7 succesvoorwaarden voor participatie

In verschillende wijken in Nederland, die zich aan het zicht van de overheid onttrekken, vinden misstanden plaats zoals woonoverlast, ondermijnende criminaliteit en High Impact Crimes (woninginbraken, straatroof en roofovervallen). Deze misstanden resulteren in ernstige overlast en onveiligheidsgevoelens bij bewoners. Nu de overheid zich meer terugtrekt, wordt van burgers meer verantwoordelijkheid verwacht. Ook daar waar het gaat om de samenhang, leefbaarheid en veiligheid in de wijk. Tegelijkertijd heeft de overheid te maken met mondige burgers die hun eigen keuzes maken en hoge verwachtingen hebben van diezelfde overheid. Hiermee verandert niet alleen de rol van burgers, maar ook die van de overheid. Hoe kun je als overheid de burgers betrekken bij de aanpak van veiligheidsproblematiek? Hieronder vind je 7 succesvoorwaarden voor participatie van burgers.

Lucien Stöpler, oprichter en eigenaar van Justice in Practice en hoofddocent van de cursus Burgerparticipatie in het veiligheidsdomein.

  1. Het hele veld moet vertegenwoordigd zijn.

Het is vervelend na een inspirerend proces te vernemen dat een niet aanwezige beslisser besluit niet akkoord te gaan om wat voor reden dan ook. Dit werkt demotiverend en vertragend. een proces zonder alle betrokkenen is een gemiste kans. ‘Impact heb je niet alleen, maar vergt een collectieve actie’.

  1. Wees transparant tijdens het proces, verklaar procedures.

Wanneer burgers participeren willen ze resultaten zien op korte termijn. Overheidsinstanties hebben te kampen met procedures die vaak (te) lang duren. Terugkerende berichten naar de deelnemers, ook wanneer iets vast lijkt te lopen, houdt mensen betrokken en kan leiden tot nieuwe inzichten tijdens het proces.

  1. Betrek participanten bij het gehele proces.

Vaak wordt de burger betrokken in de beginfase. De input wordt ‘geoogst’ en vervolgens in afzondering verwerkt tot een implementatieplan. Een groot nadeel hiervan is dat dit eindproduct vaak erg verschilt van de ideeën in de beginfase. Dit is meestal het resultaat van aannames die niet gecontroleerd werden op realiteitsgehalte bij de participanten. Daarnaast verliezen de participanten hun betrokkenheid al gauw.

  1. Stel vragen die de blik verruimen en op een gewenste uitkomst aansturen.

Men klaagt niet zonder betrokkenheid. Er is vaak veel wat beter kan. De praktijk leert dat vragen wat ‘niet werkt’ resulteert in een collectief ventileren van ongenoegen bij de burger en bij de ambtenaren waarbij het niet ongewoon is dat er offensieve en defensieve discussies gaan plaatsvinden. Een ontkrachtende vraag is: Wat werkt niet goed binnen ons jeugdbeleid? Een beter vraag is: Hoe ziet het ideale jeugd beleid eruit?

  1. Investeer in de oorzaak, niet in symptomen.

Er wordt veel gedaan aan het controleren/oplossen van problemen die ontstaan als gevolg van ongezond systeem. Investeren in de processen die leiden tot beter systeem is duurzamer dan symptomen bestrijden van een ‘ongezonde’ situatie. Ik kan een voorbeeld opnoemen van een coach die het voor elkaar kreeg ‘probleem jongeren’ van de straat te houden. Zijn gemeente sommeerde hem echter om de straat op te gaan want daarvoor werd hij immers betaald. Gevolg was dat hij niet kon investeren in zijn succesvolle aanpak. De jongeren volgden hem… de straat op.

  1. Stuur op processen, minder op inhoud. Elke situatie is anders.

Elke organisatie en/of gemeente is anders. Sociale structuren, wijksamenstellingen, religie etc. spelen allemaal mee. Door het ‘hoe’ te sturen krijgt het ‘wat’ de ruimte.

Een belangrijk punt echter is herhaalbaarheid. Inhoud kan in veel gevallen niet gedupliceerd worden, het hoe echter wel.

  1. Stimuleer inspiratie en verbeelding in de conceptfase. Wees grondig in de uitvoering.

Bedenk iets wat je nog niet wist en bouw het met wat je weet. Ik vind de laatste bijzonder belangrijk. Vaak wordt er sterk gestuurd op ‘out of the box’ denken in innovatieve processen. Out of the box denken is voor velen een oncomfortabele positie. Onze expertise is onze (tool)box. Expertise is dat wat individuen aan waarde kunnen leveren. In de implementatie is deze zeer waardevol. Onderscheid maken tussen de twee kwaliteiten en ze op het juiste moment de ruimte geven is een belangrijke sleutel in het succesvol uitvoeren.

Voor alle bovenstaande punten zijn methoden en technieken te vinden, de ene beter en efficiënter dan de ander. Het geeft voor mij wel aan hoe belangrijk het is om deze processen vakkundig te (laten) faciliteren. Het sturen van processen als deze vereist een ruime blik en vermogen om uit de inhoud te blijven. Om niet ‘inside the box’ te belanden. Op deze manier kan enorm veel waarde gegenereerd en geleverd worden binnen de participatieve processen.

Meer weten?

Over Frank van Summeren

Congres- en opleidingsmanager veiligheid bij het Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid.

Bekijk ook

Ben jij voldoende op de hoogte van de laatste ontwikkelingen als QHSE-manager?

Als QHSE-manager ben jij verantwoordelijk voor het kwaliteit-, gezondheid-, veiligheid- en milieubeleid in jouw organisatie. …

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *