De Jeugdwet is gewijzigd rond het uitwisselen van informatie tussen hulpverleners en jeugdbeschermers in het geval van een ondertoezichtstelling van een jeugdige. Om de veiligheid van het kind te waarborgen wordt van artsen, psychologen en psychiaters verwacht dat zij informatie delen met de jeugdbeschermer (gezinsvoogd). Ook als hiermee het beroepsgeheim moet worden doorbroken. Dat meldt Inspectie Jeugdzorg.
Met de regeling rond de informatie-uitwisseling wordt van de jeugdbeschermer verwacht dat deze actief gebruik maakt van de mogelijkheid informatie op te vragen bij andere bij het gezin betrokken deskundigen en hulpverleners. Deskundigen en hulpverleners zijn verplicht hier aan mee te werken. De informatie moet wel noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de ondertoezichtstelling van het kind. Dit is het geval als de informatie kan bijdragen aan het voorkomen of verminderen van een bedreiging in de ontwikkeling van het kind.
Andersom geldt dat als professionals over informatie beschikken die noodzakelijk kan zijn voor de uitvoering van de ondertoezichtstelling, zij deze informatie uit eigen beweging kunnen verstrekken aan een jeugdbeschermer.
Wijziging van de Jeugdwet
De recente wijziging van de Jeugdwet heeft gevolgen voor hulpverleners in de gezondheidszorg. Bijvoorbeeld voor artsen, psychologen en psychiaters die een ouder onder behandeling hebben en over informatie beschikken die relevant is voor de jeugdbeschermer in het kader van de ondertoezichtstelling. De arts heeft het recht om uit eigen beweging de jeugdbeschermer te informeren over het functioneren van een ouder als dit een negatieve invloed heeft op de opvoeding van het kind. Hiervoor is geen toestemming van de patiënt nodig. Als een arts een verzoek om informatie krijgt van de jeugdbeschermer, is de arts verplicht om hieraan medewerking te verlenen, ook zonder toestemming van de patiënt. De wijzigingen zijn opgenomen in de meest recente richtlijn ‘Omgaan met medische gegevens’ van de KNMG die per 8 september in werking is getreden.
Verbeteren van informatie-uitwisseling
De Inspectie Jeugdzorg ziet de noodzaak van een goede informatie-uitwisseling tussen de jeugdbeschermer en andere hulpverleners binnen het gezin. Uit diverse onderzoeken naar calamiteiten en toezichtbezoeken blijkt dat deze informatie-uitwisseling een terugkerend verbeterpunt is.
Bron: Nationale Zorggids
Meer weten?
Wilt u zich goed voorbereiden op intensieve informatie-uitwisseling? Bent u op de hoogte van de privacywetgeving? En worstelt u met de vraag wanneer de informatie-uitwisseling noodzakelijk is? In de Cursus privacy en informatie-uitwisseling in zorg en sociaal domein wordt ingegaan op de mogelijkheden van informatie-uitwisseling en een betere samenwerking door inzicht in privacywetgeving en privacymanagement.
Dit is naar mijn mening een goede ontwikkeling mits er rekening mee wordt gehouden dat de persoonlijke gegevens van de betrokkene niet op straat komen te liggen. Jeugdbescherming zou zo idealiter zijn taken beter kunnen uitvoeren.