BKE beoordelen in de praktijk: succesfactoren

Bijdragen aan de deskundigheid van docenten is voor mijn gevoel altijd zinvol geweest, omdat je bijdraagt aan het primaire proces. Iets wat je als onderwijskundig adviseur niet gauw kunt zeggen.

De afgelopen twaalf jaar heb ik al aardig wat trainingen en adviezen gegeven over toetsing. Met de komst van de BKE (BasisKwalificatie voor Examinatoren) is daar een belangrijke schakel bijgekomen: het op individueel niveau borgen van toetsdeskundigheid van álle docenten / examinatoren.

Wat opvalt is dat het merendeel van de kandidaten enthousiast het traject uitkomt. De Hanze heeft inmiddels zo’n vijftig kandidaten BKE-gecertificeerd. Met het werken volgens de toetscyclus sluiten we op een natuurlijke manier aan bij de werkzaamheden van de kandidaten. Onze kandidaten moeten op iedere stap van de toetscyclus een onderbouwde reflectie geven. En daarmee laten we de kandidaat even stilstaan bij de kwaliteit van de toets, waar hij of zij normaal gesproken (te?) snel overheen loopt.

Het BKE-programma kent een aantal succesfactoren. In willekeurige volgorde:

  • De Hanze toetst de kandidaten d.m.v. een portfolio èn een criteriumgericht interview. Op deze manier krijgen we een goed beeld van de kandidaat. De kandidaat kan in eigen tempo aan het product werken en is daarmee niet afhankelijk van de snelheid van een cursus.
  • Werken met de toetscyclus is werken volgens een hele taakbenadering. De kandidaten moeten alle stappen doorlopen. Zo creëer je zicht op de totale toetskwaliteit.
  • Niet elke stap uit de toetscyclus hoeft de kandidaat zelf te maken. Zo kan de kandidaat zich ècht richten op zijn eigen taken. Als je nooit de leeruitkomsten zelf maakt, hoeft dat in het traject ook niet. Je moet er wel op kunnen reflecteren.
  • Reflectie is niet alleen ergens wat van vinden. In je reflectie (van elke stap!) moet de kandidaat aantonen dat hij / zij verstand van zaken heeft. De literatuur induiken dus en je kennis zichtbaar maken.
  • De Hanze telt zeventien schools met in totaal zeventig opleidingen. In die schools werken ruim 1500 examinatoren. In het ondersteunende Stafbureau Onderwijs & Onderzoek werken niet voldoende mensen om al deze examinatoren te beoordelen. Er wordt gewerkt met een olievlekmodel: uit elke school worden twee kandidaten op BKE beoordeeld, waarna deze examinatoren een assessorencursus krijgen. Als ze beide cursussen met succes hebben voltooid, kunnen zij nieuwe BKE-kandidaten (uit andere schools) beoordelen. Op deze manier creëert de hogeschool voldoende massa om alle 1500 examinatoren te beoordelen voor 2016.
  • We werken zelf ook met vreemde ogen. Het programma is door twee andere hogescholen gevalideerd en een kandidaat wordt door twee assessoren beoordeeld. Op die manier voldoen we zelf aan wat we verkondigen. Teach as you preach!
  • De expertgroep heeft een valideringsformulier ontwikkeld, waar instellingen elkaars certificeringsprogramma kunnen valideren. Dit formulier staat op de website van de Vereniging Hogescholen.

De BKE levert zijn meerwaarde aan het primaire proces. Studenten profiteren er direct van. Als Hanzehogeschool Groningen stimuleren we dit proces van harte!

Remko van der Lei
Lid expertgroep BKE/SKE
Onderwijskundig adviseur Hanzehogeschool Groningen
Contact per e-mail of 050 – 59 57 681


Meer weten?

Bezoek de experttafel van Remko tijdens dag 2 van het congres Toetsen en Examineren in het HO. Hij bespreekt de BKE verder met u!

 

Over Anemone

Bekijk ook

De drie domeinen van de intern begeleider als kwaliteitscoördinator

De beroepsstandaard, en daarmee het functieprofiel, van de intern begeleider is herschreven. Hier zijn verschillende …

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *