Weggebruikers weten vaak niet wat goed voor hen is en schatten risico’s niet goed in. Hou houdt u de weg veilig, rekening houdend met de menselijke factor, die veelal de oorzaak is van ongelukken? Lees hier de 10 gouden regels om rekening te houden met de weggebruiker.
Regel 1: De weggebruiker is nogal egoïstisch
Dat betekent dat de plannen en ideeën van de wegontwerper en wetgever voor de weggebruiker soms op de tweede plaats komen.
Regel 2: De weggebruiker kan niet alles tegelijk
Mensen kunnen niet alles tegelijk. Ze kunnen maar een beperkte hoeveelheid informatie tegelijk verwerken en daarnaar handelen. En ze hebben hier tijd voor nodig.
Regel 3: Je kunt het de weggebruiker wel vertellen, maar dóet hij het dan ook?
Om je op een bepaalde manier te gedragen, moet er aan tenminste twee voorwaarden zijn voldaan: je moet het kunnen en je moet het willen.
Regel 4: De weggebruiker accepteert alleen maatregelen, die hij zinvol vindt
Als een weggebruiker het nut van een (maat)regel niet inziet, is de kans groot dat hij zich niet gedraagt zoals de bedoeling was. Weggebruikers hebben immers in de eerste plaats hun eigen doelen.
Regel 5: De weggebruiker stelt u voor verrassingen
Soms reageren weggebruikers op een manier die je misschien niet had verwacht, en zeker niet had bedoeld.
Regel 6: De weggebruiker heeft verwachtingen en gedraagt zich daarnaar
De weggebruiker is na verloop van tijd zeer ervaren in het uitvoeren van zijn taak. Daardoor werkt hij voornamelijk op zijn routine: in een bepaalde situatie wordt ‘vanzelf’ een verwachtingspatroon gevormd.
Regel 7: Wat als het fout gaat met het systeem of de weggebruiker?
Zowel in het verkeerssysteem als bij de feilbare weggebruiker gaat wel eens wat fout. Verkeersregelinstallaties raken defect, weggebruikers kiezen een verkeerde rijstrook of afslag, zien een bord over het hoofd of raken zelfs van de weg Als er in zo’n situatie geen voorziening is om te zorgen dat alles goed blijft lopen, kan de doorstroming sterk worden belemmerd en kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan.
Regel 8: Vertel de weggebruiker wat ècht belangrijk is
Bied je hem meer informatie aan dan hij op dat moment aankan, dan moet hij kiezen. Best kans dat hij dan juist de minder belangrijke informatie oppikt en daardoor de belangrijke informatie mist.
Regel 9: Breng de weggebruiker niet in de war
De kern van de zaak is: alle informatie die de weggebruiker ‘binnenkrijgt’ moet met elkaar kloppen.
Regel 10: Informatie moet voor de gebruiker zichtbaar, duidelijk en begrijpelijk zijn
Informatie langs de weg moet opvallend, leesbaar en begrijpelijk zijn om te zorgen dat de weggebruiker ziet, begrijpt en doet wat er op een bord staat.
Meer weten?
Tijdens de opleiding beleidsmedewerker Verkeer en Vervoer hoort u van Cees Wildervanck, zelfstandig verkeerspsycholoog, hoe verkeersongelukken worden veroorzaakt en kunnen worden voorkomen door rekening te houden met de menselijke factor die 9 van de 10 verkeersongelukken veroorzaakt