Groei aantal ‘verwarde personen’ is dubbelhartige ggz, zorgverzekeraars en overheid aan te rekenen

Piet Hein-Peeters, journalist en docent op de cursus Omgang met verwarde personen, schreef het boek Verwarde personen zijn het probleem niet, over de echte vragen in de ambulante ggz.

Het aantal ‘verwarde personen’ stijgt snel, zo constateert het ‘Aanjaagteam Verwarde Personen’ in een rapport. De frustrerende rol van zorgverzekeraars en de dubbelhartige ggz blijven te veel buiten schot.

Stijging aantal verwarde personen gerelateerd aan ambulantisering geestelijke gezondheidszorg

Recent verscheen Samen doorpakken, het tussenrapport van het ‘Aanjaagteam Verwarde Personen’. Het team, ingesteld door de ministeries van VWS, VenJ en de VNG, werkt aan ’het bevorderen van een sluitende aanpak van ondersteuning en zorg door alle gemeenten voor mensen die verward gedrag vertonen’. Dat is dringend nodig. In vier jaar tijd steeg het aantal ‘verwarde personen’ met 65 procent, van 40.000 in 2011, naar 65.000 in 2015. Achter ieder van die 65.000 gaan zorg- en meelijwekkende verhalen schuil. Mensen die zichzelf verwaarlozen, hun woning vervuilen, de weg in hun eigen hoofd kwijt zijn, overlast veroorzaken, dreigen zichzelf wat aan te doen en sommige gevallen ook anderen. Waar in de publieke opinie de nadruk ligt op de problemen die ze voor anderen veroorzaken, zijn het bovenal mensen die hulp nodig hebben en die niet tijdig hebben gekregen. Het tussenrapport van het aanjaagteam is er één in de categorie ’halfvol/halfleeg’. In klare taal wordt onder meer vastgesteld dat de groei van het aantal verwarde personen gerelateerd is aan de ambulantisering van de geestelijke gezondheidszorg. Ofwel, de beweging om mensen met ernstige psychiatrische problemen zo kort mogelijk op te nemen en zo veel mogelijk zelfstandig te laten wonen, draagt substantieel bij aan de stijging van het aantal verwarde personen. Dat is een belangrijke constatering omdat de ggz tot nog toe veel moeite heeft haar medeverantwoordelijkheid voor de trend te erkennen. In het rapport staat onomwonden dat verwarde personen ’mensen zijn met (ernstige) psychiatrische stoornissen in combinatie met andere problematiek’. Over mogelijke andere oorzaken van de stijging rept het aanjaagteam niet.

Dit had 3,5 jaar eerder gemoeten

Het aanjaagteam brengt in ‘Samen doorpakken’ daarnaast helder in kaart welke aspecten een rol spelen rondom het thema ’verwarde personen’. Waar moet allemaal op gelet worden? Men noemt dat ’bouwstenen’ en geeft zo betrokken partijen houvast in het ontwikkelen van een lokale aanpak. Daarmee verricht het aanjaagteam in feite het werk dat 3,5 jaar geleden al gedaan had moeten worden door het ministerie van VWS, Zorgverzekeraars Nederland en GGZ Nederland. De toenmalige ondertekenaars van het bestuurlijk akkoord ’Toekomst GGZ’ spraken af de ’bedden-capaciteit’ in 2020 met een derde te hebben afgebouwd en ’te substitueren met ambulante zorg’. In hun akkoord werd bovendien gesteld dat ’samenwerking met gemeenten, politie en andere maatschappelijke organisaties voor het welslagen van de ambulantisering essentieel is’, en werd beloofd dat deze samenwerking actief gezocht zou worden. Dat pas 3,5 jaar later een speciaal ingesteld team die samenwerking daadwerkelijk invult, terwijl het om de zorg en ondersteuning voor een groep zeer kwetsbare mensen gaat, blijft op z’n zachtst gezegd opmerkelijk. En het is VWS, ZN en GGZ Nederland aan te rekenen dat het 3,5 jaar later over ’verwarde personen’ gaat, terwijl het over de opvang en ondersteuning van psychisch kwetsbare mensen had kunnen gaan.

Grote verschillen tussen gemeenten, dat lijkt niet de bedoeling

In het afgelopen jaar is, met name op initiatief van de politie en gemeenten, veel energie gestoken in het goed opvangen van mensen die verward gedrag vertonen. Het aanjaagteam constateert dat ook met zoveel woorden in haar tussenrapport. Het merendeel van de al eerder genoemde bouwstenen gaat daarover: wat doet wie als iemand eenmaal verward is? Belangrijk, zonder meer, maar het is een bevestiging van wat op diverse plekken lokaal al gebeurt en het blijft dweilen met de kraan open. De werkelijke vraag is natuurlijk hoe voorkomen wordt dat mensen zodanig van slag raken dat ze zich vervuilen, hard schreeuwend over straat lopen of dreigen hun flat op te blazen. En juist daar begint het halflege deel van het tussenrapport van het aanjaagteam. Het aanjaagteam stelt dat ‘gemeenten de regie hebben om samen te zorgen voor en te investeren in een preventieve, integrale, persoonsgerichte aanpak’. Maar het constateert ook dat er grote kwalitatieve verschillen bestaan tussen gemeenten, tussen regio’s. Het is de terugkerende paradox van de decentralisaties: gemeenten hebben ‘de regie’, maar dat ze vervolgens kwalitatief zullen verschillen, is blijkbaar niet de bedoeling. Bij de groep waar het hier over gaat, mensen met ernstige psychiatrische problemen, had het aanjaagteam de vraag moeten stellen of zij wel overgeleverd mogen zijn aan de nukken en toevalligheid van het lokale samenspel van partijen.

Geen woorden gewijd aan de frustrerende rol van zorgverzekeraars

Er worden geen woorden gewijd aan de over het algemeen frustrerende rol die zorgverzekeraars in deze discussie spelen. De afbouw van het aantal bedden ligt hen grosso modo meer aan het hart dan de opbouw van ambulante zorg. Zij zijn in belangrijke mate de financiers van de ggz-instellingen waarvan er een behoorlijk aantal in financieel zwaar weer zit. Hoezo ‘opbouw van ambulante zorg’? Zorgverzekeraars staan evenmin te springen om huisartsen ruimhartig te voorzien van praktijkondersteuners in de ggz. De mantra ’regie bij gemeenten’ is onvoldoende wanneer niet helder wordt hoe zorgverzekeraars mede verantwoordelijk gemaakt worden voor ‘preventie en levensstructuur’ en ‘vroegtijdige signalering’.

Dubbelhartige ggz blijft buiten schot

Bovendien blijft de ggz teveel buiten schot. In haar ambitie om mensen met ernstige psychiatrische problemen zo zelfstandig mogelijk te laten leven, blijkt de ggz in de praktijk nogal dubbelhartig. Ja, wel graag zelfstandig, maar nee, niet onder onze hoede vandaan. Binnen de ggz bestaat sterke twijfel of hun clientèle überhaupt wel toevertrouwd kan worden aan wijkteams en huisartsen. Die laatsten kunnen pijnlijke verhalen vertellen over hoe hun inschattingen (preventie!) worden weggewuifd door ggz-professionals, al dan niet vanwege financiële redenen. En in het takenpakket van veel ambulante teams van ggz-instellingen wordt ’maatschappelijke integratie’ als onderdeel van het werk gezien. Blijkbaar is de clientèle van de ggz toch zodanig bijzonder dat ze niet aan het reguliere maatschappelijke leven in een wijk – wijkteams, huisartsen, maar politieagenten, corporatiemedewerkers en buurtbewoners – kan worden overgelaten.

Meer weten?
Op de cursus Omgang met verwarde personen leert u hoe u de opvang van en hulpverlening aan verwarde personen organiseert in uw gemeente.

Bron: Sociale Vraagstukken

Over Frank van Summeren

Congres- en opleidingsmanager veiligheid bij het Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid.

Bekijk ook

Congresverslag Jonge Aanwas uit de criminaliteit – 21 maart 2024

Op 21 maart 2024 vond de 2e editie van het congres Jonge aanwas uit de criminaliteit plaats …

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *