Maatwerk voor de massa – Fontys-voorzitter Nienke Meijer over het belang van flexibilisering

Tekst: Judie Jaspers
Beeld: Wim Kluvers

“Als je talentgericht wil opleiden, kijk je steeds meer naar waaraan de student behoefte heeft.”

‘’We hebben er nu voor gekozen om te starten door de bestaande systemen aan elkaar te knopen en de ondersteuning van flexibiliteit zelf in te regelen.’’

‘Het bieden van inspirerend, uitdagend, hoogwaardig hoger beroepsonderwijs dat betekenisvol is voor de samenleving.’ Het is de missie van Fontys Hogescholen. De hogeschool formuleerde twee jaar geleden haar plannen op het gebied van talentontwikkeling van studenten, bijdragen aan de kennisagendas en het creëren van een lerende organisatie. Die plannen moeten nu werkelijkheid worden. Flexibilisering speelt daarin een belangrijke rol. Dat geeft energie, maar is niet zonder uitdagingen, zegt Fontys-voorzitter Nienke Meijer.

Waarom is flexibilisering belangrijk?

“Laat me dat in een breed perspectief schetsen. Flexibilisering past in onze visie hoe we onze rol in de maatschappij willen vervullen. Hoe kunnen wij studenten opleiden en hun talenten ontplooien, zodat zij zelf hun plek in de samenleving vinden? Als je talentgericht wil opleiden, kijk je steeds meer naar de behoeften van de student. Daarvoor is flexibiliteit belangrijk: maatwerk leveren voor de massa en mogelijkheden bieden voor tijd- en plaatsonafhankelijk onderwijs.

Dat geldt voor jonge studenten, maar ook voor studenten die al verder in hun loopbaan zijn. Door de digitale revolutie wordt de samenleving steeds onvoorspelbaarder. Dat vraagt van ons dat wij mensen opleiden die adaptief zijn: wendbaar, veerkrachtig en proactief. Studenten van nu hebben immers een 50-jarige carrière voor zich. Ook naar het bedrijfsleven toe moeten wij in die behoefte voorzien.”

Hoe ver is Fontys in dit proces?

“We zijn in september met onze flexibele deeltijdopleiding begonnen. Het is echt een paradigmashift om anders na te denken over onderwijsconcepten. Het geeft veel energie als een docent op een andere manier naar zijn eigen onderwijs begint te kijken. Dat is verrijkend en inspirerend. Maar er is ook de kwestie van tijd. Het liefst wil je hiervoor een groep docenten volledig vrijmaken, ware het niet dat je ze ook nodig hebt in je reguliere onderwijssysteem.”

Wat zijn belangrijke onderdelen binnen dit flexibele onderwijs?

“Flexibilisering is geen trucje van ‘wij gaan nu alles in modules doen en dat is het’, want dan schieten we ons doel voorbij. De kracht van onderwijs en leren is het verbinden van al die modules, om zo een integraal leereffect te creëren. We zijn nu heel ver met leerwegonafhankelijk toetsen, waarbij het niet meer uitmaakt via welke route je bij het eindresultaat komt.

Een uitdaging daarbij is: hoe geef je vorm aan formeel leren versus informeel leren? Formeel leren is wat je doet in de klas. Informeel leren is de ervaring die je hebt opgedaan op je werkplek of op andere manieren. Wanneer je die bagage ook wil meenemen in een eindtoets, vraagt dat een andere manier van kijken naar iemand. Het gaat er dan niet zozeer om of de student de lesstof op zich heeft begrepen, maar of hij dat wat jij uit de lesstof wil halen, beheerst.”

Welke logistieke uitdagingen gaan daarmee gepaard?

“Je praat over maatwerk voor de massa. We zitten nu nog in een systeem van denken in roosters en modules met een vaste volgorde en vaste toetsmatrijzen, een vast onderwijsprogramma dus. We willen realiseren dat mensen op een ander moment bijvoorbeeld in een module kunnen instromen en worden getoetst op leeruitkomsten. Dat staat natuurlijk haaks op ons goed gestructureerde roosterdenken, waar onze IT-systemen op zijn gestoeld. Hoe kan je dat zo vormgeven dat het kwalitatief goed is geregeld terwijl je het tegelijkertijd niet helemaal vastzet? Ik zie ook in de flexibiliteit van denken een enorme uitdaging. Eén van de belangrijkste punten hier is persoonlijke coaching. Hoe help je studenten om de goede keuzes te maken? Daarin zit een logistieke component, want je moet als docent meedenken: wat is de logistiek van de modules die nodig zijn? En hoe past dat op elkaar? Met die uitdaging zijn we qua systeem natuurlijk volop bezig, maar voordat we iets vastleggen in een systeem, moeten we eerst doordenken waar het systeem aan moet voldoen. We hebben er nu voor gekozen om te starten door de bestaande systemen aan elkaar te knopen en de ondersteuning van flexibiliteit zelf in te regelen. Tegelijkertijd zijn we een infrastructuur aan het bouwen die de onderwijsprocessen zo ondersteunt dat het helpt onze ambities en doelen te bereiken.

Wie is de onderwijslogistiek medewerker van de toekomst?

“We hebben niet zozeer andere mensen nodig. Wel moeten we sommige mensen meer ruimte geven. Roostermakers kunnen bijvoorbeeld vaak meer dan wat we ze laten doen. Ik ben ervan overtuigd dat we veel kunnen met de mensen die we hebben, maar dat we de focus en de inzet van mensen opnieuw moeten bekijken. Een uitdaging daarbij is dat we nu twee systemen naast elkaar hebben lopen. Er is het reguliere onderwijs en daarnaast experimenteren we met flexibiliteit. Voor het één wil je een gedegen robuuste systematiek houden, bij het ander wil je meer ruimte. Hoe gebruiken we deze tussenperiode, die een aantal jaren kan duren, om mensen te laten experimenteren en ze vooral ook zelf te laten nadenken over: hoe zou ik het dan willen inrichten?

Daar liggen veel kansen. En dat snappen de meeste mensen, als ze zien dat ze daar ook zelf een bijdrage aan kunnen geven. Veranderingen zijn altijd spannend, al denk ik dat het vertrouwen steeds meer groeit dat iedereen mee kan in die nieuwe beweging. Ik ben ervan overtuigd dat een combinatie van mensen bijscholen en ze de ruimte geven hun eigen werk opnieuw uit te vinden, energie gaat geven. Die flexibiliteit zit uiteindelijk meer in mensen dan in systemen.”

Dit interview is ook geplaatst in de gedrukte versie van De Link-editie van november 2017.

Congres Gepersonaliseerd Leren

Gepersonaliseerd Leren is een term die veel wordt gebruikt in het onderwijs; een ideaalbeeld waar aan een onderwijsinstelling aan moet werken om interessant te blijven voor de huidige student. Denk hierbij aan:

  • Is het onderwijs flexibel genoeg?
  • Hoe kunnen we technologie inzetten t.b.v. gepersonaliseerd leren
  • Hoe sluiten we aan bij de talenten van onze leerlingen en studenten?
  • Hoe realiseren we deze grootschalige verandering in het onderwijs?

Op al deze vragen krijgt u tijdens het congres antwoord.

Over sbo

Het Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid (SBO) organiseert jaarlijks zo’n 200 opleidingen en congressen over o.a. onderwijs, veiligheid, milieu & RO, zorg, bouw & infra en overheid.

Bekijk ook

Hoe helpt een aandachtsfunctionaris om huiselijk geweld te herkennen op school?

“45% van de Nederlandse bevolking heeft ooit te maken gehad met huiselijk geweld. In haast …

èèn Reactie

  1. Ik zou heel graag eens met iemand Fontys willen spreken over hun ervaringen, omdat we binnen de hogeschool Rotterdam ook met flexibilisering en gepersonaliseerd leren bezig zijn. ik zelf vooral in het deeltijdprogramma. Met wie kan ik in contact komen?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *