(Nieuwe) wet- en regelgeving in Openbare Orde en Veiligheid

Wat zijn de belangrijkste (nieuwe) wetten op het terrein van Openbare Orde en Veiligheid? En nog belangrijker: wat betekenen deze wetten voor uw uitvoeringspraktijk? Aan het woord zijn diverse experts.

 

De Wet Veiligheidsregio’s en de bestrijding van crisis en rampen

“De wet is koud twee jaar van kracht en de eerste evaluatie is al geschied (commissie Hoekstra met onderliggend rapport van het WODC). De evaluatie laat een gemengd beeld zien, maar overwegend is toch de lijn ‘vooral zo doorgaan’. Toch is er sedert de totstandkoming van de wet al weer het nodige gebeurd. Enerzijds betreft dat enkele forse calamiteiten/crises (Moerdijk, Alphen aan den Rijn, Haren e.a.) en anderzijds enkele relevante rapporten (soms naar aanleiding van zo’n calamiteit). Tenminste moeten daarbij genoemd worden de rapporten naar aanleiding van Moerdijk en de veranderde visie ten aanzien van boven-regionale en zelfs rijksbetrokkenheid (GRIP 5 en GRIP-rijk). Ook is een gezaghebbend rapport verschenen over de gemeentelijke processen (commissie Bruinooge), is er een nieuwe Staat op de rampenbestrijding (IVenJ) verschenen en zijn de grotere maar ook kleiner casus (mini-crises) aanleiding geweest voor evaluatie en analyse.”

Menno van Duin, lector Crisisbeheersing bij het gezamenlijke lectoraat Crisisbeheersing van het Instituut Fysieke Veiligheid en de Politieacademie en docent op de opleiding Externe Veiligheid.

 

De Wet Bibob als instrument voor de aanpak van criminele activiteiten

“Een belangrijk instrument in het kader van de openbare orde en veiligheid is de Wet Bibob. De afgelopen jaren heeft het Bibob-instrument zich bewezen als nuttig middel om facilitering door de overheid van criminele activiteiten tegen te kunnen gaan. Ondanks het feit dat het hier niet om een eenvoudig instrument gaat, zijn bestuursorganen die de Wet Bibob toepassen tevreden over de uitwerking daarvan. Voordat een vergunning of subsidie wordt afgegeven (of een transactie wordt aangegaan) kunnen de aanvrager of wederpartij en diens zakelijke relaties worden gescreend zodat duidelijk is dat niet wordt meegewerkt aan het witwassen van crimineel verkregen vermogen of aan het plegen van strafbare feiten. De Wet Bibob werkt niet alleen preventief, maar ook repressief. Is de vergunning of subsidie al verleend, of is de transactie al aangegaan en komen er signalen binnen van criminele activiteiten dan kan de Wet Bibob worden ingezet. De verwachting is dat het Bibob-instrument in de toekomst nog vaker ingezet zal worden. Op 1 juli 2013 is de Wet Bibob namelijk aangepast: nog meer branches vallen onder de Wet Bibob. Zo hebben bestuursorganen de mogelijkheid gekregen vastgoedtransacties te screenen. Om huisjesmelkerij te kunnen aanpakken zijn de vergunningen in het kader van de Huisvestingswet onder de Wet Bibob gebracht, en de gemeentelijke vergunningen vallen nu in beginsel allemaal onder de Wet Bibob (de branche-indeling is losgelaten). Ook het gebruiksgemak is verbeterd want er is een uniform Bibob-vragenformulier vastgesteld, en bestuursorganen krijgen meer mogelijkheden om zelf een gedegen onderzoek in te stellen naar degene met wie zij zaken willen doen. Met name wordt het makkelijker voor politie en justitie om informatie te delen met bestuursorganen die de Wet Bibob toepassen.  In complexe zaken, met name de zaken waar sprake is van een vermoeden van criminele activiteiten bij een zakelijke partner van degene die een verzoek bij het bestuursorgaan doet, zal de noodzaak van het aanvragen van een Bibob-advies bij het Landelijk Bureau Bibob blijven bestaan. Het Bureau kan meer gesloten bronnen ontsluiten dan het openbaar bestuur en zorgt ervoor dat de feiten en omstandigheden van de zaak op eenduidige manier worden gewogen en beoordeeld. Het Bibob-instrument is niet meer weg te denken als onderdeel van een integraal veiligheidsbeleid. De uitbreiding van de toepassingsgebieden en de verbeteringen in het gebruiksgemak zullen er daarnaast toe kunnen leiden dat ook op de nieuwe terreinen de facilitering van criminele activiteiten kan worden voorkomen.”

