen voor een groepsaanpak, terwijl er in het project Ervarend leren op de boerderij van Topaze een individuele aanpak van de jongeren wordt voorgestaan.

Op de landelijke studiedag Jeugdcriminaliteit zijn we in rondetafelsessies met professionals op zoek gegaan naar randvoorwaarden voor deze projecten met een alternatieve doelgroep en aanpak. Wat maakt nu de kans op succes van deze projecten groter en wanneer moeten we op onze hoede zijn voor een mislukking van deze aanpak? Kortom: wat hebben deze projecten gemeen wat hen succesvol maakt?

 

Integrale persoonsgerichte aanpak

De doelgroep die in aanmerking kom voor deze projecten kenmerkt zich door een complexe meervoudige problematiek. Zo is een deel van de Top 600 aanpak, bestaande uit gewelddadige veelplegers,  geplaatst bij Stichting Herstelling. 89 procent van deze jongeren heeft te maken met psychiatrische problemen, vaak in combinatie met verslavingsproblematiek. Daarnaast heeft 65 procent van hen grote problemen op het gebied van inkomen, dagbesteding en/of huisvesting. Om een gedragsverandering van deze jongere te bewerkstelligen, volstaat het niet om slechts één of enkele problemen van de jongere aan te pakken, maar is een breed opgezet hulpverleningstraject noodzakelijk waarin aandacht wordt besteed aan alle leefgebieden van de jongere. Zo kan bijvoorbeeld naast het vinden van een zinvolle dagbesteding gewerkt worden aan stabilisatie van schulden, bestrijding van verslavingsproblematiek, het vinden van een woning en het creëren of herstellen van een sociaal netwerk.

 

Stok achter de deur

Een andere succesfactor vormt het toepassen van drang en dwang om te voorkomen dat de jongere uitvalt. Zo heeft Stichting Herstelling, onderdeel van de Gemeentelijke  Dienst Werk en Inkomen, de uitkering in eigen beheer. Dat maakt het mogelijk dat zij dit middel gebruikt als stok achter de deur.

 

Rol professional

De begeleiding van deze jongeren vergt veel verschillende capaciteiten van de betrokken professional. Hij moet allereerst over kennis en ervaring beschikken op diverse leefgebieden. Daarnaast moet hij over voldoende sociale vaardigheden beschikken en communicatief onderlegd zijn. Zo wordt van de professional verwacht om een vertrouwensrelatie met de jongere op te bouwen en tegelijkertijd doortastend op te treden wanneer de situatie daarom vraagt. Zo moet hij ‘nee’ durven zeggen richting de jongere, heldere afspraken kunnen maken en grenzen durven stellen zodat diezelfde jongere ook weet waar hij/zij aan toe is in een bepaalde situatie.

 

Tot slot

Er kan worden geconstateerd dat langdurige werkloosheid een grote impact heeft op het leven van een jongere en bovendien grote maatschappelijke kosten met zich meebrengt. De drie praktijkvoorbeelden laten zien dat het ook anders kan. Deze projecten met een alternatieve aanpak hebben aangetoond een uitstekend middel te zijn in het begeleiden van kwetsbare jongeren naar werk en het oplossen van achterliggende problematiek. Bijkomend voordeel is dat deze aanpak kostenbesparend werkt, niet onbelangrijk in een omgeving waarin de druk op de beschikbare (financiële) middelen toeneemt.

 

Frank van Summeren is congres- en opleidingsmanager Jeugd en Veiligheid bij het Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid en organisator van de opleiding ketenregisseur risicojeugd en de opleiding coördinator nazorg ex-gedetineerden.

Over Frank van Summeren

Congres- en opleidingsmanager veiligheid bij het Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid.

Bekijk ook

Nieuwe werkwijze arbeidsongevallen zorgt voor meer veiligheidsbewustzijn bij bedrijven

84 procent van de bedrijven waar een arbeidsongeval is gebeurd, voert alle maatregelen die in …

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *