Niveau van het onderwijs

Niveau van het onderwijsInspecteur-generaal Monique Vogelzang luidt de noodklok. Zij waarschuwt voor een verdere daling van het prestatieniveau van leerlingen. “Gemiddeld genomen concluderen we dat ons onderwijs nog voldoende op niveau is. Heel veel leerlingen halen hun diploma op het niveau dat verwacht mag worden. Ook doen een hoop leerlingen het goed in het vervolgonderwijs. Daar mogen we trots op zijn en dat willen we vasthouden.”

We zijn gemiddeld

Wat is dan het probleem? Inderdaad het gemiddelde weten we goed vast te houden maar de prestaties van hoger presterende leerlingen nemen af en er komt een steeds grotere groep van leerlingen die lager presteren. Maar nogmaals gemiddeld doen we het kennelijk goed. Hier wreekt zich het fenomeen van gemiddelde resultaten. De weg naar de hel is geplaveid met gemiddelden. Kans op succes of falen wordt bepaald door de uitschieters. Als een onderwijssysteem minder Einsteins voortbrengt of meer uitvallers veroorzaakt dan kan het gemiddelde nog best aardig zijn maar dan faalt het onderwijs uiteindelijk wel.

Nederland scoort in de culturele dimensies van Hofstede laag op hiërarchie en masculiniteit. Dat heeft effect op de manier waarop wij omgaan met leidinggevenden, gezagsdragers en docenten.  Maar ook op de manier waarop wij prestaties beoordelen. Een zesjescultuur wordt dat ook wel genoemd. Doe maar normaal dan doe je gek genoeg en je kop niet boven het maaiveld uitsteken. Ondanks de vele projecten rondom hoogbegaafdheid vinden we het nog steeds abnormaal om met excellente resultaten te koop te lopen. Kinderen krijgen dan vaak de impliciete boodschap mee om niet zo overdreven te doen als ze ergens heel erg goed in zijn.

Laat talent niet liggen

De inspecteur-generaal adviseert scholen om leerlingen uit te dagen om de capaciteiten die ze hebben te benutten. Anders laat je talent liggen. Hier ligt een uitdaging voor het onderwijs. Want dit vraagt een veel individueler pad per scholier. Doelstellingen die per kind verschillen omdat de capaciteiten ook anders zijn. Bij de ene leerling gaat het om het halen van een voldoende niveau reken- en/of taalvaardigheid. De andere moet uitgedaagd worden om de wiskundeolympiade te winnen. Prestaties op het gebied van sport, muziek, cultuur horen daar ook bij. Het uiterste uit kinderen halen.

Klassikaal onderwijs is misschien een heel efficiënte vorm van onderwijs maar het vraagt nogal wat flexibiliteit en didactische kwaliteit van de docent om daar verschillende individuele doelstellingen mee te bereiken. En daar zijn we bij de belangrijkste prestatie-indicatoren van het onderwijs: gepassioneerd en gekwalificeerd docentschap. Leraren die scholieren weten te inspireren tot uitzonderlijke prestaties. Voor het leren van een taal, het berekenen van een som, het komen tot een relevante analyse, het uitvoeren van een ingewikkeld muziekstuk, het leveren van een sportprestatie, het helpen van de buurman, het zijn van een maatschappelijk betrokken mens.

Zin in onderwijs

Ik ben langzamerhand toe aan onderwijs dat persoonlijke doelen stelt aan kinderen en leerlingen laat excelleren op eigen competenties. Niet louter concentreren op dat wat fout gaat of waar een kind minder goed in is maar focus op datgene waar de leerling goed in is. En dat versterken en uitbouwen. Onderwijs moet vooral leuk, interessant en inspirerend zijn. Daardoor gaan kinderen ook graag naar school. Uiteraard is er een basisniveau van rekenen en taal als startkwalificatie voor de maatschappij maar de nadruk moet wat mij betreft liggen op de kwaliteit die al in de scholier aanwezig is: Waar ben je goed in en wat kan de school, in samenwerking met sport en cultuur doen om dat optimaal te benutten.

Ik snap heel goed dat dit een heel nieuwe aanpak van schoolplanning vraagt. De financiële consequenties kunnen goed in kaart worden gebracht. Door vanuit de juiste doelstellingen te budgetteren kunnen middelen slimmer worden gealloceerd. Dus niet vanuit bestaande patronen plannen. Want als je altijd doet wat je altijd deed, zal je krijgen wat je altijd kreeg. Capaciteiten benutten vanuit een beleidsrijke planning. Ik krijg weer zin in onderwijs!

Geschreven door Hinrich Slobbe, directeur van WizFiz en al meer dan 25 jaar ervaren met financiën binnen het onderwijs. Hinrich is tevens hoofddocent van de Cursus Financieel management voor non-financials in het onderwijs. Lees meer blogs van Hinrich Slobbe.

Over sbo

Het Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid (SBO) organiseert jaarlijks zo’n 200 opleidingen en congressen over o.a. onderwijs, veiligheid, milieu & RO, zorg, bouw & infra en overheid.

Bekijk ook

De drie domeinen van de intern begeleider als kwaliteitscoördinator

De beroepsstandaard, en daarmee het functieprofiel, van de intern begeleider is herschreven. Hier zijn verschillende …

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *