Nieuw opleidingsprofiel verpleegkundigen

Hoe kunnen hbo-v stages worden verbeterd?

Wilma Jackson
Wilma Jackson inventariseerde wat hogescholen verpleegkunde en ziekenhuizen vinden van de hbo-v stage. Zij beveelt onder meer aan dat docenten structureel stage lopen op leerafdelingen van ziekenhuizen. ‘Ook masterclasses van bijvoorbeeld verpleegkundig specialisten zijn belangrijk voor de noodzakelijke actuele kennis.’

De wettelijk verplichte stages vormen een knelpunt dat bij diverse hogescholen tot een numerus fixus heeft geleid: er kunnen niet meer studenten worden aangenomen dan er stageplaatsen beschikbaar zijn. Ook in de toekomst zullen stages cruciaal zijn, stelt Wilma Jackson. Zij is hoofd van het Leerhuis in het Tweesteden Ziekenhuis in Tilburg en schreef een verkenning rond stages van hbo-studenten, met als doel dat hogescholen en ziekenhuizen gezamenlijk de complexe situatie aanpakken. Dat deed ze in opdracht van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU), en het Landelijk Overleg Opleidingen Verpleegkunde (LOOV). Het onderzoek is deelproject van Bachelor Nurse 2020, waaronder ook het nieuwe opleidingsprofiel valt dat 28 januari wordt gepresenteerd.

Wilma licht toe
Op het Congres Bachelor Nursing 2020 presenteert Wilma Jackson op 28 januari 2015 de resultaten van haar onderzoek naar hbo-v stages in ziekenhuizen. Op die dag presenteren de 17 hogescholen en het werkveld ook het nieuwe opleidingsprofiel voor de hbo-verpleegkundige. Kijk voor meer informatie hier >>>

Waarom deze verkenning?

‘De snelle ontwikkelingen in de zorg vragen om goede samenwerking tussen onderwijs en werkveld; zo’n partnerschap is een voorwaarde om daadwerkelijk mee te bewegen met de ontwikkelingen in de zorg. Leren en werken moeten zodanig met elkaar verbonden worden dat zowel de student, de opleiding, als de zorginstelling daar wijzer van worden. Er zou een wisselwerking moeten zijn tussen wat studenten in het onderwijs meekrijgen en de ontwikkelingen op het werk.’

Wat kwam er uit?

‘Ik heb gepraat met 21 ziekenhuizen in ons land, van perifeer tot academisch, van groot tot klein. Bij de interviews waren medewerkers van opleidingsafdelingen, zorgmanagers, verpleegkundigen en studenten betrokken. 
Veel ziekenhuizen gaven aan dat een afgestudeerde hbo-verpleegkundige direct inzetbaar moet zijn in de praktijk. Een inwerkprogramma van bijvoorbeeld een jaar wordt door sommige ziekenhuizen als een voorwaarde gezien om de hbo-verpleegkundige een goede start te geven als professional. Veel ziekenhuizen geven echter aan dat dit duur is en dat een mbo-verpleegkundige opgeleid in een BBL-variant wel snel ingezet kan worden. Dit is in het nadeel van de pas afgestudeerde hbo-verpleegkundige die voor de toekomst juist nodig is in het ziekenhuis. 
Ook blijkt dat in sommige regio’s opleidingsplaatsen en stagevragen op elkaar worden afgestemd. Voorbeelden hiervan zijn www.sigra.nl en www.netwerkzon.nl. Ziekenhuizen die hierbij zijn aangesloten vinden dit een inspirerende manier van samenwerken maar geven ook aan dat het opzetten een hele klus is. Verder willen ziekenhuizen meer betrokken zijn bij het onderwijs.
Bijna in alle ziekenhuizen zijn alle verpleegkundigen ook werkbegeleider. Op sommige afdelingen werken alleen verpleegkundigen met een mbo- opleiding. Ziekenhuizen geven aan dat het dan soms voor hbo-studenten lastig is om bepaalde competenties te leren.’

Wat beveelt u aan?

‘Initiatieven voor stageplaatsen die er nu regionaal zijn landelijk monitoren en verder onderzoeken, zodat de voordelen hiervan in andere regio’s toegepast kunnen worden. Ook het samen opzetten van masterclasses is een goed voorbeeld hoe school en praktijk kunnen zorgdragen voor de actuele ontwikkeling in het onderwijs. Dat gebeurt bijvoorbeeld in het Radboudumc en het Catharina Ziekenhuis in samenwerking met respectievelijk Fontys Hogeschool en de HAN. Zorgprofessionals zoals verpleegkundig specialisten geven dan les. Zo haal je de kennis vanuit de praktijk binnen.
Leerwerkplaatsen, leerafdelingen en ZIC’s  (zorginnovatiecentra) zijn stagevormen waar ruimte is voor onderwijs, intervisie, én onderzoek, dus deze zijn ook gewenst wat mij betreft.
In het land zijn initiatieven om docenten stage te laten lopen in de praktijk. Een aanbeveling is om dit structureel te organiseren, niet in de vorm van een verplichte stage maar door docenten bijvoorbeeld in toerbeurt op leerafdelingen in te zetten. Dit soort initiatieven zijn er al en zouden navolging kunnen krijgen.
En er is afgesproken dat het opleidingsprofiel niet weer voor jaren vastgesteld is maar mee veranderd met de veranderingen in het werkveld. Een aanbeveling is om het curriculum samen met de zorgorganisaties in de regio in te richten. Daarnaast is het belangrijk om duale opleidingsvormen te behouden voor ziekenhuizen die deze vorm van opleiden wensen.’

Bron: www.nursing.nl door Margot Hamel 

Over noweem

Bekijk ook

Onderbezetting is geen excuus bij de tuchtrechter

Maar liefst twee zorgverleners zijn door het Tuchtcollege berispt toen zij bleven doorwerken terwijl er …

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *