Meerkeuzevragen: struikelblok of juist te makkelijk?


Toetsen en examineren door middel van meerkeuzevragen komt op steeds grotere schaal voor in het hoger onderwijs. De toetsen zijn snel na te kijken en bruikbaar voor grote aantallen.

Toch is het niet voor iedere student even gemakkelijk om een multiple choice toets te maken. Waar de een zweert bij meerkeuzevragen en het gevoel heeft haast ‘niets te hoeven leren’, blijkt het voor anderen een groot struikelblok. Uit verschillende discussies blijkt dit struikelblok te ontstaan doordat de antwoorden objectief en feitelijk zijn en er geen inzicht of interpretatie aan te pas komt. Sommige studenten kunnen hierdoor een antwoord anders interpreteren.

Universiteit Leiden heeft een studie-ondersteuning geschreven voor het maken van multiple choice vragen. Zo wordt vastgesteld dat bij vier antwoordalternatieven altijd één antwoord duidelijk onjuist is. De tweede blijkt na enig nadenken niet te kloppen en de derde en vierde lijken op elkaar, waardoor studenten sneller zijn geneigd om bij de twee laatste antwoorden een fout te maken. Een antwoord kan soms minder juist zijn dan de ander, maar hoeft nog niet onjuist te zijn. Het meest juiste antwoord zou hierbij het antwoord op de vraag zijn.

Negatieve aspecten

Studenten die slecht zijn in feiten en juist leren door inzicht of praktijkervaringen, delven hierdoor het onderspit. Andere negatieve aspecten die op verschillende discussiefora worden genoemd:

  • studenten oefenen niet in creativiteit;
  • docenten krijgen onvoldoende inzicht in de gedachtegang van studenten;
  • studenten zonder inzicht kunnen gemakkelijk een tentamen halen;
  • studenten leren op een oppervlakkige, selectieve en herkenningsgerichte manier;
  • een student heeft altijd een kans van 1 op de 4 om een antwoord goed te hebben, zonder iets van de stof te hoeven weten.

Andere vorm: Multiple Evaluation

Om deze negatieve eigenschappen tegen te gaan, bedacht professor Arie Dirkzwager de Multiple Evaluation. Een meerkeuzetoets waarbij studenten moeten aangeven hoe zeker ze ervan zijn dat een bepaald antwoord juist is. Zo kunnen ze bijvoorbeeld bij twee antwoorden waarvan ze niet goed weten welke juist is, achter allebei 50 procent schrijven.

Hierdoor zou kennis niet als feit worden behandeld, maar gecombineerd zijn met zelfkennis oftewel hoe goed iemand iets kan inschatten. De toets kan worden afgenomen met het programma Testbet. Meerdere malen gokken, met bijvoorbeeld achter elk antwoord 25 procent, geeft automatisch een negatieve uitkomst. De theorie achter Multiple Evaluation is bedacht door E.H. Shuford in de jaren zestig.

Door: Natascha Frensch

 

Of bekijk de volgende cursussen:

 

Over Anemone

Bekijk ook

Hoe draagt AI bij aan het leren van studenten én docenten?

Waarom verwachten we dat studenten zelf in staat zijn om leren te reguleren, terwijl we …

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *