De leefomgeving in Nederland ondervindt schade door ondermijnende milieucriminaliteit waarbij de kosten van illegale activiteiten worden afgewenteld op de samenleving. De productie van verboden gevaarlijke stoffen en het illegaal lozen van (drugs)afval zijn voorbeelden van criminele activiteiten die zich overal in Nederland kunnen manifesteren. Aan het woord zijn verschillende experts over de aanpak van ondermijnende milieucriminaliteit.
Strafrechtelijke én bestuurlijke aanpak van ondermijnende milieucriminaliteit door Regionale Informatie en Expertise Centra
Bijna wekelijks staat er een melding in de media van een (synthetische) drugsdumping. Het zijn niet alleen meer de meldingen van een paar ‘blauwe vaatjes’ , maar de dumpingen lijken in omvang steeds groter te worden. Daarbij zijn er vaststellingen gedaan dat het afval geloosd wordt in bijvoorbeeld het riool. Vastgesteld moet tevens worden dat het aantal dumpingen en lozingen is toegenomen. Daarbij is de prijs van een ‘pilletje’ gezakt. Een eenvoudige conclusie is dat de productie fors is toegenomen. Er wordt kennelijk goed verdiend aan het productieproces synthetische drugs. De productie, verkoop etc. is niet alleen strafbaar, maar kan ook gevolgen hebben voor de gezondheid van de mens en het milieu. Meer en meer groeit de overtuiging dat de politie de aanpak niet alleen kan doen. Er zijn meer mogelijkheden om het proces te verstoren. Dat vraagt wel van alle veiligheidspartners een gezamenlijke aanpak. Een aanpak die niet alleen gericht is op het pakken van de daders, maar evenzo op het afpakken van de verkregen winsten. Misdaad mag niet lonen! Het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (kortweg RIEC) is voor het lokale bestuur dé instantie die veiligheidspartners bij elkaar brengt in onder andere de bestrijding van synthetische drugs (dumpingen) en de coördinatie op de informatie regelt. Het RIEC een onmisbare schakel in veiligheid.
Ton Slingerland, docent op de cursus Bestuurlijke aanpak van georganiseerde misdaad en projectleider bij het RIEC Zuid-West Nederland, waar gemeenten, de provincie, het Openbaar Ministerie, de Nationale Politie en de Belastingdienst samenwerken aan de aanpak van georganiseerde misdaad waaronder milieucriminaliteit
Toezicht en handhaving door de Regionale Omgevingsdiensten
Hoe kun je als regionale Omgevingsdienst met je ketenpartners samenwerken bij de aanpak van milieucriminaliteit? De aanbeveling van Mans was duidelijk, er moet meer en beter samengewerkt worden door de bestuurlijke en strafrechtelijke diensten bij de handhaving van milieucriminaliteit. Dat lijkt – en is – logisch, maar hoe doe je dat dan. Met de vorming van de Omgevingsdiensten is toezicht en handhaving robuuster geworden, maar hoe robuust ben je nu echt? En bevoegdheden liggen nog steeds bij de colleges van GS en B&W dus die beïnvloeding is er nog steeds. En is met de vorming van de Omgevingsdiensten nu ineens een drempel geslecht bij het Functioneel Parket en de Politie om volop samen te gaan werken met de Omgevingsdiensten? De praktijk is weerbarstig maar het kan wel. In Gelderland gebeurt dat ketengericht en programmatisch, ondersteund door een specialistisch Team Ketentoezicht. De samenwerking met Functioneel Parket en Politie is formeel geregeld en er is bestuurlijke en ambtelijke rugdekking.
Jacco Lievaart, docent op de cursus Integrale aanpak milieucriminaliteit en programmamanager ketentoezicht bij de Omgevingsdiensten Gelderland, waar gemeenten en de provincie Gelderland samenwerken op het terrein van vergunningverlening, toezicht en handhaving
De informatiepositie op en een gezamenlijke uitwisseling en aanpak van milieucriminaliteit
Milieucriminaliteit wordt op uiteenlopende manieren, door verschillende actoren op vele plaatsen gepleegd. Daarop moet een georganiseerde overheid wel zicht hebben om effectief maar ook efficiënt op te kunnen treden. Niet alleen nationaal, maar ook regionaal of zelfs lokaal. Om te weten waar u moet kijken, maar ook om het werk met de partners goed te kunnen verdelen of af te stemmen. Want vergunningverlening, toezicht, handhaving en opsporing liggen in elkaars verlengde. Informatiegestuurd optreden, mogelijk door een juiste vorm van informatie-uitwisseling, krijgt een extra dimensie zodra aanwijzingen voor mogelijke milieurisico’s tijdig worden onderkend, doorgegeven en gebruikt. Op basis van verschillende indicatoren kunnen scenario’s onderkend worden waardoor zowel beleidsmatig als operationeel keuzes beter gemaakt en onderbouwd kunnen worden. Want milieucriminaliteit vergt vanwege haar soms complexe karakter nadrukkelijk een zekere strategie. Met een aantal technieken kunt u vanuit een adequate informatiecoördinatie hieraan op succesvolle wijze invulling geven.
Gerard Blonk, directeur van Forensic Plaza, docent op de cursus Integrale aanpak milieucriminaliteit en voormalig plaatsvervangend strafrechter bij de rechtbank in Zutphen en officier van justitie bij het openbaar ministerie in Arnhem, gespecialiseerd in forensische besliskunde binnen de publiekrechtelijke en private intelligence-, opsporings- en rechtshandhavingspraktijk, auteur van het studiehandboek ‘De link in veiligheidszorg, managementbeginselen voor opsporing, onderzoek en rechtshandhaving bij informatiegestuurde veiligheidszorg’
Waarheidsvinding bij de aanpak van milieucriminaliteit
Milieucriminaliteit is complex. Het gaat om een ingewikkelde problematiek en om vele partijen die zich ermee bezig houden. Vele partijen aan tafel maken het noodzakelijk de informatiestroom in goede banen te leiden. Heldere communicatie is daarbij de sleutel tot succes. En met wie er ook door u wordt gesproken: doel is immer waarheidsvinding. Welke vaardigheden spelen een (hoofd-) rol als u helder wilt communiceren? Op welke wijze worden de gesprekken voorbereid en vorm gegeven? Hoe stelt u de juiste vragen om de juiste informatie boven tafel te krijgen? En hoe kan de aangeleverde informatie op betrouwbaarheid worden getoetst en op een goede wijze worden vastgelegd? Hoe gaat u daarbij om met lastige gesprekspartners?
Riekje Stokes, zelfstandig communicatiedeskundige en recherchepsycholoog, docent op de opleiding bibob coördinator, expert op het terrein van verhoormethodieken
Samenwerken in een netwerk aan de aanpak van milieucriminaliteit
Samenwerken vinden we heel normaal. Bijna iedereen heeft met collega’s, leveranciers, en/of klanten te maken. Vaak verloopt samenwerking onbewust goed, soms komt samenwerking maar moeizaam tot stand. Maar wat als je in een netwerk samenwerkt of als er geen verplichtend karakter aan de samenwerking zit? Hoe werk je dan samen? Hoe pak je dat aan? Ondanks dat in organisaties zelf nog veel verbeter potentieel zit, zijn bepaalde knelpunten alleen op te lossen als meerdere partijen met elkaar samenwerken. Er moet dan samenwerking in de ‘keten’ plaatsvinden en gewenste veranderingen raken meerdere organisaties. Steeds meer is ketensamenwerking onderdeel van ons werk geworden en de vooruitzichten zijn dat deze trend doorzet. Bedrijfsleven en overheid hebben voor verschillende onderwerpen laten zien dat ketensamenwerking lukt en verrassend positieve resultaten oplevert. Kennelijk zijn verbeteringen over organisatiegrenzen heen – in de keten – aantrekkelijk.
Marcel Boons, zelfstandig adviseur en interimmanager, docent op de cursus Integrale aanpak milieucriminaliteit en voormalig projectmanager van het programma Slim geregeld, goed verbonden van het ministerie van Economische Zaken, richtte zich op het verminderen van de administratieve lasten bij de naleving van de Wet Milieubeheer
Meer weten?
Op de cursus Integrale aanpak milieucriminaliteit leert u hoe u komt tot een strategie voor de aanpak van milieucriminaliteit in uw gemeente.
Op de cursus Bestuurlijke aanpak van georganiseerde misdaad leert u hoe u voorkomt dat criminele organisaties zich vestigen in uw gemeente.
Op de opleiding bibob coördinator leert u hoe u de wet Bibob toepast in uw gemeente.