Marie-Claire Breet, adviseur bij het Landelijk Bureau Bibob van het ministerie van Veiligheid en Justitie en docent op de opleiding bibob coördinator.

 

Flexibel cameratoezicht op openbare plaatsen

“Ruim tien jaar nadat de eerste Nederlandse gemeente camera’s ophing, is cameratoezicht nog altijd zeer populair. Het aantal gemeenten met openbare orde camera’s neemt jaarlijks toe. Artikel 151-c, Gemeentewet biedt de wettelijke grondslag en die wet wordt nu aangepast. De gebiedsaanwijzing wordt eenvoudiger en camera’s hoeven niet meer aard- en nagelvast te worden gemonteerd: rijdende, varende en zelfs vliegende camera’s worden mogelijk. De technische mogelijkheden zijn eigenlijk nauwelijks interessant voor gemeenten. Het gaat immers niet om het maken van zoveel mogelijk beelden, maar om informatie te genereren waarmee de veiligheid kan worden verbeterd. Veel camera’s produceren zoveel hooi dat de spelden niet te vinden zijn. En als die wel worden gevonden, moeten ze terechtkomen bij degenen die er wat mee kunnen doen. Er moeten slimme allianties komen tussen toezichtcentrales en ‘de straat’. De trend wordt dat gemeenten minder aandacht geven aan techniek en meer aan het genereren van informatie en de kwaliteit van de samenwerking achter de (beeld)schermen.”

Sander Flight, onderzoeker bij DSP-groep, specialist op het gebied van cameratoezicht, toezicht en handhaving en initiatiefnemer van het platform www.cameratoezicht.nl.

 

De nieuwe Jeugdwet en een integrale aanpak van jeugdproblematiek

“De jeugdzorg is al langere tijd een actueel onderwerp op de politieke agenda. Meerdere kwesties spelen in de jeugdzorg zoals goede toeleiding naar de juiste hulpvormen, meer hulp verlenen bij het opvoeden en de kracht van het eigen netwerk inzetten, 1 gezin 1 plan en het ontschotten van het totale stelsel. Gemeenten krijgen de verantwoordelijkheid over de jeugdzorg. Hierdoor komt een belangrijk beleidsterrein naar het lokale veld. Gemeenten moeten nu plannen maken hoe de jeugdzorg effectief op te pakken waarbij er veel samenhang is met andere beleidsterreinen zoals onderwijs en veiligheid. Veel jongeren die problemen hebben met school of criminele activiteiten verrichten hebben ook op de één of andere manier een relatie met de jeugdzorg. Problemen van jongeren kunnen alleen teruggebracht worden als deze beleidsterreinen goed met elkaar verbonden zijn. De nieuwe jeugdwet biedt kansen aan alle instanties om samen als overheid effectiever te kunnen werken.” 

Harry Rorije, adviseur project- en verandermanagement bij van Aetsveld, promovendus op het gebied van duurzame veranderingen in de jeugdzorg en docent op de opleiding ketenregisseur risicojeugd.

 

De Wet Tijdelijk Huisverbod en de aanpak van partnergeweld

“Tussen droom en daad helpt de invoering van de Wet Tijdelijk Huisverbod om de aanpak van vooral partnergeweld beter gestalte te geven. Vanwege het krachtige gemeenschappelijke doel leidt het huisverbod tot betere samenwerking tussen organisaties, instrumentontwikkeling en snellere actie. Het combineert de afkeuring van geweld met directe ondersteuning aan de betrokkenen. Het biedt ons scherper zicht op de dynamiek en de effecten van geweld en de wijze waarop geweld in intieme relaties samenhangt met problemen in opvoeding, met verslaving, werk, zeden en inkomen. Uitdagingen voor de toekomst: inbedding van de wet in duurzame hulp voor alle betrokkenen (ook de kinderen!) en blijvende aandacht voor gender- en machtsverhoudingen en toebedeling van slachtoffer- en daderschap.”

Sietske Dijkstra, lector Huiselijk Geweld en Hulpverlening in de keten aan het Expertisecentrum Veiligheid van de Avans Hogeschool en docent op de cursus Wet- en regelgeving in Openbare Orde en Veiligheid.

Meer weten?

Op de cursus Wet- en regelgeving in Openbare Orde en Veiligheid hoort u van deze en andere experts wat deze (nieuwe) wetten betekenen voor uw uitvoeringspraktijk.

 

Over Frank van Summeren

Congres- en opleidingsmanager veiligheid bij het Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid.

Bekijk ook

🎧 Podcast: De jonge aanwas op het mbo, een kans of bedreiging?

Beluister de podcast met Jochem Zwerus, Projectleider preventie op ondermijning in het mbo en projectleider …

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *