Crisisbeheersing: 3 rollen gemeenteraad

Het werk voor de nieuwe gemeenteraden is al weer begonnen. Het inlezen in de vele dossiers. Een daarvan is crisisbeheersing. www.raadsledenenveiligheid.nl/crisisbeheersing beschrijft kort één van de redenen waarom dit van belang is.

Roy Johannink, zelfstandig adviseur crisismanagement en crisiscommunicatie en docent op de cursus Crisismanagement in de praktijk, medeontwikkelaar van het 13-stappenmodel crisismanagement en mede auteur van het boek Het stelsel van Crisisbeheersing, de besluitvormingsstructuur ontleent.

Veiligheid is een breed begrip en daardoor is het voor (nieuwe) raadsleden niet altijd duidelijk wat er precies onder verstaan wordt. Dit bleek ook uit een CCV-enquête die tweemaal onder raadsleden is gehouden (in 2011 en 2015). In deze enquête werd gevraagd wie de regie heeft op het lokale veiligheidsbeleid. Slechts 28% van de raadsleden wist het goede antwoord: de gemeente. De meeste raadsleden kozen het antwoord ‘veiligheidsregio’. Dit terwijl de veiligheidsregio een regionale organisatie is die zich alleen bezighoudt met crisis- en rampenbestrijding. Meer informatie: CCV.

Wat moet een gemeenteraadslid weten over crisisbeheersing en welke invloed is er op de veiligheidsregio? Iets meer daarover licht ik toe langs de drie rollen van de raad: kaderstellend, controlerend en volksvertegenwoordigend.

1. Kaderstellend: begroting, regionaal risicoprofiel en beleidsplan

Een gemeenteraadslid kan op drie manieren kaders (bij)stellen:

Invloed op de begroting van de veiligheidsregio. De gemeenten dragen immers zorg voor het grootste gedeelte van de financiële begroting van de veiligheidsregio, door een bedrag per gemeentelijke inwoner te betalen. De conceptbegroting moet daarom ook worden voorgelegd aan de gemeenteraad.

Veiligheidsregio’s kennen een regionaal risicoprofiel bestaande uit een overzicht van risicovolle situaties binnen de veiligheidsregio die tot een brand, ramp of crisis kunnen leiden. Per risicovolle situatie is de kans geschat dat zich dit voordoet en de mogelijke gevolgen daarbij. Op basis daarvan wordt een regionaal beleidsplan gemaakt.

Instemming verlenen aan het concept regionaal risicoprofiel (artikel 15 Wet veiligheidsregio). De veiligheidsregio presenteert dit in de raad, waarbij de raad kan aangeven welke aanvullende risico’s voor hun gemeente relevant zijn (haalplicht). De raden verlenen vervolgens instemming, waarna het veiligheidsbestuur van de regio het risicoprofiel vaststelt voor vier jaar.

Bepalen lokale beleidsprioriteiten en naar voren brengen van veiligheidsthema’s voor het opstellen van het regionaal beleidsplan (artikel 14 Wet veiligheidsregio). Dit is eveneens een haalplicht voor de Veiligheidsregio. Dit gebeurt op basis van het vastgestelde regionaal risicoprofiel.

2. Controlerend: verantwoording

Een gemeenteraadslid kan op de volgende manieren controleren:

Controleren van het gevoerde beleid van de veiligheidsregio, aan de hand van de jaarrekening en het jaarverslag. De burgemeester heeft de plicht om verantwoording af te leggen aan de eigen gemeenteraad over het gevoerde beleid van de veiligheidsregio.

Controleren van de burgemeester bij een incident. Als zich binnen een gemeente een incident voordoet op het terrein van openbare orde en openbare veiligheid, is de burgemeester bestuurlijk verantwoordelijk. Na afloop van een ramp of crisis legt de burgemeester daarover verantwoording af aan de eigen gemeenteraad (art. 180 Gemeentewet).

Controleren van de voorzitter veiligheidsregio (artikel 40 Wet veiligheidsregio) bij crisis van meer van plaatselijke betekenis waarbij de gemeente betrokken is. De voorzitter legt schriftelijk verantwoording af, maar er kan ook mondelinge toelichting worden gevraagd en/of schriftelijke vragen worden gesteld. Dit kan uiteindelijk resulteren in een verzoek tot aanpassing van het beleid of mogelijk ontslag via een verzoek aan de commissaris.

Verzoeken om de aanpak en het verloop van een incident te onderzoeken. De reden voor het onderzoek kan verschillen: om te leren van de aanpak, om verantwoording af te leggen of om op zoek te gaan naar de oorzaak van de crisis.

3. Volksvertegenwoordigend: maatschappij en media

Een raadslid moet weten wat er leeft bij de bevolking. Ze zijn een stem van het volk. Ook bij incidenten waarbij delen van de bevolking kunnen zijn geraakt, kunnen ze dit verwoorden. Het is hierbij wel belangrijk dat een raadslid zich bewust is van de gevolgen die het verwoorden met zich mee kan brengen. Dit kan op twee manieren:

Versterken van de gevolgen van het incident, bijvoorbeeld omdat er meer maatschappelijke commotie ontstaat op het moment dat de raad zich er (publiekelijk) mee gaat bemoeien.

Verzachten van de gevolgen van een incident, bijvoorbeeld door het bieden van een luisterend oor in de wijk. Op deze wijze is na bepaalde gebeurtenissen de maatschappelijke onrust na een incident te kanaliseren.

Meer weten?

Over Frank van Summeren

Congres- en opleidingsmanager veiligheid bij het Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid.

Bekijk ook

Inwerkingtreding Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden

Per 1 maart 2025 treedt de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden (WGS) in werking. Deze wet …

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *