Georganiseerde criminaliteit in de opsporing

Mediaberichten over politiemensen die vertrouwelijke opsporingsinformatie lekken en douaniers die betrokken zijn bij drugshandel wekken de indruk dat de georganiseerde criminaliteit een stevige vinger in de pap heeft in de Nederlandse rechtshandhaving. Maar dat valt mee, blijkt uit recent onderzoek.

Emile Kolthoff, hoogleraar Criminologie aan de Open Universiteit, lector Ondermijning aan de Avans Hogeschool, docent op de cursus Bestuurlijke aanpak van ondermijning en de opleiding Integriteitscoördinator in het publieke domein en spreker op het congres Ondermijning & Georganiseerde Criminaliteit.

Er zijn geen aanwijzingen dat het aantal ernstige integriteitsschendingen binnen de Nederlandse rechtshandhaving in de afgelopen vijf jaar is toegenomen. Dit is één van de belangrijkste conclusies van een onderzoek naar integriteitsschendingen bij de politie, de Douane, de Koninklijke Marechaussee (KMar) en de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD) die in verband kunnen worden gebracht met georganiseerde criminaliteit.

De omvang van de problematiek valt erg mee

Emile Kolthoff, lector aan het Expertisecentrum Veiligheid van Avans Hogeschool, leidde samen met hoogleraar Hans Nelen van Maastricht University het onderzoek. Emile Kolthoff: “Ik was eigenlijk positief verrast over het aantal gevallen dat we ontdekten: de omvang van de problematiek valt heel erg mee. We hebben in de periode tussen 2012 en 2016 in totaal tachtig zaken aan het licht gebracht van ernstige integriteitsschendingen in relatie tot georganiseerde criminaliteit. Dat is niet veel als je bedenkt dat bij de onderzochte organisaties zo’n 80.000 medewerkers werken.”

Nederland heeft een gezonde opsporingsorganisatie

“Natuurlijk is élk geval waarin de georganiseerde criminaliteit misbruik kan maken van zwakke plekken in de opsporing er één te veel”, haast Emile Kolthoff zich te zeggen. “Maar in een tak van sport waarin de risico’s en belangen zo groot zijn als in de rechtshandhaving, vind ik het aantal zaken dat we hebben ontdekt wel meevallen. We kunnen met recht stellen dat we in Nederland een gezonde opsporingsorganisatie hebben – er is absoluut geen sprake van een rot apparaat, zoals dat in andere Europese landen wel het geval is.”

Politiemensen lopen grootste risico verleid te worden

De meeste signalen van ernstige integriteitsschendingen die in het onderzoek zijn bestudeerd, hebben betrekking op het functioneren van politiemedewerkers. Dat komt in de eerste plaats doordat er nu eenmaal veel meer politiemensen zijn (zo’n 62.000) dan medewerkers bij de Douane, KMar en FIOD (bij elkaar ongeveer 10.000). Bovendien opereren politiemensen meer op straat en in de directe nabijheid van criminelen. Die omstandigheden maken de kans groter dat criminelen proberen hen voor het karretje te spannen.

Spraakmakende zaken

Directe aanleiding voor het onderzoek van Emile Kolthoff en Hans Nelen, dat zij uitvoerden in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het ministerie van Justitie en Veiligheid, was een aantal spraakmakende corruptiezaken. Zo zou rechercheur Mark M. jarenlang vertrouwelijke opsporingsinformatie aan criminelen hebben verkocht. En twee douaniers in de Rotterdamse haven worden ervan verdacht drugstransporten te hebben doorgelaten. De minister deed daarom in 2015 de toezegging aan de Tweede Kamer om onderzoek te doen naar de omvang, ernst en aard van integriteitsschendingen binnen de rechtshandhaving in relatie tot georganiseerde criminaliteit.

Risico’s van criminele inmenging groter door afstand tussen management en werkvloer

Uit het onderzoek blijkt de omvang van de problematiek dus mee te vallen. Maar de zaken zijn de afgelopen jaren wel van een zwaarder kaliber geworden, constateren de onderzoekers. “Wat ik ook zorgwekkend vind is dat een aantal maatregelen om integriteitsschendingen te voorkomen in de politieorganisatie niet goed op orde zijn”, aldus Emile Kolthoff. “We hebben tekortkomingen in de organisatie vastgesteld die zo evident zijn dat je daar eigenlijk geen onderzoek naar hoeft te doen – die had elke student Integrale Veiligheidskunde zó kunnen zien. Sterker nog, het gaat om zaken die allang opgelost hadden kunnen zijn.”

Grote afstand tussen de leidinggevenden en het uitvoerende personeel

Emile Kolthoff noemt het tekortschietende functioneel toezicht van leidinggevenden op hun medewerkers als voorbeeld. “Het feit dat leidinggevenden te weinig zicht hebben op het primaire proces creëert risico’s van criminele inmenging. Die afstand tussen management en werkvloer is er al van oudsher. En door de reorganisatie bij de politie is de afstand tussen de leidinggevenden en het uitvoerende personeel alleen maar groter geworden: de teamchefs van de basiseenheden moeten steeds grotere groepen medewerkers aansturen. Bovendien spreken politiemensen elkaar niet aan op ongewenst gedrag. Dat fenomeen is niet nieuw, het blijkt al twintig jaar uit allerlei onderzoeken.”

Kwetsbaarheden verband houdend met digitalisering

Het onderzoeksrapport signaleert ook andere kwetsbaarheden binnen de rechtshandhaving. Zo hebben politiemedewerkers via de diensttelefoon vaak toegang tot verschillende data- en registratiesystemen. Bevragingen buiten diensttijd worden daardoor – zeker naarmate flexwerken steeds meer ingeburgerd raakt – aanzienlijk eenvoudiger. Daarvan kan het criminele milieu misbruik maken. Daarnaast zijn er nog verbeterpunten op het gebied van autorisaties. Emile Kolthoff: “De automatisering binnen de opsporing is nog relatief jong en het is organisatorisch en technisch allemaal nog niet goed geregeld. De autorisaties worden onvoldoende geactualiseerd en het digitale gedrag van medewerkers wordt nauwelijks gemonitord. Als je ziet hoe banken, verzekeraars en andere bedrijven het automatiseringsproces en de autorisatieprocedures geregeld hebben, dan zijn er binnen de opsporingsinstanties nog heel veel slagen te maken.”

Automatisering van hulpmiddel naar primair proces

De uitdagingen waarvoor de politie nu staat hebben niet alleen te maken met de beschikbaarheid van middelen, maar ook met een intern bewustzijn van de problematiek, stelt Emile Kolthoff. “Om de ICT bij de politie op orde te krijgen is veel budget nodig. Dat budget is lastig vrij te maken zolang automatisering in de beleving van de top geen primair proces is maar een hulpmiddel. Tegelijkertijd worden de risico’s onderschat. Ook al is het duidelijk dat met de reorganisatie van de politie ook de ICT een landelijk systeem moet worden.”

Simpele interventies

Het onderzoeksrapport doet verschillende aanbevelingen om de kwetsbaarheden met beleid in te dammen. Bijvoorbeeld als het gaat om screening, autorisatieprocedures en personeelsmonitoring. Wat zijn de prioriteiten? “Met relatief kleine maatregelen kan je al heel veel bereiken”, benadrukt Emile Kolthoff. “Vroeger was een huisbezoek onderdeel van de screening. Dat is wegbezuinigd. Terwijl we uit onderzoek weten dat het wel degelijk uitmaakt of je iemand alleen op het bureau spreekt, of ook in zijn omgeving thuis ziet. Ook als het gaat om gegevensbescherming kunnen simpele interventies veel effect sorteren. Professionals in de opsporing hebben een soort natuurlijke drive om zo veel mogelijk informatie te verzamelen, maar ze hoeven niet alles te weten en tot bepaalde gegevens moeten ze dan ook geen toegang hebben. Door goed te kijken naar wat iemand doet, steekproefsgewijs intensief te controleren en periodiek na te gaan welke systeembevragingen er zijn gedaan kunnen veel misstanden worden voorkomen. En alleen al van het bekendmaken van dit beleid kan ook nog eens een preventieve werking uitgaan.”

Reduceren integriteitsschendingen

Voor Emile Kolthoff staan positieve ontwikkelingen binnen het opsporingsapparaat in ieder geval voorop. “Ons onderzoek laat zien dat er grosso modo niet zo veel aan de hand is: de gemiddelde politieagent is een plichtgetrouwe diender die goed werk doet onder vaak moeilijke omstandigheden. Politiemensen zijn doorgaans ook trots op hun werk en zich bewust van de risico’s van infiltratie vanuit het criminele circuit. Ze werken gemotiveerd en met passie aan hun taken. Dat het af en toe misgaat, is simpelweg onvermijdelijk: je kunt het aantal integriteitsschendingen nooit tot nul reduceren. Veel zaken die wij in het onderzoek zijn tegengekomen, hadden te maken met de handel in verdovende middelen. Politiemensen zijn in dit soort gevallen kwetsbaar voor omkoping, want er kunnen grote sommen geld mee gemoeid zijn. Daar kan je niet tegenop screenen en monitoren.”

Weerbaarheid en risicobewustzijn van politiemensen vergroten

Korpschef Erik Akerboom van de Nationale Politie heeft inmiddels aangekondigd de screeningsmethoden te intensiveren. En hij wil investeren in de begeleiding van politiemensen, zodat ze beter weerbaar worden tegen de verlokkingen van criminele deals. De achthonderd leidinggevenden bij de politie krijgen een tweedaagse cursus over omgangsvormen en integriteit. Emile Kolthoff is positief over deze initiatieven. “Voor mij staat vast dat de politie incidenten zo veel mogelijk wil voorkomen. Er gebeurt ook al heel veel om het risicobewustzijn te vergroten. Rolmodellen kunnen ervoor zorgen dat het nog beter gaat, bijvoorbeeld door collega’s aan te spreken op ongewenst of risicovol gedrag en zo nodig melding te doen van verdachte zaken. Op die manier kan een cultuur tot bloei komen waarin misstanden nog beter kunnen worden voorkomen.”

Meer weten?

Over Frank van Summeren

Congres- en opleidingsmanager veiligheid bij het Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid.

Bekijk ook

Inwerkingtreding Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden

Per 1 maart 2025 treedt de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden (WGS) in werking. Deze wet …

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *