Je kan nooit compleet zijn als er gaten in je verleden zitten

Hameeda Lakho werd in Pakistan geboren en kwam als vierjarig meisje naar Nederland. Ongeluk: haar moeder moest terug naar Pakistan en Hameeda bleef steeds naar haar verlangen. Geluk: bijna dertig jaar later slaagde Hameeda erin om haar moeder te laten overkomen. Geluk of ongeluk? ‘Ik besef nu dat het helemaal niet zo raar is dat de hereniging met m’n moeder een fiasco geworden is.’

Hameeda Lakho, ervaringsdeskundige, docent op de opleiding regisseur huiselijk geweld en kindermishandeling en auteur van de boeken Verborgen tralies, Gebroken cirkel, Geheim geweld en Help Jezelf en initiatiefneemster van de stichting Geheim Geweld, zet zich in om (de gevolgen van) huiselijk geweld en kindermishandeling bespreekbaar te maken.

Gebroken cirkel’ is Hameeda’s tweede boek. In haar eerste boek, ‘Verborgen tralies’, vertelt ze over de gezinshereniging met haar vader. Hij was gevlucht uit Pakistan en had in Nederland vaste voet aan de grond gekregen. Toen zijn Nederlandse collega’s bij wijze van verrassing ervoor zorgden dat hij herenigd werd met zijn vrouw en dochters, was hij daar eigenlijk niet zo opgetogen over. Hij had ondertussen in het geheim een Nederlandse vriendin, die bovendien een kind van hem verwachtte. Plots stond zijn Pakistaanse vrouw met hun vier dochtertjes voor de deur. Van dan af komt Hameeda in een nachtmerrie terecht: in het huis van zijn vriendin worden Hameeda en haar zusjes regelmatig geslagen en vernederd door haar vader en zijn vriendin. Amma, Hameeda’s moeder, krijgt hier lucht van en ze besluit met haar kinderen terug naar Pakistan te vluchten. Voordat het zover is, ontvoert Hameeda’s vader Amma en Hameeda’s babyzusje Yasmin naar Pakistan. Tegen Hameeda en haar zusjes zegt hij dat hun moeder en de baby de reis niet overleefd hebben. Dan volgen er voor Hameeda en haar zusjes jaren van geestelijke en lichamelijke mishandeling. Op haar veertiende komt Hameeda in een kindertehuis terecht, ze leert haar man Gilmer kennen, en op haar negentiende gaat ze met hem gaat samenwonen. Een paar jaar later beginnen ze aan een gezin. Wanneer Hameeda van haar zus hoort dat hun moeder helemaal niet verongelukt is en gezond en wel in Pakistan leeft – met nog een klein broertje erbij dat verwekt is tijdens haar moeders verblijf in Nederland -, begint voor haar de zoektocht naar het ontbrekende stukje van haar levenscirkel: Hameeda wil haar familie naar Nederland brengen.

Hier begint ‘Gebroken cirkel’. Waarom wilde je je moeder, je zus en je broertje het koste wat het kost naar Nederland halen?

‘Toen ik hoorde dat ze nog leefden, was het alsof mijn kinderwens in vervulling ging. Tijdens die donkere jeugdjaren had ik gedroomd van een moederrelatie waarvan ik wist dat ik ze nooit zou hebben, mijn moeder was immers dood. Ineens kwam die droom tot leven. Ik was aanvankelijk boos dat Amma niets gedaan had om ons uit die hel te redden, maar ik ging ervan uit dat onze vader haar al die tijd een rad voor de ogen had gedraaid. Mijn moeder leefde! Eindelijk zou ik haar armen om me heen kunnen voelen en de moederliefde koesteren die ik al die jaren zo erg had moeten missen. Ik ben haar op alle mogelijke manieren in Pakistan beginnen zoeken en toen ik haar uiteindelijk gevonden had, wist ik meteen dat we niet genoeg zouden hebben aan een paar weekjes vakantie per jaar. Ik wilde mijn moeder bij mij in Nederland hebben, ik wilde mijn familie weghalen uit het armoedige en gevaarlijke Pakistan. In vergelijking met hen was ik enorm rijk en ik vond het mijn verantwoordelijkheid als dochter om hen hier een beter leven te laten leiden.’

Wat vonden je kinderen hiervan?

‘Het waren in tweede instantie mijn kinderen die me ervan overtuigden de familie te herenigen. Mijn kinderen zijn uiteraard half Pakistaans, en ik kon dus van hen op een bepaald moment vragen verwachten. Op die vragen wilde ik zeker een antwoord kunnen geven, want ik wilde niet dat zij in hun verleden net zo’n blinde vlek zouden hebben als ik. Ik heb eerst nooit willen weten waar ik vandaan kwam, maar door hen ben ik beginnen beseffen hoe belangrijk het is dat je weet waar je wortels liggen. Je kan nooit compleet zijn als er gaten in je verleden zitten.’

Hoe reageerden je twee zussen in Nederland toen je hen vertelde wat je wilde doen?

‘Ik kon niet echt geweldig met hen opschieten. Mijn eerste boek was net verschenen en daar hadden ze heel veel moeite mee. Volgens hen haalde ik met mijn boek hun naam door het slijk. Ze vonden me egoïstisch en wilden absoluut niet met naam en toenaam vermeld worden. Ik heb hen gezegd dat we een gedeelte van het verhaal samen hadden meegemaakt, maar dat het wel vooral mijn verhaal is en blijft. We hebben vele passages waar zij in voorkwamen, geschrapt, maar ik heb geweigerd het boek te schrijven onder een valse naam. Ik wil uitkomen voor wat er in mijn leven gebeurd is, zij niet. Toen ze hoorden dat ik onze moeder naar Nederland wilde halen, stonden ze niet meteen te springen van geluk. Voor hen was het voldoende dat ze wisten dat ze nog in leven was, ze hadden nooit hetzelfde gemis gevoeld als ik.’

Het zou bijna twee jaar duren voor je je familie naar Nederland kreeg.

‘Ja, dat is een waar huzarenstukje geworden. Omdat we al zo lang gescheiden van elkaar leefden, vond de visadienst dat er geen sprake meer was van een gezinssituatie. Er werd volledig voorbijgegaan aan het feit dat wij gedwongen zonder moeder waren opgegroeid. Toen we alles geprobeerd hadden en nog steeds geen groen licht kregen, heb ik een brief aan de koningin geschreven, die ik haar samen met mijn boek toestuurde. Een tijdje daarna kreeg ik een brief van de staatssecretaris van Justitie: hij had begrip voor mijn situatie en zou van zijn speciale bevoegdheden gebruik maken om mijn moeder, broer, zus en zwager naar Nederland te brengen. Ik heb die brief wel honderd keer gelezen voordat ik geloofde wat erin stond: we kregen een visum!’

Was je niet zenuwachtig om je familie terug te zien?

‘Een beetje wel, ik dacht aan het leven in Pakistan zoals ik het me herinnerde. Mijn familie zou in Nederland een echte cultuurschok te verwerken krijgen. Maar ik schudde de zorgelijke gedachten van me af. Natuurlijk zou het lukken! De liefde voor elkaar en de onverbrekelijke bloedband zouden de cultuurverschillen vast overwinnen.’

Wat verwachtte je van de hereniging met je moeder?

‘Ik had gehoopt een moeder te krijgen, iemand die onvoorwaardelijk van me hield ondanks al die jaren dat we gescheiden waren geweest. Een moeder die me probeerde te leren kennen en aan wie ik kon vertellen hoezeer ik haar gemist had. Ik wou gewoon een moeder die er voor me was en ik hoopte een beetje terug te krijgen van alles wat ik al die jaren had moeten missen. Toen ze er nog niet was, lag ik er ’s avonds vaak van te dromen hoe we samen de kinderen naar school zouden brengen en het gezellig zouden hebben.’

Je droom werd een nachtmerrie…

‘Dat kan je wel zeggen. We maakten plaats in ons eigen huis om de hele familie in alle comfort te ontvangen. De eerste weken verliepen in een soort roes, ik was zó enorm blij dat ik mijn moeder na 29 jaar terug bij me had, dat ik geen oog had voor kleine dingetjes die fout liepen. Zo stond elk dag onze badkamer onder water, want moslims zijn verplicht zich elke keer dat ze het toilet gebruiken helemaal af te spoelen. Ze gingen dus vrolijk met de doucheslang in de weer, met alle gevolgen van dien. In Pakistan kennen ze ook alleen hurkwc’s, dus werden er halsbrekende toeren uitgehaald. Onze koelkast werd binnenstebuiten gekeerd: ik kreeg scherp commentaar van Amma dat ik voor de kinderen boterhamworst gemaakt van varkensvlees in huis haalde. Ik werd elke dag met een lange lijst naar een islamitische kruidenier gestuurd om onder andere ‘rein’ vlees te halen. Er werd de hele dag door gekookt en mijn familie at minstens twee warme maaltijden per dag. Noch Amma noch mijn broer of zus staken ook maar één vinger uit om mij te helpen. Het liefst hingen ze in een stoel en keken ze naar CNN. In Pakistan moesten ze werken en koken, maar hier deden ze geen klap. Maar ik was nog steeds overgelukkig en wanneer ik de rommel zag, haalde ik mijn schouders op en knuffelde ik Amma nog eens stevig.’

Kon jij met je moeder praten?

‘Dat was een van de grootste problemen: met mijn zus en broer sprak ik Engels, maar het Engels van mijn moeder was erbarmelijk. Praten bleef vooral handen- en voetenwerk. Als ze alleen waren, praatte mijn familie druk in het Sindhi, maar als iemand van ons de kamer binnenkwam, werd het plots stil. Ik had veel moeite met die stiltes. ’s Avonds vertrokken ze zonder iets te zeggen naar hun slaapkamers en ook ’s ochtends kon er geen groet af.’

Wat vond ze ervan dat je geen moslim meer was?

‘Ik kreeg steeds vaker snijdend commentaar van Amma over het feit dat ik geen moslim was, en dat ik – nog erger – met een donkere niet-moslim getrouwd was! ‘Catholic no good’, bleef ze steeds maar herhalen. In het begin deed ik er nog wat lacherig over, maar toen ze steeds snibbiger werd, ben ik ertegenin gegaan. Toen was het einde zoek: ik was onbeschoft en had geen respect voor mijn familie. Dat zij het waren die geen respect voor mij hadden, dat wilden ze in geen duizend jaar aannemen.’

Wat was de spreekwoordelijke druppel?

‘Mijn moeder bemoeide zich met alles wat ik deed of zei. Na 35 jaar probeerde ze van mij nog een deftig moslimmeisje te maken. Voortdurend kregen mijn man en mijn kinderen laatdunkende opmerkingen over hun kleding, hun haar… Ze probeerde ons op te voeden, en niet op een leuke, maar op een heel negatieve manier. Het probleem in de moslimcultuur is dat je, zodra je je stem verheft, open bent of gewoon de waarheid spreekt, meteen gebrek aan respect verweten wordt. In hun cultuur mag ik als volwassen vrouw mijn jongere broertje niet tegenspreken en het feit dat ik dat voortdurend deed – want hij was gewoon een arrogante kwast – zorgde ervoor dat ik steeds minder respect van mijn moeder kreeg. Ik was geen waardige dochter. Zolang mijn moeder haar kritiek alleen op mij en mijn man uitte, kon ik er nog min of meer mee leven, maar toen ze op een bepaald moment verkondigde dat ik mijn kinderen dringend naar een koranschool moest sturen omdat ze anders helemaal verkeerd zouden opgroeien, was voor mij de maat vol.’

De realiteit zal pijn gedaan hebben.

‘Steeds meer begon ik te beseffen dat ik mijn droom moest loslaten en de realiteit onder ogen moest zien. Deze mensen waren complete vreemden voor mij. Het lukte noch mijzelf noch mijn kinderen om een band met Amma te krijgen. Vaak gingen mijn dochters naast haar zitten en pakten ze haar hand vast… nooit kwam er enige respons. Langzaam drong het tot me door dat Amma mij enkel als een opstapje naar een beter leven beschouwde en helemaal niet de behoefte had om me te leren kennen. Toen ik haar vroeg waarom ze eigenlijk naar Nederland gekomen was, antwoordde ze heel droogjes dat het was om haar twee jongste kinderen een goede toekomst te geven en zelf met een gerust hart te kunnen sterven. Dat was een klap in mijn gezicht! Terwijl ik altijd gedacht had dat ze hiernaartoe was komen omdat ze haar oudste kinderen al die jaren niet gezien had en omdat ze vijf kleinkinderen had die ze wilde leren kennen.’

Verbeterde de toestand niet toen ze zelfstandig gingen wonen?

‘Integendeel. Met de opbrengst van mijn eerste boek hadden mijn man en ik een mooie woning voor hen gekocht. Maar daar waren ze niet tevreden mee, want het was geen vrijstaand huis! Die mensen hadden in Pakistan in de grootste armoede geleefd en nu trokken ze hun neus op voor een heel leuk huis. Dat materialisme kwam steeds sterker naar boven. We gaven ze alles wat ze wilden en nog was het nooit genoeg. Als we vroeger naar Pakistan gingen, kochten we altijd allerlei spullen voor hen en gaven we hen geld. Mijn moeder beschouwde ons toen al als een soort statussymbool. Dankzij haar ‘rijke’ kinderen in Europa genoot zij meer aanzien binnen de Pakistaanse samenleving. Zij zag in mij een uitweg, ik in haar een moeder.’

Heb jij je moeder ooit verteld wat er allemaal met je gebeurd is in het verleden?

‘Ik had hen er voor hun komst al alles over verteld in brieven en tijdens mijn reisjes naar Pakistan. Ze vonden het allemaal heel erg voor me, meer werd er niet over gezegd. Maar toen ze eenmaal in Nederland waren en we het bericht kregen dat mijn vader in het ziekenhuis lag, wou Amma meteen naar hem toe. Terwijl die vent haar drie oudste dochters heel hun jeugd mishandeld had! Ik ben erg kwaad op haar geworden en het was godbetert mijn jongere broertje die me op het matje riep omdat ik zo’n toon durfde aanslaan tegen onze moeder. Dat was de zoveelste pijnlijke gebeurtenis die mijn ogen heeft geopend.’

Ben je ooit gaan twijfelen of je het boek wel wilde schrijven?

‘Ik had echt heel veel twijfels. Na die ontgoocheling hoefde het voor mij echt niet meer. Maar dan kreeg ik kaartjes van lezers die mij en m’n moeder een fijne kerst en heel veel geluk toewensten. En op lezingen kwamen regelmatig mensen naar me toe die me zeiden dat ze zó blij voor me waren dat mijn droom was uitgekomen en hoe het nu eigenlijk met mijn moeder was. In het begin draaide ik er een beetje omheen, maar dat kon ik niet volhouden. Ik vond het niet eerlijk ten opzichte van mezelf en van de mensen om me heen. Ik moest de waarheid vertellen.’

Heeft het naar buiten komen met je verhaal je enigszins geholpen om te begrijpen wat er fout gelopen is?

‘Dat heeft het zeker. Ervoor zat ik altijd maar in een kringetje te draaien van ‘ze zijn ondankbaar’ en ‘hoe kunnen ze, mijn bloedeigen familie?’ Door de reacties van anderen op mijn verhaal, van wie sommige goed op de hoogte waren van de cultuurverschillen en de problemen waartoe ze kunnen leiden, kwam ik plots tot het besef: ‘Het is eigenlijk helemaal niet zo raar dat deze familiehereniging mislukt is. Kijk eens naar hun cultuur, die helemaal doorspekt is met de rigide islam, naar de mentaliteit in Pakistan, hoe zij daar naar het westen kijken en tegenover vrouwen staan… Ik sta zelf altijd heel open voor andere overtuigingen en ging er maar van uit dat zij dat ook zouden ook. Hoe had ik zo blind kunnen zijn?’

Welk contact heb je nu met je familie?

‘Geen enkel. Ik had een huis voor hen gekocht, maar ze betaalden hun rekeningen niet. Toen ik alles geregeld had in verband met hun uitkeringen en ze dus geld genoeg hadden én in aanmerking kwamen voor een goedkoper huurhuis, zijn ze op een dag met stille trom vertrokken. Ze hadden het hele huis leeggehaald. Ze hebben geen telefoonnummer achtergelaten en ik kan hen op geen enkele manier bereiken. Ik heb geen flauw idee hoe het met ze gaat.’

Mocht je het allemaal opnieuw mogen doen, wat zou je dan veranderen?

‘Helemaal niets. Dat klinkt misschien raar, maar ondanks het fiasco dat deze hereniging geworden is, voel ik me stukken beter dan voor ik m’n moeder terugvond. Mijn moeder is heel mijn jeugd een soort obsessie voor me geweest, ik moest en zou haar vinden. Dat gemis was soms verterend. En dat heb ik nu niet meer, ik heb haar gevonden. Al die tijd heb ik het gevoel gehad dat ik op zoek moest naar dat verdwenen puzzelstukje. Mijn moeder zou mij compleet maken. Ik ben tot het besef gekomen dat ik dat stukje helemaal niet nodig heb: ik ben helemaal compleet. Ook voor mijn kinderen is dit een positieve ervaring geweest. Ze zijn een keer naar Pakistan geweest, en Pakistan is naar ons gekomen. Nu weten ze alles wat ze wilden weten over het land en hun eigen familie. Ook voor hen is dat nu een afgehandeld hoofdstuk. De gebroken cirkel is eindelijk gesloten.’

Meer weten?
Op de opleiding regisseur huiselijk geweld en kindermishandeling leert u hoe u samen met uw partners komt tot een geïntegreerde aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling in uw gemeente.

Over Frank van Summeren

Congres- en opleidingsmanager veiligheid bij het Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid.

Bekijk ook

Monitor Integriteit en Veiligheid: agressie en intimidatie richting politiek ambtsdragers blijft zorgelijk

Maar liefst 45% van alle decentrale politieke ambtsdragers zoals burgemeesters, Statenleden, raadsleden en waterschapsbestuurders kreeg …

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *